De Gezalfde: Makkelijk is dat, zo'n ontmoeting met Jezus (15)
Samen met John kampeer ik op Canna, een wild en vrijwel onbewoond eiland voor de kust van Schotland. Zal onze ruzie van de vorige dag worden bijgelegd?
‘s Morgens om vijf uur ben ik klaar wakker. Het eerste waar ik aan denk is onze ruzie van gisteravond. John is niet met zijn tentje ergens anders gaan staan, maar gewoon zonder te praten vroeg zijn nest ingedoken. De zon is al op. Hier in het noorden van Schotland zijn de nachten kort. Ik besluit om nog een uurtje te blijven liggen, maar om zes uur heb ik het echt gehad. Vanuit de tent van John klinkt geen enkel geluid. Ik fluister een paar keer zijn naam, maar hij is nog niet wakker. Ik trek mijn schoenen aan en besluit Compass Hill te beklimmen.
Dit is een van de hoogste punten van het eiland. Een berg vol ijzer, zodat je kompas alle kanten opdraait. Het is geen moeilijke klim. De rotswanden aan de zijkant van de berg zitten vol met broedende vogels die af en aan vliegen. Honderden papegaaiduikers zie ik.
Ik raak de tijd een beetje uit het oog, en als ik uiteindelijk weer bij onze tentjes aankom is het veel later dan ik had gepland. Zo te zien is John op. Zijn tent staat open, maar ik zie hem niet. Waar zou hij zijn? Ineens zie ik hem in de verte op de rotsen zitten, uitkijkend over de baai. Als ik naast hem ga zitten, zie ik dat hij rooddoorlopen ogen heeft. Hij heeft gehuild. Ik weet niet wat ik moet doen, dus ga ik maar in stilte naast hem zitten. Zo zitten we wel een half uur.
“Ik heb vannacht Jezus ontmoet.” Terwijl John dit zegt, draait hij zich om en kijkt mij aan. “Jezus was hier vannacht op het eiland. Hij was hier de hele nacht. Hij heeft mij alles vergeven.” Ik zie John stralen terwijl hij het zegt. Gelijk schiet er van alles door mijn hoofd. “Zo gemakkelijk kom je er niet vanaf, mannetje. Het is wel heel kort door de bocht om nu in één keer te gaan claimen dat Jezus alles vergeven heeft. Zo kan ik dat ook.” Ik merk dat ik vanuit mijn cynisme een aantal lelijke opmerkingen wil maken, maar ik houd me nog net in. Gelukkig kan John niet in mijn hoofd kijken.
“Jezus heeft me alles laten zien wat ik tijdens mijn leven fout heb gedaan. Alles…” John begint hard te huilen. “Hij liet me zien hoeveel pijn ik Hem en andere mensen heb aangedaan.” John huilt minutenlang. Ik sla mijn arm om zijn schouder en laat hem uithuilen. Ik kan aan John merken dat er echt iets in hem is gebeurd. Ik merk dat dit mij ook raakt. “Jezus heeft me alles laten zien en me toen helemaal vergeven. Hij heeft me vergeven. Ik voel me zo schoon. Ik voel me een nieuw mens.” John begint door zijn tranen heen te lachen. Hij straalt gewoon. “Ik voel me helemaal herboren. Oh, wat is God goed!”
Ik weet niet hoe ik op John moet reageren. Natuurlijk geloof ik in genade en vergeving, maar om het zo voor mijn ogen te zien plaatsvinden in iemand die het echt niet verdient, roept weerstand bij me op. John is vergeven. Jezus neemt hem niks meer kwalijk. Lekker makkelijk is dat! Jaren van bewust of onbewust anderen misbruiken zijn in één nacht weggeveegd. Betekent dit dat John nu terug kan gaan naar Nederland en daar gewoon zijn plek weer in kan nemen, alsof er niks gebeurd is? Ik voel me als de oudere zoon in de gelijkenis van de wachtende vader, die geen feest wil vieren als de verloren zoon thuis komt. Ik merk in mezelf dat ik geen feest kan vieren met deze lachende en huilende John. Ik wil hem stompen en slaan en hem laten weten dat hij er niet zo gemakkelijk vanaf komt. Ik wil die grijns van zijn gezicht slaan. Ik wil hem serieus pijn doen. Natuurlijk doe ik dat niet. Ik houd me netjes in, maar ondertussen…
Ik heb ruimte nodig. Ik laat hem op de rotsen zitten en beklim die dag voor de tweede keer Compass Hill. Woedend ben ik en boven op de heuvel schreeuw ik het uit tegen God. Ik klaag Hem aan dat Hij te soft is, te gemakkelijk met zijn vergeving en te goed. Ik raas en ik tier. Waarom bezoekt Jezus nu juist zo iemand die het niet verdient? Als ik alles eruit heb gegooid en uitgeput op een rots ga zitten, ervaar ik dat er woorden in mij opkomen. Het is alsof God tegen mij spreekt. “Weet ik dan niet dat Jezus elke dag bij mij en met mij is? Zou ik willen dat Jezus ook aan mij al mijn fouten en tekortkomingen liet zien?” Ik ril bij de gedachte. “Zou ik echt willen dat God minder goed was? Minder goed naar mij? Ben ik nou net als de man die miljoenen vergeven is en nu boos is dat de koning een ander ook vergeeft? Is het niet Gods verantwoordelijkheid hoe Hij omgaat met zijn goedheid?”
Ja, dat kan allemaal wel zo zijn. Maar ik vind het niet rechtvaardig. Ik probeer al jaren Jezus trouw te volgen. Ik heb zo gevochten tegen mijn eigen verlangens. Elke keer als John toegaf en zichzelf groter maakte, probeerde ik sterk te blijven en nu krijgt hij bezoek van Jezus. Hij wel en ik niet… Ik zou willen dat Jezus ook nu naar mij op deze heuvel komt, maar Hij komt niet. Ik ben hier alleen. Misschien zit hij wel bij John op de rotsen, maar niet bij mij. Mijn boosheid groeit weer in mij. Het is niet eerlijk!
Er komt geen wonder voor mij. Geen engel op bezoek, geen woorden uit de hemel. Ik zit hier helemaal alleen op de berg. Ik moet hier zelf doorheen. Ik moet perspectief vinden. Voor het eerst in mijn leven begrijp ik hoe Kaïn zijn broer Abel kon doden, toen hij zich afgewezen voelde door God. Ik voel me door God afgewezen. Hoewel mijn emoties door mij heen razen en ik niets liever wil dan de berg afstormen om vanuit mijn boosheid en jaloezie John in elkaar te rammen, moet ik dit samen met God oplossen.
Ik moet terugkomen bij de genade die ik elke dag weer krijg. John heeft zich misschien verhoogd voor de mensen om zich heen. Ik heb me verhoogd ten opzichte van God. Ik ben me er al lange tijd niet meer van bewust geweest dat ook ik Gods genade en vergeving dag aan dag nodig heb. Ik heb me zoveel beter en heiliger dan John geacht. John is vergeven door God, maar ik heb die vergeving net zo hard nodig. Ook ik moet terugkomen bij het punt dat er voor mij ook alleen maar genade en vergeving is; bij het feit dat Jezus net zozeer hier bij mij op de heuvel is, als bij John op de rotsen. Er breekt iets in mij. Ik voel mijn woede wegzakken in een verlangen om heel dicht bij Jezus te zijn, om opnieuw zijn genade te beleven.
Ik voel een diepe vrede in mij komen en ben me ineens bewust van Gods liefdevolle aanwezigheid. Dit is een heilige plek. Deze eilanden aan de westkust van Schotland vlakbij Iona zijn inderdaad doorwaadbare plaatsen, plekken waar hemel en aarde elkaar raken. Ik heb weer oog voor het prachtige uitzicht. Links van mij zie ik de Outer Hebrides eilanden Barra en Uist. Recht voor me liggen de besneeuwde bergtoppen van Skye en aan mijn rechterhand zie ik de woeste bergtoppen van het eiland Rhum. Voor de rest is er alleen maar zee en lucht. Ik geniet…
Als ik terug ben bij de tent, is John al bezig met het koken van water voor ons avondeten. We begroeten elkaar voorzichtig. “Het is vanavond oplosboerenkool met rendierspekjes. Doet je watertanden, hè?” Ik geef hem een glimlach. John gaat door: “Als ik niet beter zou weten, zou ik denken dat jij vandaag ook heel wat heb afgehuild.” Mijn ogen zijn waarschijnlijk net zo rood als die van hem. Ik geef hem een vriendschappelijke stomp. “Ik heb een goed idee. Laten we voor het toetje naar de haven lopen. Daar zit het enige winkeltje van het eiland. Het is tegelijkertijd ook een kleine tearoom, waar ze de heerlijkste cakes verkopen. Na zo’n dag kunnen we dat allebei goed gebruiken.” John knikt instemmend. “Na deze boerenkool lijkt elk toetje me heerlijk. Kunnen we de boerenkool niet overslaan en meteen voor het toetje gaan?”
Zo komt het dat we vijf minuten later op weg zijn naar een echte warme kop thee en het grootste stuk taart dat we in tijden hebben gezien.
- wordt donderdag vervolgd -
'De Gezalfde’ is een spannend feuilleton in dagboekstijl, geschreven door Matthijs Vlaardingerbroek. Elke maandag en donderdag staat een nieuwe aflevering online. Deze serie is volledig fictief. Hoewel gebeurtenissen zoals beschreven in ‘De Gezalfde’ herkenning zullen oproepen bij mensen die bekend zijn met de mores in bepaalde evangelische en charismatische gemeenten en organisaties in Nederland, berust elke gelijkenis met bestaande personen, gemeenten en situaties op louter toeval. Ook is het niet zijn opzet om met deze serie evangelische en charismatische christenen of kerken op de hak te nemen, maar veel meer dieperliggende dynamieken bloot te leggen.
Praatmee