Michelle van Dusseldorp: "Ik heb geleerd mijn machteloosheid te omarmen"

Tijd. Dat is wat de bekende psycholoog Michelle van Dusseldorp nodig had toen ze vanuit Nieuw-Zeeland naar Nederland emigreerde. Tijd is ook de sleutel tot herstel voor mensen die iets traumatisch meemaken, zo ziet ze in haar eigen psychotherapeutische praktijk.
U werkt met mensen die zijn vastgelopen in het leven. Wat trekt u daar zo in aan?
“Ik ben een probleemoplosser. Ik hou van puzzels, ik lees alle handleidingen, ik ben de helpdesk thuis en als dingen niet werken, laat ik niet los tot het weer werkt. Zo kijk ik naar mensen die in de problemen zitten: waar gaat het mis in bijvoorbeeld de innerlijke wereld of wat aangeleerd is? Hoe kan het gefikst worden? Daarnaast heb ik veel bewogenheid voor mensen. Ik heb gezien dat mensen kunnen groeien en ontwikkelen en dingen oplossen. Ik heb niet de maakbare illusie dat alles kan, maar er kan wel een heleboel.
Problemen zoals een nare scheiding of ongewenste kinderloosheid los je niet op, maar je kan daar wel mee leren omgaan, waardoor het leven weer perspectief krijgt. Daarom is het werk van ZOA ook belangrijk. De hulpverleners zijn op plekken waar het lijden uitzichtloos lijkt, om – naast concrete hulp – ook een arm om mensen heen te slaan en naar ze te luisteren. En ze gaan niet meteen weer weg, maar blijven trouw, waardoor mensen de tijd krijgen om te herstellen.”
Heeft u zelf ook wel eens iets meegemaakt dat uitzichtloos leek?
“Ik kom uit een disfunctioneel gezin en op mijn 21e werd ik zwaar depressief. Ik ging in behandeling bij een christelijke psychotherapeut in Nieuw-Zeeland. Daar heb ik veel aan gehad. Door die ervaring weet ik dat er meer kan als je het anders aanpakt. Vandaaruit komt mijn drijfveer om therapeuten op te leiden om problemen meer holistisch aan te pakken (kijkend naar de hele persoon, red.). Later, toen ik vanuit Nieuw-Zeeland naar Nederland kwam, was ik een jaar heel somber. Het lukte me eerst niet om hier te aarden. Als onbekende mensen mij op een terras ‘eet smakelijk’ wensten, vond ik dat grensoverschrijdend. ‘Bemoei je met je eigen zaken’, dacht ik dan. Ook al was de migratie vrijwillig, het kostte mij tijd om die te verwerken.”
Mensen in oorlogsgebieden hebben vaak geen keus. Ze worden tegen hun wil opgejaagd, raken alles kwijt en zijn nergens veilig. Is dat anders om te verwerken?
“De verhalen in het nieuws uit Sudan, Gaza of andere crises breken mijn hart. Wat een leed is er op deze wereld! Toch zijn er ook mensen die verschrikkelijke dingen meemaken, en daar goed mee om kunnen gaan. Het maakt enorm veel uit of je psychisch weerbaar bent en hoe je in het leven staat. Dat verandert gedurende een mensenleven: bepaalde gebeurtenissen kun je op je 42ste wel een plek geven, maar niet als je hetzelfde meemaakt als je twee jaar oud bent.
Het is daarom belangrijk dat mensen hun verhaal kwijt kunnen, en dat er tijd is om écht naar ze te luisteren – zeker voor mensen die de verschrikkelijkste dingen
hebben meegemaakt in oorlogsgebieden.”
Heeft u ook wel eens mensen tegenover u, die met oorlogsleed te maken hebben?
“We hebben een jaar lang een Oekraïens stel uit Marioepol bij ons in huis gehad. Tijdens de gevechten in die stad is de moeder van de vrouw overleden; ze heeft haar niet meer gezien en geen afscheid kunnen nemen. Haar ouderlijk huis is verwoest en de grond is weggegeven aan Russische inwoners. In de afgelopen jaren hebben ze hun verhaal uitgebreid aan mij en mijn man verteld. Ik heb dus oorlogsleed van dichtbij gezien; niet als therapeut maar als huisgenoot.
In de afgelopen jaren zag ik als therapeut wel cliënten die verkracht zijn of andere trauma’s hebben opgelopen. Die verhalen komen binnen. Dat is ook de reden dat we therapeuten leren om strikte grenzen te stellen. We gaan niet eindeloos in gesprek, maar houden het bij een gesprek van een uur, een of twee keer per week. Dat is nodig om te voorkomen dat hulpverleners last krijgen van compassion fatigue: dat je mededogen, empathie en vermogen om al die verhalen te verwerken, wordt overvraagd. Door die kaders kan ik als hulpverlener blijven functioneren en anderen verder helpen.”
En dit kost veel tijd?
Emoties moet je verteren. Als je bijvoorbeeld angst, woede of walging hebt ervaren door een heftige gebeurtenis, dan duurt het even voordat lichaam en geest dat een plek hebben kunnen geven. Toen het Oekraïense echtpaar bij ons kwam, stonden ze stijf van de stress en adrenaline. Ze konden eerst niet praten. Bij elk hard geluid zaten ze tegen het plafond. Het duurde weken voordat ze konden slapen. Dankzij veiligheid en routine kwamen ze een beetje tot rust. Pas daarna kwamen de verhalen en begon het verwerken.
Verwerken is: dat wat je is overkomen, betekenis geven en integreren in je autobiografische verhaal. Dat is ook een rouwproces, omdat je afscheid moet nemen van de persoon die je was of wilde zijn. Dat kost heel veel tijd, maar het is ongelofelijk belangrijk. Want als je een traumatische gebeurtenis niet goed
verwerkt, ben je veel verder van huis en ontwikkel je bijvoorbeeld een Posttraumatische Stressstoornis (PTSS).”
Hoe gaat u er mee om als het u niet lukt om iemand te ‘fiksen’?
“Soms zie je nauwelijks of geen vooruitgang. Als psycholoog en therapeut leer je daarmee om te gaan, anders kom je in een ongezond redderscomplex. Ik denk dat hulpverleners van ZOA dat herkennen: je machteloos voelen omdat het lijden veel groter is dan jij kan oplossen. Er wordt op jou een groot appèl gedaan vanuit medemenselijkheid en je geloofsmissie, maar soms kan je gewoon niks of veel te weinig doen. Dat moeten erkennen is iedere keer een pijnlijk verlies voor hulpverleners. Maar je moet je niet te snel laten ontmoedigen.
Het geloof is hierin een grote steun voor mij, het doortrekt alles wat ik ben en doe. God werkt in alles en ik beweeg een beetje met Hem mee. Ik heb geleerd om mijn machteloosheid en beperktheid te omarmen. Ik kan niet ieders nood oplossen. God moet de rest doen. Hij is de Oneindige, niet ik.”
Ben jij benieuwd naar het werk van ZOA? Bekijk dan de website van deze stichting.
Praatmee