Het koninkrijk van God is niet afhankelijk van grote acties
‘Waarmee kunnen we het koninkrijk van God vergelijken? Het is als een zaadje van de mosterdplant, het kleinste van alle zaden op aarde. Maar als het na het zaaien opschiet, wordt het de grootste van alle planten en krijgt het grote takken zodat de vogels van de hemel in zijn schaduw kunnen nestelen’, zo staat geschreven in Marcus 4:30-31.
In bijna alle gelijkenissen, die Jezus heeft verteld, gebeuren dingen die in het echt niet gebeuren.
Welke schaapherder laat zijn schapen in de wildernis in de steek om een die hij kwijt is te zoeken? Welke boer gooit zaad op de weg als hij aan het zaaien is? Wie laat het onkruid groeien tot aan de oogst?
Zo bestaat er ook geen mosterdzaad dat uitgroeit tot een boom waarin vogels kunnen nestelen. Uit mosterdzaad groeit geen boom. Hoogstens - dat hangt af van de soort - een flinke struik.
Maar in het verhaal van Jezus gebeurt dat wel. Een mosterdzaadje groeit uit tot een flinke boom. Een boom die niet fungeert als een plekje waar vogels even in kunnen schuilen, maar een boom als plek voor hun nesten. Zo zal het gaan met Gods koninkrijk. Van heel klein tot heel groot.
Het ging allemaal niet vanzelf. Want ook van het kleinste (toen bekende) zaad geldt dat het gezaaid moet worden. Jezus vraagt daar duidelijk aandacht voor.
Het verhaal gaat over een man die mosterdzaad zaait.
Dat is een wezenlijk onderdeel. Een onderdeel waar Jezus op een andere keer uitgebreid aandacht aan heeft besteed. Zaad met gezaaid worden. Om het naar te zeggen: zaad (ook mosterdzaad) moet sterven. Van Jezus is deze uitspraak: ‘Waarachtig, ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht’, (Johannes 12:24).
Zaad dat in de grond gaat ontkiemen, verdwijnt, lost zich op, sterft af.
Maar waarom gebruikt Jezus het mosterdzaad als voorbeeld bij de groei van Gods koninkrijk? Blijkbaar om er de nadruk op te leggen dat het koninkrijk van God waar Jezus heel vaak over gepreekt heeft, en dat met Hem begonnen was, heel klein begint.
En dat stond haaks op het verwachtingspatroon van de mensen uit Zijn tijd. Zij dachten aan iets groots. Een optreden, een gebeuren waar iedereen van onder de indruk zou zijn.
Maar Jezus corrigeert dat!
Het koninkrijk begint als mosterdzaad: klein, nietig, kwetsbaar, onopvallend.
En daarom denk ik dat Jezus bij het vertellen van deze gelijkenis allereerst bedekt naar Zichzelf heeft verwezen.
Wie kent de woorden van Jesaja niet?
‘Als een loot schoot hij op onder Gods ogen, als een wortel die uitloopt in dorre grond. Onopvallend was zijn uiterlijk, hij miste iedere schoonheid,
Zijn aanblik kon ons niet bekoren’, (Jesaja 53:2).
Maar ik denk ook dat het verhaal staat voor meer:
Voor een principe dat tot de dag van vandaag in heel het koninkrijk van God geldt. Het kan slaan op ieder die gelooft. De wet van het stervende tarwegraan, is ten diepste ook de wet van het mosterdzaadje. Want hoe klein uw of mijn geloof is, het is genoeg om er bergen mee te verzetten, omdat God aan ons geloof Zijn kracht meegeeft, (Mat. 17:20-21).
Het koninkrijk van God is niet afhankelijk van grote aantallen en grote acties. Ook het allerkleinste, gedaan uit liefde tot Jezus heeft grote kiemkracht en kan van grote betekenis zijn voor Gods Rijk.
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer.
Praatmee