De lerares, vanwege privacyregels aangeduid als 'Hannah', werkte op een basisschool in het Engelse Nottinghamshire. Zij werd gevraagd een 8-jarig kind dat in transitie was, aan te spreken met een nieuwe naam en andere voornaamwoorden. Ook moest zij accepteren dat de leerling gebruik mocht maken van de toiletten en kleedkamers van het andere geslacht.

Hannah weigerde. Haar geweten en christelijk geloof stonden haar dit niet toe. “Ik werd geleid door mijn geweten als christen en kon hier dus geen medewerking aan verlenen", zegt ze. “Ook het onderzoek dat ik deed, maakte voor mij duidelijk dat sociale transitie van jonge kinderen schadelijk is.”

De school schorste haar en startte een onderzoek. Later werd ze ontslagen, onder andere omdat ze de situatie met haar advocaten had gedeeld. Volgens de school ging het om vertrouwelijke informatie.

Hannah vocht haar ontslag aan en diende meerdere klachten in bij de arbeidsrechter. Ze stelde onder meer dat ze was benadeeld vanwege haar geloof en gewetensbezwaar, en dat haar ontslag onterecht was. De rechter verwierp echter alle aanklachten. De anonimiteit van het kind blijft gehandhaafd, omwille van diens veiligheid.

“Ik ben erg teleurgesteld over de uitspraak. Die geeft een verkeerde weergave van de feiten", aldus Hannah. “Ik vraag me af of de rechtbanken bang zijn om bewijs te horen dat sociale transitie schadelijk is voor jonge kinderen.”

Andrea Williams van het Christian Legal Centre, dat Hannah bijstaat, noemt het een zorgwekkende ontwikkeling. “Het verhaal van Hannah laat de verwarring en onwaarheden zien die scholen binnenkomen over seksualiteit en identiteit. Er heerst een klimaat van angst. Leraren durven geen eerlijke vragen meer te stellen, uit angst voor beschuldigingen van transfobie of zelfs crimineel gedrag.”