Onzichtbare strijd tegen kinderarbeid in Karamoja

Kinderen, soms nog geen tien jaar oud, worden van school gehaald om vee te hoeden. Anderen moeten in stoffige steengroeven werken of graven in levensgevaarlijke goudmijnen. Het prachtige landschap van Karamoja, in het noorden van Oeganda, staat in schril contrast met de rauwheid in jonge kinderlevens. Lokale organisaties spannen zich in hun lot te verbeteren.
De uitgestrekte savannes van Karamoja ademen schoonheid en rust. Maar achter dit betoverende landschap schuilt een harde realiteit. Dit is Oegandaās armste regio en de armoede dwingt tot kinderarbeid. In plaats van naar school te gaan, hoeden jonge kinderen vee, hakken ze rotsblokken in de steengroeve of dalen ze af in gevaarlijke goudmijnen. Andere jongeren vertrekken naar de stad, op zoek naar werk, maar raakten verstrikt in uitbuiting op boerderijen, in pakhuizen of op straat.
Tienermeisjes
In de districten Napak, Abim en Kotido sprak ik met moeders, leraren en lokale leiders. Hun verhalen lieten er geen twijfel over bestaan: kinderarbeid is in Karamoja geen keuze, maar bittere noodzaak. āMijn kinderen moeten werken, anders hebben we niets te etenā, vertelde een moeder me. Ruim de helft (56 procent) van de kinderen verricht gevaarlijk werk: ze bedelen op straat, werken in de mijnbouw en lopen het gevaar te worden verkracht. Vaak doen ze dwangarbeid, als slaafje in een huishouden of als goedkope kracht in de houtskoolhandel.
Foto: Woord en Daad
Voor tienermeisjes is de situatie nog schrijnender. Velen worden slachtoffer van seksuele uitbuiting, want zo kunnen ze hun familie nog ondersteunen. Volgens een rapport uit 2022 van het Uganda National Household-onderzoek is Karamoja de regio waar kinderhandel en -uitbuiting het meest voorkomt. De handel strekt zich uit tot de hoofdstad Kampala, andere steden in Oeganda tot zelfs in Nairobi in buurland Kenia.
Het gebied ondervindt ernstige gevolgen van de klimaatcrisis. De aanhoudende droogte in Karamoja heeft de voedselcrisis verergerd. Volgens de Children's Climate Risk Index van Unicef is Oeganda een land met een hoog risico: meer dan 70 procent van de bevolking heeft te maken met voedselschaarste als gevolg van aanhoudende droogtes, overstromingen en achteruitgang van grond.
Hoop en wanhoop
Onderwijs lijkt een uitweg uit de ellende. Voor veel gezinnen is naar school gaan echter geen optie. Scholen liggen meestal ver weg. De honger houdt kinderen thuis. Ouders die vechten om te overleven, zien kinderarbeid niet als misbruik. Het is een manier om als gezin het hoofd boven water te houden. Zelfs uit slavernij geredde kinderen die opnieuw beginnen, worstelen: een hoofdonderwijzer vertelde me dat sommigen zonder betrouwbare toegang tot water toch weer de straat op gaan.
Ondanks deze crisis is er hoop. In Napak woonde ik een bijeenkomst bij van lokale overheden, gemeenschapsleiders, het ministerie van Werkgelegenheid en Sociale Zaken die, samen met en organisaties als Woord en Daad, Hope for Justice en Tunado, zich inzetten om kinderarbeid te bestrijden. Er zijn initiatieven zoals het Uganda National Action Plan en het Third Karamoja Integrated Development Plan (KIDP3) en projecten gefinancierd door de Europese Unie en Irish Aid.
Maar alleen wetgeving en beleid zijn niet genoeg. Er moeten duurzame alternatieven komen: beter onderwijs, sterke diensten voor kinderbescherming en invoeren van programmaās die ouders helpen een inkomen te verdienen zonder hun kinderen te laten werken.
De kinderen van Karamoja verdienen meer dan uitbuiting en armoe. Ze verdienen een toekomst waarin ze kunnen leren, spelen en dromen, zonder de zware last van arbeid op hun schouders. Als Woord en Daad mogen we daarin een positieve rol spelen.
Juliet Donna Eyokia
(coƶrdinator Refugee Engagement & Policy Influencing bij Woord en Daad)
Praatmee