Christelijke spierballen maken weinig indruk

'Droom grootā. āWord een geloofsheldā. āGenees anderenā. In christelijke media en op christelijke conferenties klinkt de ene gebiedende wijs na de andere. Arjan Berensen wordt er onrustig van.
Groot dromen
Afgelopen zaterdag dook via ƩƩn van de christelijke media een interview op. Volgens de geĆÆnterviewde zouden āchristenen groots moeten dromenā. Op de mogelijkheid dat vakkenvullen bij Albert Heijn niet ājouw droom van Godā zou kunnen zijn, werd nadrukkelijk gezinspeeld. Dat een topadvocaat misschien ook wel zoān roeping mist, bleef onbenoemd.
De geĆÆnterviewde zelf liet intussen weten āgrote dromenā nagejaagd te hebben, onder andere door 11.000 voorgangers in het buitenland toegerust te hebben. Op Twitter schreef iemand naderhand dat āde afdronkā van het artikel was, dat 11.000 voorgangers in een ver land kennelijk beter of geloviger is dan vakken vullen bij Albert Heijn. Dat lijkt me treffend geformuleerd. āGroot dromenā wordt al vlug āgroter dromenā, en āgroter dromenā minacht al vlug het dagelijks leven van christenen zoals het nu is.
Er is meer
Nu gaat het mij niet zozeer om dit gedeelte van de tekst van de geĆÆnterviewde. De drive om veel te willen bereiken voor Gods Koninkrijk, ervaar ik als positief.
Maar er is meer dat me zorgen baart. Zoān interview als deze, lijkt in lijn te staan met andere bewegingen in christelijk Nederland. Is er sprake van een patroon?
Zoān patroon herken ik in antwoorden die worden gegeven op de vraag hoe een christen het āvolhoudtā in een maatschappij die steeds minder kerkelijk wordt. Waar christenen Nederland zien onkerkelijken, neigen zij ernaar de mouwen op te stropen. āWe moeten groter dromenā. āJe moet een geloofsheld worden.ā
Er is een landelijke beweging gaande, die stelt dat er āmeer isā dan Nederlandse christenen tot dusver ervaren en doen. Op conferenties wordt mensen geleerd te wonderlijke dingen voor God en Zijn Rijk op te zoeken (of zelf tot stand te brengen).
Opwekking
Het is belangrijk dat christelijk Nederland vurig blijft bidden om de werking van Gods Geest. Om een opwekking, om een nieuw begin. Want God alleen kan, op Zijn tijd en manier, kerken en christenen nieuw leven inblazen. Geen enkele christen zal dat ontkennen.
Tegelijkertijd spant het er wel om, hoeveel we aan God durven toe te vertrouwen, en hoeveel we zelf ter hand willen nemen. āGroot dromenā klinkt goed, maar is iets wezenlijk anders dan Gods wil vervullen. Zeggen dat āer meer isā klinkt aantrekkelijk. Maar, goed beschouwd, klinkt er ook niet enig verwijt in door? Als er āmeer isā, wat is er nu dan āminderā? Is iemand genezen voor God dan toch āmeerā (waard) dan vakkenvullen bij Albert Heijn?
Jeremia 29
Ik geloof er weinig van! Wie āgrotereā dingen doet voor Gods Koninkrijk, is nog niet āgroterā in Gods Koninkrijk. Een vakkenvuller bij Albert Heijn kan missionair gezien mƩƩr betekenen dan een predikant, omdat hij elke dag omgaat met klanten en collegaās.
De ontkerkelijking van Nederland doet pijn. Maar die pijn komen wij niet te boven door als ātjakka-christenenā te willen leven. Uiteindelijk zullen wij verval van onze kerken niet kunnen stoppen door onze opgestroopte mouwen, of door onze gebalde vuisten, of door grotere woorden of daden. Christelijke spierballen bestaan niet.
In Jeremia 29 schrijft Jeremia een brief aan de ballingen in Babel. Die brief is beroemd geworden door vers 11: āMijn plannen met jullie staan vast, Ik heb jullie geluk voor ogen, niet jullie ongeluk, spreekt de HEER.ā Jeremia schrijft dat God de ballingen over zeventig jaar zal bevrijden. Doordat vers 11 door veel christenen als losse ālijfspreukā gekoesterd wordt, zien we vlug de context van deze woorden over het hoofd.
Ds. Arjan Berensen
Voor Jeremia 29 staat namelijk Jeremia 28. Daarin hadden, achteraf valse, profeten geclaimd dat de ballingschap in twee jaar voorbij zou zijn. Jeremia corrigeert dat pijnlijk: dit leven in een niet-gelovige samenleving gaat geen twee jaar duren, maar zeventig jaar. Het plan van God stond vast, maar vervulling ervan zou wel 68 jaar langer gaan duren dan de ballingen hadden gedacht. Tot die tijd moesten zijn bidden om vrede voor de stad van de ballingschap (Jeremia 29:8).
Spierballen
Ook de kerk van vandaag moet er serieus rekening mee houden dat de ontkerkelijking geen verkoudheidje is dat wel weer overwaait. We hebben geen twee jaar te volharden, maar zeventig jaar. Wen er maar aan: je bent als christen in de minderheid, je kerk staat aan de mentale rand van je stad. Christelijke spierballen maken in zoān samenleving geen indruk. Een kerk aan de marge maakt bescheiden.
Zulke bescheidenheid werkt louterend. Spierballen staan ons niet, geef ons liever getrainde knieĆ«n. Wie neerknielt, om te bidden voor de vrede van de stad waarin je je soms een balling voelt, is voor God de grootste. Want wie neerknielt om te bidden, erkent zān eigen kleinheid, en bevestigt de grootheid van God. Een onopvallende bidder met een doorsnee christenleven, kan zomaar meer indruk maken op āde wereldā dan de grootste spreker, dromer of wonderdoener.
Sluipenderwijs
De God van de Bijbel is de God die haast sluipenderwijs deze wereld binnenkwam. Zijn Zoon werd geboren, in een stalletje in een achterafstadje. Het is die Zoon, Jezus, die door mensenhanden gekleineerd werd, toen Hij aan het kruis werd gehangen. Hij leef, Hij stierf, en Zijn invloed op de wereld leek marginaal.
Maar die derde dag, die maakte alles anders. Wie bij Hem hoort, zal moeten leren leven als Hij: lijdend aan een wereld die jou niet begrijpt, soms vrezend dat het allemaal niets uitmaakt wat je vanuit je relatie met God doet. Totdat je tot je verrassing opeens ontdekt, dat God de Heer nog zoveel groter is dan je al dacht. Dat Hij juist jouw leven gebruikt, om daarin Zijn kracht te tonen! Zoān ervaring maak je niet, die overkomt je.
Deze blog verscheen eerder op de weblog van ds. Arjan Berensen. Klik hier op zijn website te bezoeken.
Praatmee