Cora legt uit waarom reformatorisch onderwijs zo belangrijk is: "Elke dag beginnen met Gods Woord"

Al meer dan dertig jaar is Cora van den Hul juffrouw op de Willem Teellinckschool in Rhenen. Maar tot op de dag van vandaag heeft ze het nog steeds uitstekend naar haar zin. Cvandaag sprak met Van den Hul over haar werk als juf en het belang van reformatorisch onderwijs: “Toen ik de overstap maakte naar het reformatorisch onderwijs voelde dat voor mij als een verademing.”
Wie aan de kleine Cora vroeg wat ze wilde worden, kon steevast hetzelfde antwoord verwachten: juf! Al vanaf de basisschool wilde ze namelijk juffrouw worden. Na haar Havodiploma was ‘De Driestar’ in Gouda dan ook een logische vervolgstop en zo kwam ze in het onderwijs terecht. “Het werken met kinderen heeft me altijd enorm getrokken”, vertelt ze daar zelf over. “Ze zijn heerlijk spontaan en meestal heel eerlijk in hun reacties. Ze willen graag iets leren en zijn vaak creatief. Elk kind is uniek, elke groep kinderen is dat ook. Dus het werk als juffrouw is nooit saai. Daarnaast is het voor mij een uitdaging om te proberen dat elk kind met zoveel mogelijk plezier naar school gaat.”
Sinds 1993 werkt Cora bij de reformatorische Willem Teellinckschool in Rhenen. Maar daarvoor was dat niet het geval: “Ik kom zelf uit de reformatorische gezindte, maar heb aanvankelijk gewerkt op een School met de Bijbel en daarna op een protestants-christelijke school. Daar was wat (niet)kerkelijke achtergrond betreft een grote diversiteit aan leerlingen. Ik had voor de kinderen een duidelijke doelstelling: hen bekend maken met de boodschap van de Bijbel, vooral door aan hen de Bijbelverhalen te vertellen. Langzaam maar zeker vervreemdde ik steeds meer van mijn collega’s en de lijn die het bestuur van de school hanteerde. Ik voelde me steeds minder thuis in deze schoolomgeving omdat men mijn net benoemde intenties niet meer begreep. Toen heb ik de overstap gemaakt naar het reformatorisch onderwijs. Dat voelde eerlijk gezegd als een verademing.”
En dat reformatorisch onderwijs is volgens de leerkracht van groot belang: “Het klinkt misschien cliché, maar net zoals je iedere dag brood nodig hebt, mogen wij als leerkrachten ook elke dag beginnen met het vertellen van Gods Woord aan de kinderen. Dat vind ik het mooiste aan dit werk. Tegelijkertijd is het ook het moeilijkst omdat ik dat op een evenwichtige en Bijbelse manier wil doen. Kinderen komen vaak met hele diepzinnige vragen waarvan ik soms eerlijk moet zeggen dat ik het antwoord niet weet. Toch zijn dat soort gesprekken de pareltjes van de dag. Ik hoop dat ik, in de veilige setting van de groep, op deze manier een miniem schakeltje mag zijn in het overbrengen van de Bijbelse boodschap die klein en groot moeten horen.”
“Als het goed is krijgen de kinderen in het reformatorisch onderwijs dezelfde waarden en normen mee als die ze van thuis uit gewend zijn”, vertelt Cora even later als ik haar vraag waarin het reformatorisch onderwijs zich onderscheidt. “Want het onderwijs op onze reformatorische school houdt natuurlijk niet op bij de Bijbelverhalen, maar doortrekt zoveel mogelijk het hele lesgeven. Je zou het ook begeleide confrontatie kunnen noemen. Want uiteindelijk wil je de kinderen voorbereiden op deelname aan de maatschappij die heel anders in elkaar zit. Een mooi voorbeeld hiervan is het door de inspectie verplichte vak ‘Burgerschap’. Daar kun je op de reformatorische school veel Bijbelse waarden en normen invlechten.”
Mooie en bijzondere anekdotes over de tientallen jaren waarin ze lesgeeft, heeft de onderwijzers genoeg. “Ik zou een boek kunnen schrijven over alle prachtige uitspraken die kinderen doen. Toen ik bij een taalles eens het woord ‘volwassene’ uitlegde aan groep 4 zei ik onder meer dat je dan niet meer groeit. Een leerling antwoordde met pretoogjes: ‘Jawel hoor juf, u groeit achteruit’, waarmee ze bedoelde dat ik krimp. Of wat te denken van de jongen uit groep 3 die er duidelijk met zijn gedachten niet bij was tijdens het Bijbelverhaal over Paulus bij Aquila en Priscilla. Ik probeerde duidelijk te maken dat zij van beroep tentenmakers waren. ‘Net zoals jouw vader geld moet verdienen als boer of als vrachtwagenchauffeur’, vulde ik aan. Ik zag dat de bewuste jongen niet aan het opletten was en vroeg hem of hij kon vertellen wat Paulus voor werk deed. ‘Uh.. Vrachtwagenchauffeur’, antwoordde hij!”
“Het is en blijft een boeiend beroep”, besluit Cora. “Als ik nu opnieuw zou moeten kiezen, koos ik er weer voor om juf te worden. Het verveelt nooit!”
Praatmee