De rechtszaal en Jezus als onze advocaat: de schuld is afbetaald
Ik stond als advocaat jarenlang regelmatig in de rechtszaal. In principe gingen alle rechtszaken over verschillende vormen van schuld. Denk aan mensen die gebukt gingen onder financiële schulden. Maar ook aan mensen die terechtstonden omdat een rechter moest vaststellen of iemand ‘schuldig’ was.
Na al die jaren is dit mijn conclusie: een schuld verdwijnt nooit zonder dat iets of iemand ervoor betaalt of boetedoening doet. Iemand die schuldig is aan een misdrijf, moet een gevangenisstraf uitzitten en zo zijn schuld aan slachtoffers en de maatschappij afbetalen.
Wie een schuld heeft en deze niet kan betalen, kan een beslaglegging op zijn salaris krijgen of zelfs afgesloten worden van warm water. Pas wanneer het bedrag betaald is, is de persoon verlost van de afsluiting of beslaglegging.
Zelfs wanneer iemand een schuld niet betaalt, betaalt uiteindelijk een ander daar de prijs voor. Wanneer iemand bijvoorbeeld in de schuldsanering gaat verdwijnen de schuld niet; de persoon is schuldvrij, maar de schuld wordt eigenlijk afgewenteld op de bedrijven die hun rekeningen niet betaald zien en daarmee zelf de schuld dragen.
Kortom: een schuld wordt altijd betaald. Niet alleen in de rechtszaal, maar ook in de Bijbel.
Bijna iedere christen wereldwijd kent het ‘Onze Vader’, het gebed dat Jezus ons leerde bidden. In dat gebed komt de volgende zin voor: ‘Leidt ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze’.
Verlossen betekent ‘uitkopen’. De term werd gebruikt bij het vrijkopen (verlossen) van een slaaf. Ook wij hebben dus allen verlossing nodig, iets of iemand die ons vrijkoopt van die schuld die nog openstaat door onze eigen stomme keuzes, egoïstische gedachten en verlangens waarbij we anderen onrecht hebben aangedaan. Hoe worden wij verlost van de ketenen van de boze?
Het Nederlands strafrechtssysteem geeft hier grappig genoeg antwoord op. De rechtspraak hanteert namelijk het rechtsbeginsel: ne bis in idem. Letterlijk vertaald: ‘niet twee keer voor hetzelfde’.
Deze Latijnse term houdt in dat iemand niet twee keer voor hetzelfde feit gestraft worden.
Iemand die schuldig is en een straf uitzit heeft voor zijn fouten betaald en kan daarna niet opnieuw voor hetzelfde feit worden gestraft. En iemand die is vrijgesproken, kan later niet alsnog straf krijgen voor hetzelfde feit. Als een schuld volledig betaald is, dan is de persoon ervan verlost. Dit beginsel zit in ons wetboek van strafrecht (artikel 68 lid 1). Maar dit beginsel zit ook diepgeworteld in hoe God met ons omgaat.
Op een dag staan we allen alleen voor God. En tenzij je perfect hebt geleefd (niemand dus), staat er een schuld open. En iets of iemand moet deze schuld aflossen. En hoe mooi is het wat de bijbel dan zegt over Jezus, die in de Bijbel ook onze advocaat wordt genoemd: ‘In hem, in Christus, hebben wij verlossing door zijn bloed, namelijk de vergeving van zonden’ (Kolossensen 1:14).
Jezus Christus betaalde onze persoonlijke schuld voor ons door 2000 jaar geleden als onschuldig en perfect persoon veroordeeld te worden en daarna te lijden en gekruisigd te worden. En omdat Hij Zelf geen schuld had, kon Hij onze schuld overnemen en deze voor ons betalen. En dus zijn diegenen die deze uitruil accepteren verlost van de boze en vrij!
Met een beetje verbeelding kan je het dus voor je zien. Jij en ik staan terecht. De boze noemt een hele lijst van beschuldigingen op en wil je te grazen nemen. Jezus, onze advocaat, loopt daarna naar voren en begint rustig aan Zijn pleidooi.
‘Edelachtbare. We hebben net de hele lijst gehoord van waar hij van wordt beschuldig en ja, laten er niet omheen draaien. Don is ook schuldig aan die dingen. En dan is het inderdaad rechtvaardig dat de openstaande schuld betaald wordt en er een veroordeling en boetedoening komt. Dat klopt allemaal en de boze heeft een punt.
Maar mag Ik U wijzen op Mijn handen, waar de littekens van het kruis waar Ik aan hing nog te zien zijn? Het kruis waar Ik toe veroordeeld werd, omdat Ik schuldig werd verklaard, terwijl U en Ik weten dat Ik helemaal geen schuld had? Waarom koos Ik er toch voor om die schuld en veroordeling te accepteren en te dragen? Omdat Ik Don zo liefhad, nog ver voordat hij ook maar iets met Mij te maken wilde hebben.
En omdat Ik al voor Zijn schuld hen betaald doe Ik een beroep op de volgende woorden: ne bis in idem.
Niemand mag tweemaal voor hetzelfde gestraft worden. Dat zou onrechtvaardig zijn en U bent een rechtvaardige rechter. En de straf van Don en alle andere mensen heb Ik al gedragen. En daarom vraag Ik U niet om genade, maar om rechtvaardig te zijn. En het enige rechtvaardige oordeel nu is om Don eens en voor altijd vrij te spreken.’
Een feilloze zaak. Een feilloze advocaat. Een feilloze vrijspraak.
De volgende keer wanneer u weer vastzit of voelt dat u aangeklaagd wordt door de boze, mogen we onszelf aan deze woorden herinneren: ne bis in idem.
De schuld is al betaald.
Don Ceder is Tweede Kamerlid namens de ChristenUnie. Bovenstaand artikel verscheen op zijn Facebookpagina en is met toestemming overgenomen door Cvandaag.
Praatmee