Is er wel plaats voor ouderen in de kerk van de 21ste eeuw?
Dit artikel is geschreven naar aanleiding van heel veel berichten die wij krijgen van ouderen. Bijna elke dag mailen mensen ons en regelmatig zit er ook een noodkreet bij van een oudere. Mensen vertellen ons dan bijvoorbeeld, al jarenlang een bepaalde kerk of gemeente te bezoeken, soms bijna een heel leven. Maar nu ze op hoge leeftijd zijn gekomen is het voorbij. Daar kunnen vele redenen voor zijn.
Bijvoorbeeld omdat ze niet meer zelfstandig ernaar toe kunnen gaan en de gemeente doet geen moeite om hen op te halen. Ouderen halen en brengen is lastig en dus een probleem. Alleen als mensen uit eigen initiatief daarover beginnen wordt het toegejuicht, maar de gemeente zelf geeft daar in ieder geval geen prioriteit aan.
Maar er is meer. Ouderen hebben soms ook het gevoel niet meer te passen in de gemeente, vanwege de moderne manier waarop men nu tegenwoordig de erediensten beleeft. Dat wil bijvoorbeeld zeggen, harde muziek, veel gekleurde lichten, rook op het podium, (voor hen) vreemde liederen, heel veel Engelse liederen en men is meestal de taal niet machtig, predikers die niet meer gewoon de Bijbel lezen maar alles digitaal projecteren etc.. Iemand zei ons letterlijk: “de gemeente is voor mij als een jas, vroeger paste die, maar nu niet meer”.
Veel ouderen hebben ons gezegd, ‘men wil niet apart’. Natuurlijk zijn er gemeenten waar men speciale bijeenkomsten voor ouderen heeft. Maar het is de vraag of dat is wat de ouderen onder ons zoeken. Ze willen vooral er gewoon bij blijven horen en niet apart. Dat betekent dat er dus ook rekening met hen gehouden zou moeten worden. Het besef moet doordringen dat we niet compleet zijn als lichaam van Christus, zonder de ouderen. Ook zij zijn door God aan de gemeente gegeven om met hun wijsheid en kennis mee te bouwen aan de gemeente.
Vereenzaming van ouderen
Het gevolg is een geestelijke vereenzaming bij het oud worden en vaak worden mensen ook letterlijk vergeten. Zodra men lange tijd niet meer in de gemeente gezien wordt, raakt men uit het oog. Vooral als er geen vrienden of familieleden zijn die ook de gemeente bezoeken en dus niemand de gemeenteleiding er attent op maakt.
Dit artikel is geschreven uit grote bezorgdheid. Het zou beslist een zegen zijn als veel geestelijk leiders dit artikel zouden willen lezen. Ik bid dat het een aanzet mag zijn tot bezinning, over de plaats van ouderen binnen evangelische gemeenten in ons land. Soms vertellen ouderen ons, dat zij degenen waren die aan het begin van de gemeente hebben gestaan, men heeft financiële offers gebracht en ze zijn dienstbaar geweest in vele taken en activiteiten die er zijn in een beginnende gemeente. Dit artikel is vooral een pleidooi voor erkenning van deze ouderen, als mede-dragers van de gemeente.
Jong is in en oud is uit
Natuurlijk is deze verandering ook een gevolg van de nieuwe generatie die opkomt en die de oude tradities van zich af wil gooien en dingen op hun eigen manier wil doen. Tot voor kort was het algemene gevoel bij veel jonge geestelijke leiders: “We hebben ons lang genoeg aangepast aan de manier waarop de vorige generatie hun geloof beleefde, het is nu de hoogste tijd dat zij zich maar aan ons aanpassen”.
We hebben het niet altijd in de gaten, maar feitelijk komt ook dit rechtstreeks uit de wereld om ons heen. In onze maatschappij is namelijk ook het overheersende gevoel ‘jong is in en oud is uit’. Ouderen vragen steeds meer zorg, kosten de samenleving steeds meer geld, hebben meer medische zorg nodig dan jongeren. Vaak ontvangt men naast AOW ook nog een riant pensioen en dat kan in de toekomst wel eens nadelig zijn voor de jongere generatie, want ze eten alles voor ons op. Politieke leiders doen het goed als ze vooral maatregelen nemen om de kosten van de verzorging van ouderen te beperken. Zoals, maatregelen om ouderen langer door te laten werken etc..
Natuurlijk is dit niet overal in de wereld zo, al hebben veel mensen daar niet altijd oog voor. In veel landen in de wereld krijgt men al in de opvoeding mee om respect te hebben voor ouderen en ze vooral niet te negeren. Maar in onze westerse samenleving en ook in evangelische gemeenten, denken sommigen daar anders over. Onlangs las ik in een interview dat een bekende voorganger zei: ‘ik ben blij dat onze gemeente voor het grootste deel uit jongeren bestaat en niet uit mensen met grijs haar of mannen met stropdassen’.
Volgens die voorganger zou een gemeente die veel ouderen heeft, het beleid moeten aan passen, want er is dan een probleem. Zo gezien is het feit dat veel mensen tegenwoordig steeds ouder worden en er dus ook in de gemeente steeds meer ouderen gaan komen, eerder een kwaad dan een zegen. Een bekende uitspraak luidt dat bijna iedereen oud wil worden, maar niemand oud wil zijn.
Gemeente van de 21e eeuw
En ja, het is waar dat veel traditionele kerken hun ledenaantallen flink zien dalen. Op veel plaatsen worden zelfs kerken afgebroken of krijgen ze een andere bestemming.
Ze veranderen bijvoorbeeld in een museum, een exclusief woonhuis, of moskee. Daar staat dan de snelle groei van moderne evangelische gemeenten tegenover. Deze wordt voornamelijk veroorzaakt door een totale cultuuromslag die heeft plaatsgevonden in de laatste tien jaar. Jonge mensen worden nu aangetrokken door professionele licht- en muziekshows in de samenkomsten. En ook door preken van voorgangers in spijkerbroek, bij voorkeur over populaire praktische onderwerpen, vooral begeleid door flitsende mediapresentaties. Men noemt zich gemeente of kerk van de 21e eeuw.
Natuurlijk is dit ook wel weer te begrijpen. We kunnen nu eenmaal niet altijd bij het oude blijven en vernieuwing en ook verjonging is van groot belang, willen we niet langzaam vergrijzen en uitsterven. Sommige gemeenten in ons land zijn ook letterlijk vergrijst, jongeren verlieten de gemeente omdat men het gevoel had niet gehoord te worden. Waarom niet? Men zong bijvoorbeeld te veel oude bekende liederen en de preken waren saai, dat wil zeggen niet vol humor zoals veel jongeren vandaag willen. Dat betekent niet dat de preken minder gezegend waren, maar het is niet meer modern en dat betekent voor sommigen automatisch, dat het geschikt is om weg te gooien. Iemand zei ons: “Als het niet leuk is dan luister ik niet”.
Vandaag zien we een nieuw soort grote gemeenten ontstaan die prima aansluiten bij de behoeften van jongeren. Alles is modern, veel gekleurd licht, harde muziek, veel Engelstalige liederen en andere moderne zaken. De nieuwe generatie is meestal goed opgeleid en daardoor is dat geen probleem. Oude bekende liederen waar een hele generatie intens door gezegend is, hebben plaatsgemaakt voor moderne liederen. Dat ging zo snel, dat veel ouderen de tijd niet eens kregen om zich aan te passen. Je moet de nieuwe liederen immers eerst leren en het je eigen kunnen maken. Maar ook dat is niet eenvoudig, want muziekboeken vol met liederen die vroeger harten geraakt hebben, moesten plotseling weggegooid worden. Daarvoor in de plaats kwam onder andere een digitale versie zoals YouTube. Voor veel ouderen is het nog steeds een probleem, ze kunnen niet wennen. Natuurlijk zijn er wel ouderen die het wel aankunnen en nog behoorlijk snel schakelen en dus de veranderingen wel volgen. Vaak wijzen jonge leiders daar naar, om maar aan te tonen dat het allemaal wel meevalt en dat ouderen zich wel kunnen aanpassen, als ze maar willen. Maar voor de meerderheid zijn de gevolgen dramatisch.
Maar de gevolgen zijn wel steeds meer zichtbaar
Mijn vrouw en ik bezoeken heel veel kerken en gemeenten in ons land. Veel ouderen zijn naar ons toegekomen of hebben ons geschreven. Ze vertellen ons vaak in geen enkele kerk of gemeente meer te komen. Als vervanging wordt er naar televisie-uitzendingen van kerkdiensten gekeken. Soms gaat men ook naar een aparte samenkomst in de week, waar een ouderling nog wat leest uit de Bijbel en waar nog een paar oude liederen gezongen worden. Maar de gemeenschap met het lichaam van Christus als geheel en het bijvoorbeeld gezamenlijk vieren van het heilig avondmaal, kent men helaas niet meer. Velen denken er met weemoed aan terug.
In sommige gemeenten werd zelfs openlijk tegen ouderen gezegd, dat ze maar niet meer moeten komen, tenzij men zich nog een beetje kan aanpassen. Of men zegt letterlijk: 'luister goed, we zijn nu eenmaal zo en we veranderen niet, dus zoekt u maar naar een andere gemeente'. Daarbij gaat men volledig voorbij aan het feit dat ouderen nu eenmaal niet zo gemakkelijk meer opzoek gaan naar een andere kerk of gemeente en dus nergens meer komen.
Luisteren naar ouderen ligt al helemaal niet voor de hand in onze cultuur. Nooit in de geschiedenis is er in korte tijd zoveel veranderd als in de eeuw die achter ons ligt. Er zijn oudere mensen die de eerste wasmachine nog als een wonder hebben begroet. Die hoorden dat er ooit misschien computers zouden komen. En nu? Als je even niet oplet, heb je een zwaar verouderde computer en ben je niet meer compatible. De tijd gaat hard en ouderen worden in onze samenleving geholpen om zoveel mogelijk mee te kunnen. Maar wel met de bedoeling om ze zelfredzaam te maken, want anders hebben ze steeds weer hulp nodig. Dat nodigt niet bepaald uit om ouderen om advies te vragen. Toch is de wijsheid en de kennis van ouderen voor de gemeente van nu, van groot nut en misschien wel van levensbelang. Feitelijk heeft God jong en oud aan elkaar gegeven. Ouderen verdienen een plaats in ons midden en ook gewoon in de gemeente van de 21e eeuw. Ouderen kunnen de nieuwe generatie onder andere leren om trouw te blijven aan God, ook in moeilijke omstandigheden. In Titus 2:1-8 staat zelfs dat ouderen een voorbeeldfunctie hebben. Overigens leert de Bijbel ons juist om ouderen te respecteren en ze een plaats te geven in ons midden.
Alleen de toekomst is anders
In tegenstelling tot wat men nu denkt, ziet de toekomst er toch heel anders uit, dan wat sommigen verwachten. Waar sommige gemeenteleiders volledig aan voorbijgaan is dat één van de belangrijkste ontwikkelingen in deze tijd ‘de wereldwijde toename’ van het aantal ouderen is. Er is sprake van een ‘dubbele vergrijzing’, ouderen gaan in zeer korte tijd een hele nieuwe en interessante doelgroep worden. Niet alleen méér mensen worden oud, mensen zullen gemiddeld ook langer leven. Het aantal personen boven de 60 jaar in Nederland stijgt de komende jaren naar 1/3 van de bevolking en dat gaat al heel snel. Deze enorme verschuiving zal naar verwachting een geheel nieuwe verhouding tussen jongeren en ouderen met zich meebrengen in de gemeente.
Deze situatie is beslist een unicum in de geschiedenis. Bij de regering en veel maatschappelijke organisaties, begint het besef langzaam door te dringen, maar helaas nog niet in de gemeente van de Heer. Tegenwoordig worden we in de wereld om ons heen wel, op veel manieren gewezen op de gevolgen van deze ontwikkeling. Bijvoorbeeld dat de beroepsbevolking daalt in verhouding tot het aantal mensen dat gepensioneerd is. Dat het aantal eenpersoonshuishoudens zal toenemen en dus de vraag naar kleinere woningen etc. Er zijn al speciale beurzen en markten voor ouderen, omdat deze groep ook meestal meer te besteden heeft.
De vraag is, in hoeverre staan we als gemeente stil bij de gevolgen van de dubbele vergrijzing, voor de wijze waarop we gemeente (willen) zijn, in de toekomst?
Het zal in ieder geval helder moeten zijn dat, Bijbels gezien ook ouderen deel zijn van het lichaam van Christus. In een Bijbelse gemeente zal dus plaats en aandacht moeten zijn voor alle leeftijdsgroepen en zonder dat kan de gemeente feitelijk niet bestaan. Als we het Bijbels willen doen, zal er dus gezocht moeten worden naar een manier om samen op te trekken, oud en jong.
De ouderen zijn niet allemaal hetzelfde
Wat ik bedoel te zeggen is, dat er een grote diversiteit bestaat onder ouderen. Vaak hebben we een verkeerd beeld van ouderen. Er wordt ook nog al eens gegeneraliseerd alsof alle ouderen ouderwets en hulpbehoevend zijn. Men spreekt dan gemakkelijk met verkleinwoorden als ‘die oudjes’ of ‘dat lieve omaatje of opaatje’. In deze uitspraken liggen beelden over ouderen opgesloten, waarbij men ouderen naar onze overtuiging geen recht doet en zeker als er gerekend wordt vanaf 60 jaar. Er is een enorm verschil tussen de volop in het werkzame leven staande 60-plusser en de vitale gepensioneerde of de thuiswonende 80-er die niet meer zo mobiel is of de kwetsbare oudere die vrijwel volledig afhankelijk van zorg is.
Belangrijk gegeven
In ieder geval wordt de groep ouderen boven de 60, die nog een volledige baan heeft en ook nog vol en vitaal in het leven staat, in de komende jaren steeds groter. Als we als gemeente ons alleen maar richten op de jongeren beneden de 30 jaar, dan zullen in de komende jaren steeds meer evangelische gemeenten mensen gaan verliezen.
Ouderen een zegen in een gemeente
Ouderen kunnen overigens ook een zegen zijn in de gemeente. In Psalm 92:15 staat: “in de grijze ouderdom zullen zij nog vruchten dragen...” Feitelijk kunnen we geen leeftijdscategorie uitsluiten, de één kan niet zonder de ander. Spanningen tussen jong en oud, de zogenoemde generatiekloof, zijn zeker niet uitgesloten, maar de verschillen moeten worden gerelativeerd. Uiteindelijk is iedereen afhankelijk van het Hoofd van de gemeente (= Jezus) en van elkaar, want zonder dat zijn we geen lichaam van Christus.
Vooral samen
Ouderen en jongeren zouden vooral samen moeten gaan nadenken en bidden, hoe bijvoorbeeld de erediensten in de gemeente te gaan invullen. We zouden ons moeten afvragen op welke manier jongeren, kinderen en ook ouderen kunnen bijdragen aan het programma en niet alleen één bepaalde groep. Bijvoorbeeld over de keuze van de muziek en de liederen in de eredienst op zondag. Er moet zeker ruimte zijn voor andere uitingsvormen in lied, lofprijzing, aanbidding en bijvoorbeeld dans. Maar dat moet wel gelden voor jongeren, kinderen en ouderen. Het zou een geweldige overwinning zijn, als we bereid zouden zijn om in een eredienst ook eens een oud lied te zingen, waar ouderen van genieten en door gezegend worden. Een enkele keer komen we het gelukkig nog tegen in ons land. We zijn er zeker niet, door te zeggen dat de ouderen zich maar moeten aanpassen en dat er anders geen plaats voor hen is in de gemeente. Een gesprek hierover in de gemeente is mijns inziens daarom hard nodig. Het startpunt moet wel zijn, de bereidheid om te luisteren naar wat jongeren én ouderen elkaar te zeggen hebben.
Een paar opmerkingen om over na te denken voor uw gemeente:
- Functioneert de gemeente waar u naartoe gaat wel echt als lichaam van Christus? Dat wil zeggen, kan elk lid (jong en oud) voluit een bijdrage leveren aan de erediensten?
- Welke rol en positie hebben ouderen in dit verband? Wordt er ook nagedacht hoe de gemeente kan worden opgebouwd door hun inzet, toewijding en geloof? Hebben hun adviezen nog betekenis in de gemeente?
- Sta erbij stil hoe uw gemeente haar opdracht kan verstaan en daardoor mede invulling kan geven aan Gods belofte voor ouderen:
“Tot in je ouderdom blijf Ik dezelfde,
tot in je grijsheid zal Ik je steunen.
Wat Ik gedaan heb, zal Ik blijven doen
Ik zal je steunen en beschermen” (Jesaja 46:4).
Dit artikel is geschreven door evangelist Henk Herbold. Bezoek hier zijn website.
Praatmee