Pap, wanneer werd jij ontmaagd?

Onze kinderen hebben recht op weerbaarheid in seksualiteit, vindt Scharlaken Koord. Midden in een samenleving die barst van de #MeToo-verhalen geeft de organisatie haar eigen verhaal daarom de komende maanden een boost. ‘Als jij en ik onze kinderen niet vertellen hoe seksualiteit werkelijk bedoeld is, wie doet het dan?’
‘Meneer, hebt u al seks gehad?’ Het is in de eerste minuut van een preventieles van het Scharlaken Koord dat die vraag aan Marco van den Boogaard (26) gesteld wordt. ‘Deze 15-jarige jongen was een “leider” in de jongensgroep die ik voor mij had’, vertelt Marco, preventiewerker bij Scharlaken Koord, over de ervaring die hem altijd is bijgebleven. ‘Tijdens de lessenserie maakte hij het regelmatig persoonlijk richting mij. En hoewel het voor mij niet veilig voelde om antwoord te geven, deed ik het toch. Ik merkte namelijk dat er vooral veel nieuwsgierigheid achter zijn vragen zat. Tijdens het slot van de vierde en laatste les deden we het spel waarmee we meestal afsluiten: de groep gooide een balletje rond en je moest degene die het balletje ving, een compliment geven. De jongen met zijn persoonlijke vragen gooide de bal naar mij en zei: “Meneer, weet u, ik heb echt respect voor u dat u hierover kwam praten.” Het kwam recht uit zijn hart, recht in mijn hart. Het maakt dat ik weet dat het verhaal dat ik te vertellen heb, belangrijk is voor die gasten.’
#Me-Too
Het werk dat Marco gemiddeld eens per week onder 14- en 15-jarigen op praktijkscholen in Amsterdam doet, is een van de vele voorbeelden binnen Scharlaken Koord dat laat zien dat het gesprek over weerbaarheid op het gebied van seksualiteit belangrijk is. Sterker nog: het thema krijgt dit jaar een extra boost in de vorm van een campagne. ‘Ik hoef alleen maar #MeToo te zeggen en er schieten je waarschijnlijk allerlei verhalen te binnen. Verhalen uit de media, maar misschien ook uit je eigen leven’, reageert Marja Sijpestein, manager bij Scharlaken Koord.
‘Onlangs was er in de wijk waar ik woon een aanranding waarover in de buurtapp een berichtje werd gestuurd’, gaat ze verder. ‘Toen daar in de buurt nader onderzoek naar werd gedaan, bleek dat veel vrouwen iets soortgelijks hadden meegemaakt: ongewenste intimidatie, seksueel getinte opmerkingen, geweld, ongepaste vragen… Dat kan zo onverwachts gebeuren, dat het slachtoffer vaak gaat twijfelen aan haar eigen handelen, in plaats van de schuld bij de dader te leggen. Neem die vrouw die vertelde dat ze van haar trainer het aanbod kreeg een stukje mee te rijden na een sportwedstrijd. Als ze onderweg zijn, vraagt hij of ze samen ergens iets zullen gaan drinken. Ze vindt de vraag wat vreemd, maar stemt toch toe.
Tot ze, eenmaal weer in de auto, de vraag krijgt of hij haar een zoen mag geven. Ze weigert, maar het is een gebeurtenis die ze lang met niemand durft te delen, iets wat een heleboel vrouwen – en mannen – helaas zullen herkennen. Daarom is en blijft weerbaarheid op het gebied van seksualiteit belangrijk. Zodat het aantal slachtoffers én daders vermindert.’
Er is nóg een reden waarom het thema extra aandacht krijgt: preventielessen, zoals die van Marco, die Scharlaken Koord al sinds de jaren 90 succesvol geeft – eerst het programma ‘Beware of Loverboys’ en sinds 2010 de lessenserie ‘No Nonsense’ – hebben binnenkort een officiële erkenning nodig. Marja: ‘In de toekomst krijgen scholen meer geld om gebruik te maken van dit soort preventielessen. De investering voor de erkenning die daarvoor gevraagd wordt willen wij graag doen.’
Brede heupen
Als het gaat om weerbaarheid op het gebied van seksualiteit, ligt volgens Marja Sijpestein de sleutel vaak in de opvoeding. ‘Voor jezelf opkomen, een standpunt durven innemen tegenover een ander en je grenzen aangeven leer je in eerste instantie thuis. We zien ook dat Nederlandse opvoeders daarbij vaak kiezen voor een vrije opvoedstijl in de zin van “doe waar je je goed bij voelt”, of hun kinderen willen beheersen met allerlei regels, al dan niet op de Bijbel gestoeld. Beide opvoedprincipes kunnen leiden tot allerlei excessen op het gebied van seksualiteit, want het open gesprek tussen ouders en jongeren ontbreekt.’
Dat kan preventiewerker Marco beamen. ,,Ik hoor vaak van jongeren dat er thuis geen ruimte is om over seksualiteit te praten. Daar maak ik mij zorgen over. Want als er thuis niet over seksualiteit wordt gesproken, blijven er twee informatiebronnen over: vrienden en (sociale) media. En meestal gebruiken ze het internet niet om er gezonde informatie over seksualiteit te vinden. Sterker nog: als ik de jongeren vertel dat ze het internet juist ook kunnen gebruiken om goede informatie over seksualiteit te vinden, zie ik kwartjes vallen. Dat hebben ze vaak nog nooit bedacht. Die wetenschap maakt dat het verhaal dat ik te vertellen heb, voor veel jongeren misschien het enige open en eerlijke verhaal over seksualiteit is dat ze in hun tienerjaren zullen horen.
In de eerste les beginnen we bijvoorbeeld heel basaal bij de verschillen tussen jongens en meiden. Daar ontdek ik soms al dat jongens geen idee hebben wat het voor een vrouw betekent om ongesteld te zijn. Of waarom vrouwen vaak bredere heupen hebben. “Dat is sexy”, zeggen ze dan. In die eerste les vraag ik ze ook op te schrijven waar ze aan denken bij seksualiteit. Vaak zijn dat woorden als: pijpen, porno, grote billen of kinderen maken. Liefde, trouw, respect en je veilig voelen bij de ander zijn onderwerpen die echt ver van ze afstaan. Daarom wil ik ouders op het hart drukken: besef hoe belangrijk jij bent als informatiebron. En bedenk: als jij ze niet vertelt hoe seksualiteit werkelijk bedoeld is, wie doet het dan?’
Piemel of plasser
In de lessen merken de preventiewerkers van Scharlaken Koord dat tieners de informatie en mening van hun ouders en andere volwassenen rondom seksualiteit belangrijk vinden, al zullen ze dat niet met zoveel woorden zeggen. Marja: ‘We denken vaak dat tieners het liever van anderen dan hun ouders horen, maar dat is
dus niet waar. Daarbij zijn rolmodellen belangrijk in de leeftijdsfase waarin tieners hun eigen mening vormen. Wij pleiten daarom voor het open gesprek tussen ouders en hun kinderen, zodat jongeren zich bewust kunnen worden van hun denkbeelden, maar ook van hun wensen en grenzen op het gebied van seksualiteit.’ Dat beaamt orthopedagoog en seksuoloog Fina van de Pol volmondig. Ook zij ziet dat er in veel gezinnen nog steeds weinig over seksualiteit wordt gepraat. Hoewel, het technische deel lukt vaak nog wel, maar daarna stokt het gesprek. ‘En dat terwijl het juist zo belangrijk is om te praten over onderwerpen als: wat is intimiteit, hoe bouw je dat op, wat voelt voor jou fijn, wat vind je eng en wat doe je als je iets niet wilt of spannend vindt?’
Het gesprek over deze dingen kunnen voeren heeft volgens Fina alles met jouw eigen seksualiteit als ouder of opvoeder te maken. Want je kunt pas een echt open gesprek voeren met je kinderen als je ook over jouw eigen seksualiteit open bent. Fina: ‘Dat is hard werken, eigenlijk al vanaf de geboorte van je kind. Hoe noem je de lichaamsdelen van je zoon of dochter? Hoe reageer je als jouw kind vragen over jouw lijf of seksualiteit stelt? Het wordt nog moeilijker als je zelf onzeker bent, of al maandenlang geen intimiteit meer hebt gehad met je partner, of een partner hebt die geen rekening houdt met jouw wensen. Maar zelfs dan kun je jouw eigen wensen, ervaringen en denkbeelden inbrengen, door bijvoorbeeld terug te grijpen op het verleden en dingen te zeggen als: “Ik vond het fijn dat mijn vriendje aan mij vroeg of hij mij een kus mocht geven en het niet gewoon maar deed.” Of: “Toen wij net getrouwd waren, vond ik het heel spannend om samen te vrijen. Gelukkig had je vader veel geduld en kon ik zo langzaam ontdekken hoe mooi en fijn het was.”’
De drempel over
Ook Marco weet hoe belangrijk juist die eigen verhalen zijn. ‘De eerste keer dat ik over mijn eigen ervaringen vertelde, moest ik best wel een drempel over. Soms nog steeds. Vooral als ik weinig veiligheid in de groep ervaar. Maar juist als ik zelf open ben, durven de jongeren ook hun verhalen te delen. Omdat ze zien dat we tegen dezelfde dingen aanlopen, dezelfde vragen of op zijn minst dezelfde zoektocht hebben.’
Voer zulke gesprekken het liefst terloops, adviseert Fina. ‘Bijvoorbeeld als er in een film binnen de kortste keren heftig wordt gezoend: “Wat vinden jullie daarvan?” Of tijdens het eten: “Mijn collega vertelde vandaag toch iets… Haar dochter was met haar vriendje naar bed geweest, omdat ze anders bang was dat hij het uitmaakte. Dat lijkt mij wel moeilijk voor haar…” Of als je samen aan het koken bent: “Heb je eigenlijk weleens gehoord van loverboys?”
Je kinderen weerbaar maken in hun seksualiteit geeft je trouwens geen garantie’, zegt Fina met nadruk. ‘Het is een beetje zoals met het geloof. Je leeft het ze voor, je praat erover, je bidt voor ze, je neemt ze mee naar de kerk, maar soms haken ze toch af. Uit verlegenheid, bravoure of uit onwetendheid. Doe wat je kunt, meer kun je niet doen.’
Blijvende kwetsbaarheid
Wat er gebeurt als jongeren hun informatie van vrienden of via de (sociale) media krijgen, hoort Marco met regelmaat in zijn lessen terug. ‘Via de porno die ze bekijken, krijgen ze het idee dat vrouwen altijd seks willen en graag mannen verleiden, en ook dat de man dominant moet zijn ten opzichte van de vrouw. Zoals ik al zei, seksualiteit gaat voor veel jongeren vooral over borsten en billen. Precies waar het in pornofilmpjes ook om gaat.’
Die stelling wordt bekrachtigd door het onderzoek Seks onder je 25e van onderzoeksbureau Rutgers en Soa Aids Nederland. Volgens hun cijfers denkt een derde van de jongeren dat wat porno laat zien, de werkelijkheid rondom seksualiteit is. En dat is gevaarlijk, weten de medewerkers van Scharlaken Koord uit de praktijk. Want wat bij de een beperkt blijft tot seksueel getinte opmerkingen, leidt bij de ander tot aanranding of zelfs verkrachting. Marja: ‘Geschat wordt dat ongeveer de helft van de misbruikte kinderen en jongeren later opnieuw misbruikt wordt, waarschijnlijk omdat zij door de ‘wonden’ die zij door die ervaring hebben opgelopen, minder goed in staat zijn om risicovolle situaties te beoordelen en daar adequaat op te reageren. Een negatieve seksuele ervaring kan daarom het begin zijn van blijvende kwetsbaarheid. Dat maakt ons werk zo noodzakelijk.’
Loverboy 3.0
Is die noodzaak veranderd in de loop der jaren? Bijvoorbeeld met de komst van de sociale media? Marja: ‘Of de noodzaak toe- of afneemt kan ik niet zeggen, maar ik zie ons werk wel veranderen. Door de #MeToo-beweging zien we nu ineens hoe groot het aantal slachtoffers is. Daarnaast zien we in het werkveld de loverboy 3.0 in actie. Daders die bij een feestje een meisje onder invloed brengen van GHB of andere drugs, haar misbruiken en dat vastleggen op beeld om haar vervolgens binnen de kortste keren – soms binnen een week – de prostitutie in te dwingen door haar met de beelden te chanteren. Het wordt heftiger, agressiever. Maar dat maakt onze drijfveer alleen maar groter. Iedere vrouw, elk meisje met wie wij samen een stapje op kunnen lopen, geeft ons energie om weer maanden voort te gaan. Ja, de vijver is groot. Het werk is immens. Maar het is zoals die jongen op het strand; hij staat tussen duizenden aangespoelde vissen en gooit ze een voor een terug in zee. Een cynische voorbijganger merkt op: “Al die moeite, dat heeft toch geen effect.” Waarop de jongen reageert: “Voor deze wel, voor deze wel, voor deze wel…”’
Marco: ‘Ik kom meestal vier keer langs bij een groep en het is ontzettend mooi wat er in die periode gebeurt. Dan ontdekt een jongen ineens dat hij liever een relatie krijgt met een betrouwbaar meisje dan met een supermooie vrouw. Of ze durven in de laatste les aan een meisje te vragen hoe het is om ongesteld te zijn. Of ze worden zich opeens bewust van de keuzes die ze hebben als het gaat om seks, liefde en relaties. Zeker in het gesprek rondom seksueel ongewenst gedrag en je eigen grenzen merk ik altijd 100 procent aandacht en betrokkenheid. Heel gaaf. Dan ervaar ik aan den lijve hoe belangrijk het is dat dit soort onderwerpen hardop, eerlijk en open besproken worden, en mag ik echt van betekenis zijn.’
Praatmee