Uitdagingen voor de kerk in een tijd van krimpende kerkgang

Hoe kunnen we in een geseculariseerde tijd kerk zijn? Waar liggen dan de uitdagingen? En hoe zorg je ervoor dat je niet pessimistisch wordt van krimpende kerkgang, maar leert te waarderen wat er goed gaat? Aart Peters, voorzitter van de commissie Gemeenteopbouw van stichting HOE (Hulp Oost-Europa), ziet dat kerken in Nederland en Oost-Europa vaak met dezelfde uitdagingen te kampen hebben. āHet geloofsgesprek kan bijdragen aan het verdiepen van de relaties daar (Oost-Europa) en hier. Het leert beseffen dat de gemeente niet van ons is, maar van Christus en dat je samen mag bouwen aan het Koninkrijk van God.ā
Samen optrekken en ontdekken
āWe mogen geloven dat God met zowel gemeenten in Oost-Europa als in Nederland een plan heeft. Daarin kun je samen optrekken en samen zoekend de weg gaan, als christenen onderling.ā Peters schreef voor stichting HOE een beleidsdocument, waarin hij uitwerkt hoe het geloofsgesprek met medechristenen in Oost-Europa een plek kan krijgen in de partnerrelatie en daardoor een diepere, wederzijdse relatie kan ontstaan van geven en ontvangen. āSoms zien we de projecten van de stichting als āonzeā projecten. Maar het zijn hĆŗn projecten, waar ze zelf eigenaar van en verantwoordelijk voor zijn. We mogen samen ontdekken wat we van elkaar kunnen leren. Het geloofsgesprek leert ons om elkaar meer in de ogen en het hart te kijken.ā
Aart Peters, stichting HOE
Delen komt van twee kanten
Als christenen zijn we geroepen om onderling ons geloof te delen en uit te leven. āSoms wordt er vanuit het Westen wel gedacht: we moeten delen van onze overvloed. Met de meest goede bedoelingen, overigens. De Bijbel leert ons tenslotte āhet beste van de oogstā uit te delen. Delen heeft in de Bijbel echter ook te maken met wederkerigheid. Het is geven en ontvangen. Beseffen we wel voldoende wat we terugkrijgen aan dankbaarheid, vreugde, gebed en voorbede? Hoe waardevol is dat!ā Peters hoort regelmatig de reactie van mensen die terugkomen van bezoeken aan Oost-Europa: āZij komen vol terug, zijn geraakt door het geloof van velen in Oost-Europa. āWe hebben zoveel gezien en gehoord wat ons heeft verrijktā, zeggen ze dan. Hoe zij vol kunnen houden in moeilijke situaties, bijvoorbeeld.ā
Gemeente inschakelen
De gemeente is gemeente van Christus. Aan alle leden van de gemeente zijn gaven geschonken om in te zetten voor elkaar en de ander. āBij een training voor kerkelijk leiderschap kijken we met nadruk naar de rol die een gemeente zelf kan spelen. We bespreken op welke manier de gaven ontdekt kunnen worden en voor welke activiteiten deze ingezet kunnen worden.ā
āSoms doet de predikant alles in een gemeente in Oost-Europa: hij zorgt bijvoorbeeld dat de bloemen in de kerk staan, dat de deur op tijd opengaat voor de kerkgangers en hij doet daarnaast ook veel bezoekwerk. De presbyters (ouderlingen, red.) zorgen meer voor het onderhoud, de materiĆ«le kant: als er bijvoorbeeld een gat in de deur zit. Maar daardoor kan het zo zijn dat de predikant te veel zaken moet regelen en het niet meer ziet zitten. Ons advies is dan: kijk naar de gemeente, welke gaven en talenten zijn er? Maak gemeenteleden verantwoordelijk en vraag concreet: wat heb jij te geven met wat je van de Here God ontvangen hebt?ā
āDoe je dat, dan sta je soms versteld van de resultaten,ā zag Peters. āDan is het bijzonder hoe bijvoorbeeld een vrouwenvereniging zich inzet voor ouderen door bezoekwerk of een maaltijdproject. Als gemeenteleden van betekenis kunnen zijn, geeft dat ook hen een goed gevoel. Je ziet jezelf niet als minderwaardig, moffelt problemen niet weg, maar kijkt of er kansen liggen: wees ambitieus!ā
Missionaire samenwerking
āZowel in Oost-Europa als in Nederland zijn christenen geroepen om elkaar te dienen, maar ook te getuigen,ā merkt Peters op. Een missionaire kerk te zijn, al is het niet altijd makkelijk. āWe zijn gauw pessimistisch: āwe staan in de margeā, klinkt het dan, of ādit loopt niet goedā. Als je - bijvoorbeeld in RoemeniĆ« - niet oppast, kom je in een negatieve spiraal terecht. āJonge gezinnen trekken van het platteland naar de stad en de kerk loopt leegā, is de gedachte. Maar het is belangrijk om te waarderen wat er goed gaat. Waar de kerk sterk in is, waarin zij iets āeigensā en kwaliteit heeft.ā
Ook het samenwerken tussen gemeenten is een uitdaging in West- Ć©n Oost-Europa. āVaak staan op een steenworp afstand van elkaar kerken, waarvan de ene een meer diaconale en bestuurlijke en de andere een meer missionaire ervaring heeft. Maak gebruik van elkaars deskundigheid en kwaliteiten. Door meer samen te werken, kunnen we elkaar versterken en van betekenis zijn.ā
Geloofsgesprek
Peters gaf veel cursussen en trainingen pastoraat. Het geloofsgesprek speelt in het pastoraat een essentiĆ«le rol. āHet is meer dan luisteren en helpen. Het is samen op weg gaan, elkaar bevragen, bemoedigen en elkaar de vraag stellen: wat kunnen we met Gods Woord en Zijn leiding in onze eigen situatie? Kunnen we iets herkennen om nieuwe moed te krijgen?ā Soms schort het daar ook in Nederland wel aan, vindt hij. āKerkelijke gemeenten van allerlei signatuur zijn in beweging en ontwikkeling en ik hoop dat christenen elkaar meer opzoeken en het geloofsgesprek voeren. Over hoe je een christen bent in deze tijd. Over wat het betekent dat je een andere positie in de samenleving krijgt.ā
āDe basis voor het geloofsgesprek, het waarderen van elkaars werk, ligt in de Bijbel,ā benadrukt Peters. āJe kunt een prachtige methode hebben die helpt bij het gesprek, bij het zoeken naar perspectief en die helpt de relatie te verdiepen. Maar het is een hulpmiddel, namelijk om samen met Christus op weg te zijn.ā