Vertalen in een gesloten land: "Je visum kan elk jaar worden ingetrokken"

”Je weet nooit of je nog een jaar langer in het land kan blijven, je houdt de contacten met je buren af en probeert je sporen op internet zo mogelijk te wissen.” Peter en Marlies* werken voor Wycliffe Bijbelvertalers in Azië, in een zogenoemd ‘gesloten land’. “Als iedereen naar een plek ging waar evangelieverspreiding makkelijk was, kon je net zo goed thuisblijven.”
Het werk van Peter en Marlies vraagt offers, zoveel is duidelijk: een visum is altijd lastig, met lokale vriendschappen moet je voorzichtig zijn en soms moet je dingen verzwijgen. Toch is het echtpaar duidelijk: “Waar de nood is, daar ga je heen. De landen waar het werk erg nodig is, zijn vaak ook de landen waar je het minst makkelijk inkomt.” En: “In ons land kunnen we nog wel gewoon naar de kerk. Het is geen extreem gesloten land. Alhoewel sommigen in dit land dat niet kunnen.”
“Natuurlijk beseffen we dat we wat opgeven. We voelen ons pelgrims. Er zijn collega’s van wie het visum ingetrokken wordt, zij komen op de zwarte lijst en kunnen het land niet meer in. Zeker als je een gezin hebt, heb je die stress elk jaar weer. Maar het geeft ook een afhankelijkheid van God. Hij zorgt ervoor dat je je manier van leven erop aanpast. Je moet je tentpinnen niet te diep in de grond slaan.”
Kerkgroei
Peter en Marlies zijn allebei door Wycliffe Bijbelvertalers ‘uitgeleend’ aan SIL, een christelijke organisatie die zich bezighoudt met onderzoek naar onbekende talen, vaak in combinatie met missionaire activiteiten. Peter overziet het werk van de stichting in Azië: “Mijn werk is om een brug te slaan tussen elk land en het grotere ‘plaatje’, wereldwijd. Marlies werkt met een team van consulenten, om Bijbelverhalen mondeling door te kunnen vertellen. “Elke staat in het land waar wij werken heeft een eigen staatstaal. Het team geeft workshops aan mensen die andere talen spreken, talen waarin er vaak geen Bijbel beschikbaar is.”
Werken in Azië voor Wycliffe Bijbelvertalers
Al jaren ziet Wycliffe Bijbelvertalers dat er in veel landen in Azië een groeiende kerk is, zegt Peter. “Daarom proberen we in veel meer landen ‘capaciteit op te bouwen’, wat betekent dat je mensen toerust om in het veld het Evangelie door te kunnen geven. Samen met andere organisaties, overigens”, haast hij zich te zeggen.
Lokale rechtbank
Dat toerusten in een land waar het Evangelie delen niet voor zich spreekt, is een deel van het werk van Marlies. “Al tien tot vijftien jaar ben ik aan het werk met consulenten, die ik leer andere mensen weer te begeleiden. Dat doen we door middel van workshops. In deze landen zijn mensen veelal oral learners, door verhalen te horen en door te vertellen, leren ze. In een jaar leren mensen 25 verhalen doorvertellen, dat kost best veel tijd.”
“Deze Bijbelvertellers, die dus door de consulenten worden opgeleid, zijn vaak onderdeel van een gemeenschap waar het niet acceptabel is om christen te zijn”, zegt Marlies. “Dat is in behoorlijk wat gebieden zo. Als mensen daar tot geloof komen, kan het zo zijn dat ze voor de lokale rechtbank opgeroepen worden. Stoppen ze niet? Dan worden hun rechten ontnomen: ze mogen de waterpomp niet meer gebruiken, ze worden doodgezwegen of mogen niet meer in het dorp komen. Gelukkig zijn er ook verhalen van de mensen die heel erg tegen waren, christenen vervolgden, maar daarna tot geloof kwamen.”
Verhalen uit het Bijbelboek Handelingen sluiten in die context extra goed aan, zegt Marlies: “De teams gaan chronologisch door de Bijbel, beginnen bij de schepping en gaan in 25 verhalen door de Bijbel heen. Op een gegeven moment komen ze bij de geschiedenis van bijvoorbeeld Petrus en Johannes voor de rechtbank. Deze verhalen uit Handelingen sluiten heel nauw aan op de beleving van mensen.”
Halve waarheid
Terug naar het dagelijks leven in een gesloten land. Hoe ga je daar in de praktijk mee om? “We vertellen niet direct aan mensen wat we hier doen”, vertelt het echtpaar. “We zijn hier legaal, we staan ingeschreven als werknemers bij de seculiere tak van een organisatie die ook een christelijke tak heeft. Maar we kunnen geen details over ons werk vertellen aan niet-christenen.”
En wat als buren vragen wat je doet? Peter: “Dat is soms best een moeilijke vraag. We proberen altijd te vertellen wat we wél kunnen..” Het is ook een van de redenen dat ze ervoor kiezen niet al te nauwe contacten aan te knopen met niet-christelijke buren: “Als ze meer vragen, kan je op een gegeven moment geen goed antwoord meer geven. Dat is een consequentie van het werk, iets dat je opgeeft.”
In Nederland zijn ze ook voorzichtig met wat er over hen gezegd wordt op het internet: “In coronatijd was dat wel wat lastig, omdat alle diensten online waren”, lacht Peter. “Maar toen een gemeente ons vroeg iets te delen hebben we alleen het geluid ingesproken en sfeerbeelden getoond. Creatieve manieren bedenken, dat hoort bij het zendingswerk.”
*De namen Peter en Marlies zijn om veiligheidsredenen gefingeerd, hun echte namen zijn bij de redactie bekend