Het ongelijk van Jobs vriend: je hoeft je mond niet te houden
‘Ik ben niet van gisteren.’ Ik kom het niet meer zo vaak tegen dat mensen dat zeggen. Het gebeurde wel eens in een gesprek waarvan de een vond dat wat hij gehoord had echt wel goed begrepen had.
‘Ik ben niet van gisteren.’
‘Ik ben niet achterlijk!’
Er was ooit een man die juist benadrukte dat hij wel van gisteren was. En niet alleen hij, zo vond hij, maar zijn vriend Job ook.
Bildad, zo heette de man, was met twee andere vrienden naar Job gekomen om hem te troosten. Job was kortgeleden door vele rampen getroffen. Hij had zijn gezin, huis en haard verloren.
Maar Job weigerde zich te laten troosten. Job klaagde God aan. Hij vervloekte de dag dat hij geboren was. Bildad was daar erg van geschrokken en vroeg Job niet zulke taal in zijn mond te nemen. Hij kon beter een voorbeeld nemen aan zijn voorouders. Die hadden in hun leven ook het nodige meegemaakt. Maar hadden aanvaard en geleerd dat een mensen die tegen hem gezondigd hebben te gronde zijn gegaan aan wat ze zelf misdeden.
Job, houd je mond. Wie zijn wij? We zijn hier vergeleken met hen nog maar pas hier op aarde: wij zijn van gisteren.
Ik kan Bildad eigenlijk geen ongelijk geven. Wat is een mens? Wat stellen we eigenlijk voor? Bildad geef ik ook gelijk om in het heden ook rekening te houden met wat gezegd is in het verleden. Het is goed om je te realiseren dat ook onze voorouders veel hebben meegemaakt.
Maar ik geef Bildad geen gelijk dat je daarom maar je mond moet houden. Hoe klein en nietig we ook zijn, vergeleken met God zijn wij nietig en klein, toch mag je en kan je tegen God alles zeggen. De eeuwige God hoort en ziet ons. Hij verstaat van verre onze gedachten, zegt de Psalm. Hij kent ook al onze vragen.
Je hoeft je mond niet te houden.
Wat wel wijs is te bedenken dat als Hij ons, naar ons gevoel geen passend antwoord lijkt te geven dat God de eeuwige is. Zijn gedachten zijn hoger dan onze gedachten en Zijn wegen niet altijd onze wegen.
Wij zijn schepsels.
God is de Schepper.
De dagen onzer jaren zijn zeventig jaren en als wij zeer sterk zijn tachtig jaren.
God is de God die is, en die was en die komt.
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer.
Praatmee