Nooit zal ik de dag vergeten dat ze mijn vader meenamen

Toen ik uit school kwam en de poort naar onze tuin opende, hoorde ik geschreeuw en zag ik mannen met schoppen in de tuin graven. Binnen waren nog meer mannen. Ze schreeuwden tegen mijn vader, die ineengedoken in een hoek zat. āAppa, papa!ā, riep ik. Ik vloog op hem af en sloeg mijn armen om zijn nek.
Mijn naam is Ji-ho*. Nooit zal ik de dag vergeten dat ze mijn vader meenamen.
Politieagenten doorzochten ons huis van boven tot onder. Ze haalden alles overhoop. Door de vragen en beschuldigingen die ze naar mijn vader riepen, werd duidelijk waar ze naar op zoek waren. Ze wilden weten of hij een radio had. En ze wilden weten over zijn geheime boek.
De radio vonden ze niet. Die lag veilig verstopt achter de portretten van de Geliefde Leiders aan onze muur. Mijn vader had het altijd wel grappig gevonden dat de radio, zijn illegale verbinding met de buitenwereld, achter de beeltenis van Kim Jong-il was verstopt. Hij wist dat de agenten de portretten waarschijnlijk niet aan zouden durven raken.
Maar het boek vonden ze wel. Het lag, verpakt in plastic, in onze tuin begraven. Een van de agenten stapte triomfantelijk met het boek in zijn hand het huis binnen. Hij schopte onze kleine tafel omver, zodat de borden door de lucht vlogen, en smeet het boek voor mijn vaders voeten neer.
Mijn vader en ik huilden allebei. Op dat moment wisten we dat we elkaar nooit meer zouden zien.
De agenten duwden mijn vader naar buiten. Zachtjes huilend liep ik achter hen aan, tot ze de poort dichtgooiden en mij alleen achterlieten. Ik heb mijn vader nooit meer gezien.
Geheime lessen
Ik heb altijd geweten dat de radio gevaarlijk was, omdat het in Noord-Korea streng verboden is om naar buitenlandse uitzendingen te luisteren. Maar mijn vader was bereid het risico te nemen. Hij hoopte via de radio te weten te komen of er ergens voedsel was. Hij dacht dat China misschien wat te bieden had en dat hij stiekem de grens over kon steken.
Maar wat was er zo erg aan het geheime boek van mijn vader? Hij had me er vaak verhalen uit voorgelezen. āEen wijze man zat op een berg en begon te onderwijzenā, vertelde hij op een avond. āHij zei: āAls zout zijn smaak verliest, waar is het dan goed voor?ā Mensen zijn als zout, Ji-ho. Als we onze vriendelijkheid voor anderen verliezen, verliezen we onze menselijkheid. Zorg dat je altijd je zoute smaak behoudt, Ji-ho!ā
Ik wist niet wat dat verhaal of zijn woorden betekenden, maar ze bleven me bij. Waarom zou een les over vriendelijkheid zo gevaarlijk zijn in Noord-Korea?
Een schok van herkenning
Naarmate ik ouder werd, schuurde de pijn over het verlies van mijn vader steeds minder. Het ging nooit weg, maar ik had andere zorgen ā zoals eten vinden en overleven. Ik begon naar de radio te luisteren voor nieuws over de buitenwereld, net als mijn vader. Ik plantte ook een paar groenten in onze tuin. Eigenlijk mocht dat niet, maar op mijn werk had ik al maanden geen normale voedselrantsoenen meer gekregen.
Op een avond stemde ik de radio af op een zender die ik nog niet eerder had gehoord. āJullie zijn het zout der aardeā, klonk het ineens in het Koreaans. āAls zout zijn smaak verliest, waar is het dan goed voor? Dit zijn de woorden van Jezus en ze herinneren ons eraan dat we nooit onze zoute smaak mogen verliezen: onze liefde voor anderen.ā
Ik liet bijna mijn thee vallen toen ik de woorden herkende. Wat betekende dit? En wie was Jezus? Was Hij de wijze leraar over wie mijn vader me had verteld?
De God van mijn vader
Vanaf dat moment luisterde ik waneer het maar kon stiekem naar die zender. Ik leerde andere dingen van en over Jezus: āDe mens leeft niet van brood alleenā, āHet loon van de zonde is de dood, maar de genade die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus.ā En het meest verbazingwekkende van alles: āWant God had de wereld zo lief, dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.ā
De mensen op de radio zeiden dat ze christenen waren. Op school had ik geleerd dat christenen westerse zendelingen zijn die kinderen ontvoeren en mensen doden. Maar dat beeld bleek totaal niet te kloppen. Deze mensen hadden het over liefde, vergeving en elkaar dienen.
Terwijl ik luisterde, raakte ik steeds meer overtuigd dat Jezus de wijze leraar was over wie mijn vader me had verteld. Jezus wilde mijn Heer en Redder zijn ā en ik wilde Hem volgen. Ik dacht aan wat Jezus had gezegd over āzout zijnā. Ik had nog steeds honger, maar ik begon mijn eten te delen met mijn buren. Ik hoopte zo iets van Jezusā liefde te laten zien.
Ik ben christen geworden. Ik hoop dat ik ooit een andere volgeling van Jezus kan ontmoeten. Het zou geweldig zijn om mijn hoop en geloof met iemand anders te kunnen delen, al is dat levensgevaarlijk. Want onze leiders willen niet dat we iemand of iets anders dan hen aanbidden.
En dat is de echte reden dat mijn vader werd opgepakt ā ze zagen dat hij een Heer heeft die veel groter is dan de leiders van ons land.
*Om de identiteit van Ji-ho te beschermen zijn sommige details in dit verhaal veranderd.
Praatmee