Ds. J. A. van der Velden: "Voor jonge predikanten heb ik diepe bewondering"
Veel ontwikkelingen in de Hervormde Kerk volgde ds. J. A. van der Velden op afstand, zijn hart lag bij de wereldwijde kerk van Christus. Zending en Israël zijn daarom sleutelwoorden in een ontmoeting met de domineeszoon die het spoor van zijn vader volgde, die al bijna de helft van zijn leven in IJsselmuiden woont.
Geboren in een domineesgezin, was Hans van der Velden "van jongsaf aan bekend met God, met de Bijbel, met de gemeente. Ten aanzien van mijn geloofsleven heb ik veel aan mijn twee moeders gehad. Mijn eerste moeder stierf, toen ik vijftien jaar was; ze was altijd ziek. Ze leefde dicht bij God, leerde me wat de vreze Gods in het Oude Testament is, sprak met eerbied over de Heere, over de Heere Die leeft, Die met je meegaat en van je weet: ik ben Zijn schepsel en in Christus Zijn kind, zodat ik vertrouwelijk met Hem mag omgaan.
M’n vader was een klassieke Gereformeerde Bondsdominee, die een preek met een thema en drie punten hield, gedragen door een uitgebreide exegese, waarin zijn kracht lag. De toepassing die volgde, was onderscheidenlijk, met aandacht voor de noodzaak van persoonlijke bekering en het werk van de Heilige Geest, voor het verder geleid worden als je een gelovige mag zijn. Hij preekte graag over onbekende teksten. Ik leerde veel van zijn catechismuspreken in Amersfoort. Ja, hij heeft me gevormd."
Jongere predikanten
"De trouw die zijn predikantschap kenmerkte, die heb ik wel overgenomen. Een grondige voorbereiding van de preken, trouw in de bezoeken aan mensen hadden mijn hart. Op huisbezoek gaan, daarin ligt mijn kracht. Ik ben geen vergaderman of beleidsmaker, dat was ds. Jaap de Raad hier in IJsselmuiden veel meer, de collega met wie ik zeventien jaar samen diende.
Als ik vandaag kijk naar de jongere predikanten in IJsselmuiden en omgeving, dan zijn ze gewoner in hun taal, wellicht wat minder dogmatisch in hun verwoording. Ik vind het knap hoe jonge predikanten in deze tijd het Evangelie proberen uit te dragen. Goedkoop is het om te zeggen dat de prediking vervlakt. Ga er maar aanstaan in deze tijd…! Ik ben geen dominee geweest die allerlei gemeenten gediend heeft en overal bekend was, maar als ik zie naar deze regio, dan heb ik veel bewondering voor de predikanten. Ik bid elke dag voor hen, dat ze het volhouden, dat ze de vertaalslag mogen maken zonder iets af te doen aan het Evangelie van zonde en genade, van verlorenheid en redding, van verzoening in Christus. Ze voelen wellicht wat meer de tijdgeest aan dan ik in mijn tijd. Ja, ik heb diepe bewondering voor jonge dominees, door de Heere in deze tijd geroepen. In de werkgemeenschap zie ik dat ze ervoor gaan om mensen tot Christus te brengen. Ze zeggen het op een andere manier dan ik, maar ze zeggen het wel."
Verzoening
"De vragen van mensen zijn anders geworden. Hoe weet ik dat ik uitverkoren ben? Hoe gaat de toe-eigening van het heil? Díe vragen leven vandaag minder. Vandaag benadrukken we dat de Heiland ook voor jou gekomen is, denken we na over vragen als: hoe werkt God, hoe merk ik Hem in mijn leven, hoe werkt Hij in de geschiedenis, wat betekent het lijden in de wereld, waarom is het christelijk geloof uniek? Al die vragen moeten aan de orde komen. Tegelijk is de vraag naar de verzoening van alle tijden.
Zeker, de vraag naar de verzoening mag je ook oproepen. Dat gebeurt beslist. Ds. M. van Dam, onze huidige predikant, kan de vraag hoe het nu zit tussen de Heere en jou echt aan het hart leggen, wijzen op het besef van je zonden en tekorten, het voor Hem niet kunnen bestaan. De gemeente moet weten hoe de verzoening gaat als de predikant de Heere Jezus aanprijst. Dan wordt gewezen op de Heilige Geest. En de ethiek, het christelijke leven, krijgt meer nadruk, de keuzen die we maken. Veel aandacht is er vandaag nodig voor de begeleiding van catechisanten, voor de themadiensten waarin jonge christenen de weg gewezen wordt inzake samenwonen, de visie op andere godsdiensten, euthanasie enz. Dat is positief, al benadruk ik dat dit christelijke leven een gevolg is van het verzoend zijn met God. Genade en vergeving blijven een wonder. Ik constateer dat vandaag het heil wat ruimer aangeboden wordt in de gemeente, er minder heilsordelijk gepreekt wordt.
Een goede uitleg van de Schrift heeft me in die 25 jaar op de been gehouden. Voor een goede exegese ben je theoloog, bijbelwetenschapper. Daarvoor ken je de grondtalen, het Hebreeuws en het Grieks. Als je ergens lang predikant bent, kan er een verzadigingspunt komen. Juist omdat ik niet uitgepreekt wilde raken, wilde ik teksten bepreken waarvan mensen ophoren, besteedde ik veel tijd aan de voorbereiding. Toen ik in 2005 met emeritaat ging, zeiden de mensen inderdaad dat ik niet uitgepreekt was, ook dat ik nooit aan groepsvorming gedaan had. Ik houd heel veel van de gemeente van IJsselmuiden, maar het is niet altijd gemakkelijk geweest. Toen mijn eigen wijkkerkenraad onder invloed vanuit de directe omgeving in de loop van de jaren wat verrechtste, was dat lastig, ook voor mijn vrouw. Ik heb me binnen de eigen kerkenraad vaak eenzaam gevoeld, alleen. En tóch, ik houd van de mensen, ik houd van de gemeente, we zijn er niet voor niets blijven wonen. De mensen gaan je in de loop van de jaren herkennen in je gaven, maar ook in je beperkingen. Ze zien nu dat ik na het emeritaat ontspannener ben. In het ouderenpastoraat mag ik de gemeente nog altijd dienen."
Bovenstaand artikel verscheen in De Waarheidsvriend. Lees hier het volledige artikel.
Praatmee