Minister Kuipers: Euthanasie bij kinderen onder de 12 moet mogelijk worden
In Nederland moet euthanasie ook mogelijk worden voor kinderen die jonger zijn dan 12 jaar. Het gaat om kinderen die “uitzichtloos en ondraaglijk lijden”. Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Ernst Kuipers heeft hiervoor een regeling naar de Tweede Kamer gestuurd.
Als het aan minister van Volksgezondheid Ernst Kuipers ligt wordt euthanasie voor kinderen onder de 12 jaar mogelijk. Het gaat om kinderen die “uitzichtloos en ondraaglijk lijden”. Kuipers heeft inmiddels een voorstel voorgelegd aan belanghebbende partijen, zo laat hij aan de Tweede Kamer weten. Kuipers haalt een onderzoek aan dat namens de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) is uitgevoerd: ‘Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat er onder artsen en ouders van ongeneeslijk zieke kinderen, die uitzichtloos en ondraaglijk lijden en naar verwachting binnen afzienbare tijd zullen sterven, behoefte bestaat aan de mogelijkheid van levensbeëindiging.’
De NVK oordeelde in maart 2020 al dat er een regeling voor levensbeëindiging zou moeten komen voor kinderen in de onder de twaalf jaar die uitzichtloos en ondraaglijk lijden en waarbij palliatieve zorg niet volstaat.
Zeven zorgvuldigheden
De regeling voorziet in deze vraag en maakt euthanasie bij deze kinderen mogelijk. Daar worden echter wel zeven zorgvuldigheidseisen bij genoemd als voorwaarde. Zo dient de behandeld arts op basis van heersend medisch inzicht ‘tot de overtuiging te komen dat er sprake is van uitzichtloos en ondraaglijk lijden van het kind en dat er geen redelijke mogelijkheid bestaat om het lijden van het kind weg te nemen’. In de regeling staat dat een arts, voor hij overgaat tot levensbeëindiging ‘moet kunnen vaststellen dat er sprake is van ondraaglijk lijden waaruit geen enkele andere uitweg mogelijk is dan de beëindiging van het leven.’
Er moet ‘geen redelijke mogelijkheid’ zijn om het lijden bij het kind weg te nemen. Daarnaast dienen beide ouders in te stemmen en moet er ook minstens één andere, onafhankelijke arts worden geraadpleegd. Hoewel het kind juridisch gezien niet hoeft in te stemmen omdat het niet wilsbekwaam is, moet de arts wel in contact treden met het kind en moten bij de beslissing zowel ‘verbale als non-verbale signalen van het kind’ worden meegenomen. Wanneer er signalen zijn dat het kind geen levensbeëindiging wil, mag de arts het, ook met toestemming van de ouders, niet tot euthanasie overgaan.’
Praatmee