Donkere mensen: wat lezen we over hen in de Bijbel?
Donkere mensen, je komt ze in de Bijbel niet vaak tegen. Maar als ze genoemd worden, gebeurt dat met eer en respect.
De koningin van Seba werd door de Here Jezus ‘koningin van het zuiden’ genoemd. Niemand weet precies waar haar koninkrijk lag. Maar als je denkt aan landen ten zuiden van Egypte, dan denk je aan Soedan en Ethiopië.
Geen landen van blanke mensen. Nu niet en in de tijd van koning Salomo al helemaal niet.
De koningin van Seba bracht dus een bezoek aan Salomo. Toen zij merkte hoe wijs hij was, prees zij God. Dit was haar reactie: ‘U bent nog veel wijzer en rijker dan de mensen mij verteld hebben... Ik dank de Heer, uw God. Hij houdt zo veel van u, dat Hij u koning van Israël gemaakt heeft.’
De tweede Ethiopiër is Ebed-Melech. Hij leefde niet aan het begin van Israëls geschiedenis als koninkrijk, maar juist aan het einde. Ebed-Melech had een belangrijke functie aan het hof van Zedekia, de laatste koning.
De tien stammen waren al weggevoerd. Zedekia vertrouwde op de hulp van Egypte. Alle waarschuwingen van Jeremia, om zich aan de koning van Babel te onderwerpen, heeft hij in de wind geslagen. Hij ging zelfs zover dat hij aan de vorsten toestemming gaf om Jeremia in de put van prins Malkia te werpen (Jeremia 38:6). Een van zijn hovelingen, Ebed-Melech geheten, heeft dit gehoord. Hij pleitte bij Zedekia voor de profeet en kreeg toestemming Jeremia uit de put te halen.
God heeft deze hoveling beloond, omdat Hij inzag dat hij dit deed uit eerbied voor Hem. Op grond daarvan ontving hij de belofte, dat wanneer de Babyloniërs de stad zouden innemen, hij gespaard zou blijven en ontkomen (Jeremia 39:18).
De kamerling was ook een Ethiopiër. Bovendien was hij net als Ebed-Melech een eunuch, ontmand dus. De tempel was voor hem verboden terrein. Hij reisde naar Israël om meer over het Joodse geloof te weten te komen. De evangelist Filippus ontmoette hem vlak voordat hij het land zou verlaten. Na zijn uitleg van Jesaja 53 nam de Ethiopiër de Here Jezus aan als zijn Heiland en Verlosser. Ook liet hij zich dopen.
De Bijbel discrimineert donkere mensen niet, maar stelt ze juist tot een voorbeeld.
Als christenen in de geschiedenis donkere mensen wél hebben gediscrimineerd, kan dat nooit gedaan zijn op grond van de Bijbel.
Integendeel.
‘Maar jou zal Ik redden – spreekt de HEER. Je zult niet worden uitgeleverd aan de mannen die je vreest, maar Ik zal je laten ontkomen. Je zult geen gewelddadige dood sterven, maar worden gespaard omdat je op Mij hebt vertrouwd – spreekt de HEER’ - Jeremia 39:1-10
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer.
Praatmee