Het appel tot geloof en bekering is eigenlijk heel eenvoudig

In christelijke kringen leven kernvragen van het hele menselijke bestaan; Wat zijn de beloften van God en hoe krijg je deel aan de beloften van God?
De belofte van het Evangelie is een goede en blijde boodschap. Hierin handelt God Zijn Heil in de Heere Jezus Christus. In God de Zoon, de Heere Jezus Christus is de belofte van het Evangelie en de beloften van het Genadeverbond vervult. Zo komt de Belofte van het Evangelie aan alle volken, zonder onderscheid, door middel van de prediking.
Het Woord van God is een boodschap van beloften. De gehele grondstructuur van de Evangelieboodschap is altijd zonde en genade, wet en evangelie, oordeel en vrijspraak. Zonder wet en evangelie betekent de belofte niets. De belofte is de Heilsboodschap. De noodzaak van persoonlijke verzoening met God komt door middel van de prediking tot een ieder van ons; een appèl tot geloof en bekering. Alleen de beloften van God krijgen betekenis voor ons met de donkere achtergrond, onze verlorenheid en schuld.
Kennis van je eigen ellende leer je niet kennen door een aparte of mystieke gevoelservaring. Kennis van je ellenden en zonden leer je alleen kennen aan de voeten van de Heere Jezus, aan het Kruis. En, wie aan de voet van het Kruis komt: daar is een gewillige Zaligmaker, Die je alles wilt leren.
Een van harte welkom bij de Beloofde Christus, de Grote Profeet. Christus gaat je alles leren, het heerlijke Evangelie als middel, om plaats te maken voor de belofte, voor Christus Zelf, en daarna wordt de wet een leefregel vanuit je dankbaarheid, een kompas voor je leven.
God handelt met de mens, door middel van het Woord en door middel van het geloof in dit Belofte-Woord (Maarten Luther). We mogen God op Zijn Eigen Woord aanspreken, en zeggen tegen God: Heere, hier heeft U het Zelf geschreven. We mogen Gods Woord naspreken. Met alles wat we missen, zijn we volledig aangewezen op Christus.
In Christus – als Middelaar – worden zondaren verenigd met God en worden verenigd met Zijn beloften (Johannes Calvijn). In Christus zijn alle beloften ja en amen. Christus is het Onderpand, het Fundament van de beloften. Christus heeft het heil verworven. Christus heeft het heil verdiend. Daardoor wordt het ons toegezegd.
Die toezegging van de beloften is gegeven in de Doop. De doop is Gods handtekening met de beloften. Toezegging geeft daarom toe-eigening. In de doop onderstreept God: Ik wil jouw Vader zijn. Het komen – toevlucht nemen – tot Christus, is leven met Christus en navolgen van Christus.
Het doopformulier: ‘…Want als wij gedoopt worden in de Naam van de Vader, zo betuigt en verzegelt ons God de Vader, dat Hij met ons een eeuwig verbond der genade opricht, ons tot Zijn kinderen en erfgenamen aanneemt.’
De belofte is ook; wie als zondaar tot Christus vlucht en Hem aanneemt, zal Christus jou tot Zijn kind aannemen. Christus wil Onze Vader zijn, maar dat kan Christus ook, vanuit Zijn Wezen, krachtens Zijn belofte, alleen vanwege Zijn zondaarsliefde en barmhartigheid.
Het heil is in Christus gegeven (Erskine). De beloften zijn als ‘haken en snoer’ om mensen te vangen. Iedereen moet gevangen worden door het Evangelie. De Gever (Christus) van de beloften is zeer gewillig en betrouwbaar.
Het aanbod van genade in de prediking is hetzelfde als de prediking van de beloften, de beloften van het evangelie, en de beloften van het genadeverbond. Aanbod, evangelie, prediking, beloften, genadeverbond zijn synoniemen en woorden die elkaar raken in de Cirkel van de Gekruisigde Christus, rond het Woord.
De genade van God komt tot allen die onder het Woord verkeren. Allen worden genodigd tot de Bruiloft van het Lam, dat waardig is te ontvangen. Kom,t allen die vermoeid en belast zijn. Christus zal u rust geven.
De prediking van verzoening is met bevel van geloof en bekering. Christus biedt Zich aan als Zaligmaker voor de gehele mensheid. De belofte van het Evangelie is onvoorwaardelijk. Niemand van ons kan zichzelf geschikt maken om voorbereid te zijn, om Gods beloften aan te nemen.
Iedere hoorder, die zijn zonden aanbiedt (belijdt) aan Christus, die zal in Christus alles ontvangen, wat hij nodig heeft. Een zondaar is welkom bij Christus.
Wie met niets tot Christus komt, zal Christus dan Alles in Hem geven. Komen als een dorstige zondaar, kopen zonder geld, en eten van het Brood van het leven, Jezus Christus.
Wie Christus deelachtig wordt, werkt Christus de ware vrijheid door Zijn Geest. Wat Christus ons toezegt is dit: Christus zorgt voor wat Hij belooft. En wanneer Christus door ons wordt gelooft, dan stuurt de Heilige Geest aan op de verheerlijking van Christus in ons leven.
Het Woord van God is het voertuig waarop God tot ons komt als instrument waardoor Hij werkt (Maarten Luther).
Geloofskennis is daarom een inzicht in de heilswil van God, wat God in Christus aan mij geeft. Geloven is niets anders dan vertrouwen en je verlaten op de Heere en Zijn beloftewoord.
Alleen in Christus is de geloofszekerheid gegarandeerd. In Christus’ offer ligt het fundament. Dat fundament ligt buiten ons. Het geloof is niet de zekerheid van het gevoel. Niet in jouw gevoel ligt de zekerheid, maar het geloof richt zich op Christus alleen. Zo moeten we niet alleen uit de beloften leven, maar met onze aanvechtingen altijd weer naar de Belover gaan, met vrijmoedige lege schuldige hand. De hand van Christus is een aanreikend rijk Woord van de Belofte.
De Belover wil niets liever dat wij in Christus geloven. Het is Christus die ons als erfgenamen wil aannemen. Het is eigenlijk heel eenvoudig: Wat mensen beloven, wordt misschien nooit waargemaakt. God is waarachtig en betrouwbaar. Wat Gods ons belooft, doet Hij volmaakt. We mogen met de Belover leven. Christus is het, Die ons Zijn vriendschap biedt. Wat God uit genade schenkt, worden wij om niet deelachtig.
Hendrik Jan van der Heiden is pianist en blogger. Klik hier om zijn website te bezoeken.
Praatmee