De gegraveerde munt werd gevonden in het natuurreservaat Mazuq Ha-he'teqim en wordt verondersteld terug te gaan tot het eerste jaar van de Bar Kokhba-opstand (132 jaar na Christus), toen het Joodse volk in opstand kwam tegen het Romeinse Rijk. Volgens Israel Antiquities Authority (IAA) werden er nog drie andere munten gevonden die een inscriptie bevatte met de naam Simeon. Deze munten zouden eveneens te herleiden zijn tot de opstand. 

De daadwerkelijke identiteit van Eleazar is een mysterie. Sommigen speculeren dat het om Rabbi Eleazar Hamod‘ai zou gaan. Dit is een rabbijn die tijdens de Bar Kokhba een prominente rol vertolkte. "Rabbi Eleazar Hamod‘ai lijkt een belangrijke religieuze rol te hebben gespeeld tijdens de Bar Kokhba-opstand en woonde in de stad Beitar. Dit was het ‘hoofdkwartier’ waar de opstand gepland werd. De Talmoed vermeldt dat hij stierf in Beitar, waarschijnlijk tijdens de opstand," zei de IAA.

Eitan Klein, adjunct-hoofd van de anti-diefstal afdeling van de IAA, vertelde de Israëlische krant Haaretz dat de munt vorige maand werd gevonden, ongeveer twintig jaar nadat de grot was opgegraven.

"De grot bevindt zich in Matzok Hahe'etekim, een lange klif aan de westkant van de Dode Zee. Destijds hebben archeologen verschillende items in die grot ontdekt," zei Klein. "Bijvoorbeeld een Romeinse speer, die de Joodse rebellen vermoedelijk hadden gestolen of op andere wijze hadden verkregen van een Romeinse soldaat en in de grot hadden verstopt voor toekomstig gebruik. Een kans die nooit kwam."