Volgens zijn advocaat, Kashif Nemat, kon de aanklager geen bewijs leveren. "De rechter zag grote tegenstrijdigheden in de verklaringen van de aanklager en de getuigen", aldus Nemat. De rechter constateerde bovendien dat de aangifte meer dan vijf uur na het vermeende incident werd gedaan, terwijl het politiebureau slechts acht kilometer verderop lag. "Dat toont aan dat de klacht uit kwade bedoelingen is ingediend."

Masih, lid van de Associate Reformed Presbyterian Church in Sahiwal, werd op 26 januari opgepakt na een klacht van een moslimdorpsbewoner, Muhammad Bilal Khan. De twee families hadden banden via Masihs jongere broer, wat mogelijk de aanleiding vormde voor de valse aanklacht. "De aanklager wilde hun vriendschap breken en gebruikte de blasfemiewet om Masih erin te luizen", aldus zijn advocaat.

De zaak werd behandeld door een anti-terreurrechtbank, hoewel deze normaal niet bevoegd is voor blasfemiezaken. Nemat: "De politie voegt steeds vaker terrorismewetgeving toe aan blasfemiezaken. Dat is onrechtvaardig en vergroot het gevaar voor onschuldige mensen."

Ondanks zijn vrijspraak kan Masih niet terug naar zijn dorp vanwege bedreigingen. Tijdens zijn tijd in de gevangenis kickte hij af van drugs en wilde hij zijn leven opnieuw opbouwen, vertelde zijn advocaat.

Internationale mensenrechtenorganisatie ADF International, die Masih juridisch en financieel ondersteunde, verwelkomde de vrijspraak. Tehmina Arora, directeur van de organisatie in Azië: "We zijn dankbaar dat gerechtigheid is geschied en dat deze christen herenigd is met zijn familie. Maar de Pakistaanse regering moet het misbruik van blasfemiewetten in combinatie met terreurbeschuldigingen aanpakken."

Zij waarschuwde ook voor het gebrek aan aandacht voor geestelijke gezondheid in dit soort zaken. "Mensen met psychische problemen worden vaak onterecht beschuldigd van blasfemie. Hun mentale toestand wordt niet meegewogen door de rechter, terwijl de intentie bewezen moet worden voor een veroordeling."

Pakistan kent strenge blasfemiewetten, waarbij belediging van de profeet Mohammed kan leiden tot de doodstraf - hoewel die tot op heden nooit is voltrokken. Toch worden regelmatig verdachten gelyncht door woedende menigtes.

Volgens het Center for Social Justice werden er in 2024 maar liefst 344 nieuwe blasfemiezaken geregistreerd, waarvan 6 procent christenen betrof. Sinds 1987 zijn meer dan 2.700 mensen beschuldigd van blasfemie. Minstens 104 mensen zijn sindsdien vermoord zonder rechtszaak.