Schrijver Lex Paleaux over trauma en vergeving: “Ik geloofde dat God er was, maar niet voor mij”

Lex Paleaux groeide op in een christelijk gezin in Friesland. Als jongetje geloofde hij vurig dat God hem zou opvangen als hij zich aan Hem overgaf. "Ik was er namelijk echt van overtuigd dat ik opgevangen zou worden", vertelt hij. "Want daar werden wij mee opgevoed: God is er altijd, Hij zal je altijd beschermen." Maar toen dat niet gebeurde, voelde de klap des te harder: "Ik nam het iets te letterlijk, dus het was echt een teleurstelling."
Die teleurstelling raakte diep. Paleaux maakte op jonge leeftijd een ingrijpende en traumatische gebeurtenis mee. "Je sleept het een leven lang met je mee", zegt hij. "Je geeft het op een gegeven moment een plek, en je bent er niet meer dagelijks mee bezig. Tot het moment dat je vader mag worden. Dan komt ineens het besef: ik kan mijn kind niet overal tegen beschermen."
Het jongetje dat hij ooit was, werd opstandig en moeilijk hanteerbaar. “Mijn Beppe vroeg: ‘Wat zou je nou het liefste willen?’ En toen zei ik: ‘Ik wil ergens naartoe waar niemand me kent, waar ik opnieuw kan beginnen.’” Via de dominee werd een plek in Canada gevonden. “Zonder het zuur niet het zoet”, zegt Paleaux nu. “Het heeft een prachtig boek opgeleverd en mij heel veel geleerd.”
Eenzaam
Zijn pad bleef echter vol hobbels. Hij zat in een jeugdinrichting, raakte verslaafd – niet aan drank of drugs, maar aan kopen. “Ik raakte verslaafd aan de Neckermann en de Wehkamp. Spullen kopen om de leegte in mijn wezen op te vullen.” Toen de schulden zich opstapelden, belandde hij op straat. “Toen stond ik met een tasje buiten.”
De eenzaamheid werd schrijnend. “Als jij met je rugzakje door de stad slentert en mensen wijsmaakt dat je net terugkomt van vakantie, en ’s avonds een plek zoekt om te slapen of inbreekt in een garagebox – dan is het leven wel heel eenzaam.”
Een boekenbon veranderde zijn leven. Aanvankelijk was hij boos dat hij geen geld kreeg voor een klus, maar uiteindelijk kocht hij met die bon ‘Ik omhels je met 1000 armen’ van Ronald Giphart. “Die titel sprak me dusdanig aan dat ik dat boek kocht. En toen ik begon te lezen, dacht ik: dit is ook een manier van vertellen.” Het werd het begin van zijn schrijverschap.
Vijf boeken
Zijn debuut ‘Winterwater’ ontstond jaren later. “Ik had een eerste hoofdstuk geschreven, en toen liep ik vast. Tot ik op een dag met de hond door het bos liep. Ineens viel het kwartje. Ik ben naar huis gerend – de hond heeft nog nooit zo’n leuke middag gehad – en ik heb alles opgeschreven, van begin tot eind.”
Paleaux heeft inmiddels vijf boeken op zijn naam staan. Zijn romans zijn donker, maar doordrenkt met verlangen naar licht. “Ik ervaar mijn boeken toch een beetje als boetedoening. Het is één lange biecht. Een heel goed geschreven biecht, maar wel een biecht.”
Eenzijdig
Vergeving speelt daarin een centrale rol. Ook tegenover mensen die hem diep hebben gekwetst. “Er is geen wrok meer in mijn leven. Je weet nooit waar iemand vandaan komt. Het zou te makkelijk zijn om iemand alleen als monster te zien. Daarmee praat ik het niet goed, maar ik probeer wel menselijk te blijven kijken.”
Zijn geloof heeft zware stormen doorstaan, maar is nooit verdwenen. "Ik geloofde wel dat God er was, maar niet voor mij", zegt hij eerlijk. “Ik probeerde wel een dialoog aan te gaan met God, maar die was vrij eenzijdig.” Tegelijk gelooft hij dat God altijd nabij was, al zag hij dat niet meteen. “Ik denk dat Hij degene is van wie ik altijd hoopte dat Hij er zou zijn, en dat Hij er achteraf altijd wás. Alleen niet met de blik zoals ik het voor me zag.”
Veerkracht, hoop, weerbaarheid
Vertrouwen kwam pas later. “Voor mij zit er een verschil tussen geloven en vertrouwen. Ik geloof dat je er bent, maar dat wil niet zeggen dat ik je vertrouw. Zo was mijn relatie met God ook.” Toch bidt hij nog steeds. “Niet op de conventionele manier, maar we hebben af en toe wel een gesprek.” Zijn geestelijke weg is die van veerkracht en reflectie: “Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik een appeltje te schillen had met God. Maar inmiddels heb ik de partjes geschild en eerlijk verdeeld.”
Zijn boeken raken zowel gelovigen als niet-gelovigen. Zelf was hij daar eerst onzeker over. “Ik vroeg aan mijn redactrice: ‘Zit er niet te veel geloof in?’ Maar dat werd niet zo ervaren.” In zijn nieuwste boek is God zelfs een personage geworden. “Ik oordeel niet, en ik geef God een beetje de vrije hand in het verhaal.”
De essentie van zijn werk vat hij samen in drie woorden: "Veerkracht, hoop en weerbaarheid." En misschien is dat ook de kern van zijn geloofsreis: ondanks alles, hield hij zich vast. Of werd hij vastgehouden?
Praatmee