Britse straatpredikant opgepakt na opmerkingen over islam en scheppingsorde
Een christelijke straatpredikant werd eerder dit jaar gearresteerd nadat hij zich in de buurt van de Universiteit van Bristol uitliet over de islam en de scheppingsorde, zo werd deze week bekend volgens Christian Today. De politie heeft het onderzoek naar de man inmiddels stilgelegd.
In reactie op een vraag van een moslim uit het publiek, verklaarde Dia Moodley dat hij gelooft dat er verschillen zijn tussen de morele standaarden van de God van de islam en de christelijke God. Ook deelde Moodley de overtuiging dat God mensen als man en vrouw schiep en dat deze waarheid niet ontkend zou moeten worden.
Nadat Moodley in maart 13 uur lang werd vastgehouden, ontving hij juridische steun van de Alliance Defending Freedom (ADF). De organisatie meldt verder dat Moodley van zijn kleine trapladder werd geduwd en dat een bord uit zijn handen werd getrokken voordat hij werd gearresteerd. Vier van zijn borden werden aan medewerkers van de Universiteit van Bristol overhandigd, die ze vervolgens vernietigden in opdracht van de politie.
In reactie op het incident zegt Moodley: "Dat de politie met twee maten meet, is helaas geen fictie of een complottheorie. Het is een realiteit die Britse christenen al jaren ervaren. Het zou niet aan de staat moeten zijn om te beslissen welke religies en ideologieën wel of niet op straat mogen worden besproken of bekritiseerd. Het resultaat is de normalisatie van een tweedeling in de samenleving, waarbij sommige overtuigingen en ideologieën worden gewaardeerd en beschermd, terwijl andere worden ondermijnd en verboden."
ADF heeft een klacht tegen de politieagenten ingediend. Voor de vernietiging van de borden zijn inmiddels excuses aangeboden. Jeremiah Igunnubole zegt namens het ADF: "We juichen toe dat de politie het onderzoek naar Pastor Dia heeft gestaakt. Maar het feit dat hij werd gearresteerd, 13 uur in hechtenis werd gehouden en zijn eigendommen werden vernietigd met goedkeuring van de politie, is ronduit schokkend. Niemand zou een dergelijke discriminerende behandeling moeten ondergaan voor het vreedzaam delen van zijn overtuiging."
Praatmee