GĂȘnante psalmen zingen

Er zijn zo van die psalmen waar je liever niet mee gezien wordt. Want die klinken niet aardig, troosten de ziel niet. Je hoort de reactie van je moeder al wanneer je zoân psalm zingt. âZo heb ik je niet opgevoed!â Zoân psalm is Psalm 58.
In de berijmde versie van 1973 is er al wat venijn uit gehaald. In de Nieuwe Bijbelvertaling klinkt Psalm 58 als een klok. De dichter walgt van machtige mensen van wie hij betwijfelt of ze anderen eerlijk beoordelen en werkelijk recht spreken. Hij gaat over zijn nek van geboren leugenaars en mensen die vrij spel geven aan geweld. Over hen roept hij God aan:
God, sla hun de tanden uit de mond,
verbrijzel de kaken van die leeuwen, HEER â
dat ze verdwijnen als water dat wegvloeit,
als pijlen die op de boog al breken,
als een slak die kruipend oplost in slijm,
als een misgeboorte die nooit de zon ziet,
als een doorntak die in storm verwaait,
nog voor hij de pot kan verhitten.
Zo, dat is eruit.
En zoân lied zingen we toch maar niet in de kerk, al is het honderd keer een lekkere meezinger. We vestigen in het algemeen niet de aandacht op zoân psalm; we moffelen hem een beetje weg.
Op een dag bezocht ik de voorstelling Cabaret voor beginners van Brigitte Kaandorp. Daar hoorde ik haar een lied zingen dat mij verdacht veel deed denken aan die wegmoffelpsalmen. Een van de coupletten gaat als volgt:
O, ik zou je botten willen breken
Je schedel inslaan met een hard stuk hout
Ik zou brandende rotjes in je oren willen steken
Maar ja, dat doe je niet
Zo zijn we niet getrouwd
Goed beschouwd zitten er niet zo veel verschillen tussen de Psalm en dit couplet. In beide gevallen heeft de schrijver het helemaal gehad met de ander. Brigitte Kaandorp zegt dat ze dit lied speciaal heeft geschreven voor mensen die waanzinnig kwaad zijn op iemand die smerige trucjes heeft uitgehaald. Ze vult dat niet in, want het lied is bedoeld âvoor algemeen gebruikâ. Ergens, geeft ze aan, moet je iets kunnen doen met je kwaadheid, je diepe woede en haat, zonder dat je jezelf verliest als je die ander ziet. En dan is het heerlijk om in een lied al je kwaadheid en woede van je af te zingen, zonder iemand letterlijk aan te vliegen.
Dat is nu net de functie van die gĂȘnante psalmen. Ze zijn voor algemeen gebruik, bedoeld om al je woede weg te zingen, al je behoefte aan wraak bij God neer te leggen, zonder jezelf letterlijk te buiten te gaan. Ken je niet het verlangen iemand te laten verdwijnen âals een slak die kruipend oplost in slijmâ? Dan ben je een gezegend mens. Draag je die wens mee achter een ik-kan-heel-goed-vergevenfaçade, weet dan dat er psalmen voor je zijn geschreven.
Nu nog even nadenken of ik ze durf te laten zingen in een kerkdienst âŠ
Paulien Vervoorn schreef dit artikel met dank aan Brigitte Kaandorp en ds. Ina Veldhuizen. Veldhuizen publiceerde het artikel eerder in het kerkblad van haar gemeente. Ina stuurde het me toe naar aanleiding van de vorige blog Een wonderlijke wraakpsalm waarin het gaat over preken over ongemakkelijke teksten.
Praatmee