D66 en SGP clashen over toezicht op zondagsscholen en catechisatie
De Tweede Kamer debatteerde woensdag over het geweld dat de afgelopen dagen Amsterdam teisterde. Daarbij sprak D66-leider Rob Jetten ook over weekendscholen, die met een nog te behandelen wetsvoorstel aan banden moeten worden gelegd. Dat geldt niet alleen voor Koranscholen, maar ook voor zondagsschool en catechisatie. Dat zorgde voor gefronste wenkbrauwen bij SPG-leider Chris Stoffer, waarop een clash tussen beiden heren volgde.
Met het bewuste wetsvoorstel zou er toezicht komen op informeel onderwijs. Dat is onderwijs dat buiten het officiële onderwijs om gegeven wordt. In de meeste gevallen gaat het daarbij om religieus onderwijs. Zo zijn er Koranscholen waar moslimkinderen het weekend heengaan, maar ook zondagsschool en catechisatie vallen onder informeel onderwijs. Met de nieuwe wet wil de regering toezicht kunnen houden op dit soort onderwijs om kinderen te beschermen tegen lessen die hen aanzetten tot haat, discriminatie of geweld. Christelijke partijen maken zich hier zorgen over en er werd zelfs al gesproken over een ‘zondagsschoolpolitie’.
Tijdens zijn bijdrage sprak D66-leider Rob Jetten ook over de bewuste weekendscholen. Daarop interrumpeerde SGP-voorman Chris Stoffer. “Als we de problematiek waar we vandaag over spreken bezien, moeten we toch niet een grote wet gaan doen waar al het informeel onderwijs in Nederland onder een vergrootglas komt te liggen? Het probleem is veel gerichter. Heel concreet: wat we vandaag benoemen komt toch niet uit de Hervormde zondagsschool in Elspeet of de catechisatie van de Gereformeerde Gemeente in Hendrik-Ido-Ambacht? Door zo’n wet kan het maar zo dat al dat soort organisaties onder een vergrootglas komen te liggen.”
Stoffer vroeg vervolgens aan Jetten of hij het met hem eens zijn dat de wet veel specifieker moet. De politicus doelde daarbij vermoedelijk met name op Koranscholen en Chinese weekendscholen waar de Chinese overheid veel invloed op heeft. Jetten antwoordde door te stellen dat zijn partij de wet nog moet gaan bestuderen en stelde dat er verschillende aanleidingen waren voor het wetsvoorstel. Daarbij wees hij op de Chinese weekendscholen en de Koranscholen, maar noemde hij ook christelijke scholen: “Ik zou het zelf heel prettig vinden als er op christelijke weekendscholen wat wordt bijgeleerd over respect voor de LHBTI-minderheid”, stelde.
Daarop reageerde Stoffer als door een adder gebeten, omdat er volgens hem geen enkele aanleiding is voor die uitspraak van Jetten. “Hier benoemt de heer Jetten een cruciaal punt. Wil hij echt beweren dat op christelijke catechisaties en zondagsscholen haat tegen mensen uit de LHBTI-hoek wordt neergezet? Dat wil ik dan wel eens van hem horen. Ik wil weten waar hij die voorbeelden vandaan heeft.”
“Burgerschap gaat er wat mij betreft om dat we in dit land iedereen vrijlaten om zichzelf te zijn”, reageerde Jetten. “Er zijn de afgelopen jaren genoeg voorbeelden geweest dat in allerlei verschillende scholen niet de juiste voorlichting is gegeven.” Maar daar nam Stoffer geen genoegen mee: “We hebben het over twee verschillende dingen. Als er in het onderwijs iets mis is, hebben we daar de inspectie voor. Dit gaat echter over een wet voor informeel onderwijs. Ik zou graag de voorbeelden willen horen op welke catechisaties en op welke zondagsscholen in de protestantse en rooms-katholieke traditie haat tegen mensen uit de LHBTI-hoek wordt neergezet. Dat is namelijk niet het geval. Ik zou dan ook willen dat de heer Jetten daar stevig afstand van neemt.”
“Ik heb het woord haat niet gebruikt”, verdedigde Jetten zich tot slot. “De heer Stoffer vroeg of die wet op informeel onderwijs te breed is en specifieker moet worden ingezet. Mijn antwoord is dan: ik denk dat het verstandig is om een brede wet te hebben zodat de experts in de uitvoering in actie kunnen komen op de plekken waar het misgaat.”
Praatmee