De diepe pijn van LHBTI-jongeren: raakt het ons nog?
De Kerk en LHBTI vormen van oudsher een explosief mengsel. Als er iets brandstof vormt voor hete hoofden en koude harten binnen de Kerk, dan is het ā naast de vrouw in het ambt - de discussie over homoseksualiteit. Een 'vraagstuk' dat binnen christelijke gezinnen en binnen de Kerk gepaard gaat met veel worsteling, verdriet en pijn.
Worsteling, verdriet en pijn waarvan ook het Cvandaag-artikel Verhalen over diepe eenzaamheid LHBTI-jongeren zijn intens pijnlijk doortrokken is.
Zo maar wat steekwoorden uit dit artikel: 'ā¦hoe gebutst en gemangeld jonge mensen zijnā¦', 'ā¦jongeren uit traditionele gemeenschappen veel vaker aan suĆÆcide denkenā¦', 'ā¦verhalen over diepe eenzaamheidā¦', 'ā¦de overheid moet kunnen ingrijpenā¦', 'ā¦obstakels moeten overwinnen en deze strijd moeten voeren en winnenā¦', 'ā¦religieuze waarheidsclaims, die evident mentale, lichamelijke en geloofsschade opleverenā¦', 'ā¦geen schadelijke claims, op straffe van overheidsingrijpenā¦', 'ā¦moet hiervoor iets veranderen in het Wetboek van Strafrecht? Het zij zoā¦', 'ā¦met wortel en tak uit te roeienā¦', 'ā¦moge politieke wil het winnen van de weerstandā¦'.
Au.
Lijden dat uitmondt in strijdvaardigheid.
Hoe moeten wij dit alles nu duiden?
Wat is een wijze reactie hierop?
Via de theologische weg? Door de kerkelijke dogmaās ernaast te leggen?
Of misschien via een juridische analyse? Door een betoog op te bouwen over de scheiding van kerk en staat?
Ik denk het niet. In ieder geval niet nu.
Praatmee