Voormalig EU-gezant godsdienstvrijheid ziet klacht over eredienstverbod afgewezen worden

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft een klacht van Jan Figel, voormalig EU-gezant voor godsdienstvrijheid, afgewezen. Figel vocht het verbod op gezamenlijke erediensten in Slowakije tijdens de coronapandemie aan.
Het Hof in Straatsburg verklaarde de zaak onontvankelijk. Volgens de rechters was “niet duidelijk hoe Figel persoonlijk geraakt werd.” Daarom kon hij “niet als slachtoffer worden aangemerkt onder het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.”
Figel toonde zich verrast. “Religieuze vrijheid behoort tot de meest vitale en centrale mensenrechten die er zijn", zei hij. “Ik ben diep bedroefd over de beslissing van het Hof om niet in te gaan op de kern van deze zaak en dat men niet erkent dat de Slowaakse overheid het Europees Verdrag herhaaldelijk heeft geschonden door tijdens de coronapandemie gezamenlijke erediensten te verbieden.”
Toch geeft hij de strijd niet op: “Hoewel deze beslissing een tegenslag is, moeten en zullen onze inspanningen om de fundamentele vrijheden te verdedigen doorgaan.”
Volgens Figel draaide de zaak niet alleen om hemzelf. “Het ging erom zeker te stellen dat erediensten in tijden van crisis geen wegwerpbaar recht worden.”
Hij waarschuwde ook de Europese Unie (EU): “De EU is niet geloofwaardig als ze buiten de Europese grenzen vrijheid van godsdienst wil bevorderen, terwijl ze er zelf niet in slaagt om diezelfde vrijheid van godsdienst binnen de eigen grenzen hoog te houden."
Teleurstelling bij ADF International
ADF International steunde Figel in zijn zaak en spreekt bij monde van jurist dr. Adina Portaru van "een teleurstellende uitkomst voor gelovigen en voor de algehele godsdienstvrijheid in Europa."
Volgens haar negeerde het Hof belangrijke informatie. “Het besluit is onrechtvaardig en slecht onderbouwd, maar helaas kunnen we deze beslissing vanwege de procedurele regels van het Hof niet aanvechten."
Portaru benadrukte: “Fundamentele vrijheden moeten ook in tijden van crisis gehandhaafd en niet terzijde geschoven worden. Het houden van een gemeenschappelijke eredienst is geen privilege, maar een beschermd recht.”
Ze voegde eraan toe: “We betreuren het dat het Hof niet erkent dat er ook minder ingrijpende maatregelen mogelijk waren en dat het geestelijk voedsel net zo essentieel is als het lichamelijk welzijn.”
Praatmee