‘Ik heb altijd sterk de vraag gehad: voor wie leef ik? En: wat is het leven dat ik hoor te leven? Dat zijn vragen waar de duivel wel mee aan de slag kan. Ik groeide op in een niet-christelijke omgeving. Mijn vader is boeddhist en mijn moeder houdt zich bezig met New Age, via astrologie en numerologie. Zelf begon ik met meditatie, channeling (boodschappen proberen te ontvangen van onzichtbare wezens, red.) en Plant Medicijnen (ceremonies waarbij innerlijke heling gezocht wordt, red.).

Ik deed onderzoek naar spiritualiteit in Schotland en Zuid-Amerika en gaf meditatieles op de Universiteit van Amsterdam. Ik zocht naar iets dat hoger was dan ikzelf. Ik zag geestelijk dingen die anderen niet zagen - vergelijkbaar met een droom, maar dan ben je wakker - en daarmee kreeg ik het gevoel dat mijn leven op een hoger plan kwam. Ik leidde ook groepen om tot ontspanning te komen. Daar was het liefdevol, zacht en verbindend. Toch gebeurden er weleens heftige dingen, bijvoorbeeld mensen die ineens schreeuwden of gingen stuiptrekken. Toen dacht ik dat het een donkerte was dat getransformeerd werd naar licht. Tegelijk voelde ik me buiten die sessies hopeloos en gedeprimeerd.