Paus Franciscus I was voor een driedaags bezoek in het Centraal-Europese land, waar hij tijdens een mis in de openlucht voorging. Tienduizenden Hongaarse christenen woonden de dienst bij. In een toespraak riep de paus Hongaren op om zich meer over niet-christelijke vluchtelingen te ontfermen. Voor de oorlog met Oekraïne voerde Hongarije een anti-immigratiebeleid. Sinds de oorlog heeft het land maar liefst 2,5 miljoen Oekraïense vluchtelingen opgevangen, waarvoor de paus zich dankbaar toonde.

Toch uitte het hoofd van de Rooms-Katholieke Kerk dus kritiek, vermoedelijk vooral op de Hongaarse premier Orbán, die zich als een hoeder van christelijke waarden opstelt, maar op het gebied van immigratie terughoudend is. Islamitische asielzoekers zijn niet welkom in Hongarije: zij zouden een bedreiging vormen voor de christelijke natie.

""De liefde die Jezus ons geeft en ons gebiedt te beoefenen, kan helpen om het kwaad van onverschilligheid en egoïsme uit de samenleving, onze steden en de plaatsen waar we leven uit te roeien", zo zei de paus. "Onverschilligheid is een plaag."