Aanslag Hamas op Israƫl wijst op de woede van de draak uit Openbaring 12
Iets van de woede van de draak uit Openbaring 12 is te zien in de duivelse haat en woede van Hamas tegen Israƫl. Nietsontziend. Allesverslindend. Gruwelijk. Dood en verderf.
In het boek Openbaring toont God de dingen die spoedig moeten geschieden, richting de wederkomst van de Heere Jezus. In Openbaring 12 staat de draak, de satan, op het punt een zwangere vrouw te verslinden.
Vers 4 zegt:
ā¦en de draak stond voor de vrouw, die op het punt stond te baren, om haar Kind te verslinden, zodra zij Het gebaard zou hebben.
In dit vers gaat het over de geboorte van de Heere Jezus, maar ook over tijden van grote nood voor Israƫl. Tijden die Israƫl vaker heeft meegemaakt.
Wanneer de satan met grote woede aanvalt, weet dan dat God klaar staat om in te grijpen en redding te schenken.
De woede van de draak werd zichtbaar in de farao van Egypte. Hij vaardigde een bevel uit om alle Hebreeuwse babyās te doden, omdat hij vreesde dat de IsraĆ«lieten te talrijk zouden worden. Dood en verderf. Maar de Heere spaarde Mozes en zond door hem verlossing voor het hele volk. Hij leidde het volk vanuit de slavernij in Egypte naar het Beloofde Land.
De woede van de draak werd opnieuw zichtbaar direct na de geboorte van de Heere Jezus. Herodes was bang dat er een nieuwe koning was geboren, voelde zich bedreigd en liet de jongetjes van Bethlehem afslachten. Opnieuw dood en verderf. Maar de Heere waarschuwde tijdig Jozef en Maria, zodat ze konden vluchten naar Egypte.
Net als nu in het grensgebied van Israel met Gaza klonk het ooit:
Er is een stem gehoord in Rama, een rouwklacht,
een zeer bitter geween:
Rachel weent over haar kinderen.
Ze weigert zich te laten troosten
over haar kinderen,
want zij zijn er niet meer (Jeremia 31:15).
Maar het lukte de draak niet om het Kind te verslinden. Hij, de Heere Jezus, kwam om, zoals Simeon het uitdrukte, een licht te zijn om de heidenen te verlichten en Uw volk Israƫl te verheerlijken (Lukas 2:32). Hij kwam om Zijn leven te geven aan het kruis van Golgotha als een losprijs voor velen, Joden en heidenen, om hen voor eeuwig te redden.
Ruim 1900 later, om er nog een tragedie uit te lichten, werd het Joodse volk geconfronteerd met de Holocaust. Opnieuw werd de woede van de draak zichtbaar in het Duitse nazisme, de poging om het hele Joodse volk uit te roeien, een ongekende genocide. Maar de Heere greep in, redde Zijn volk en gaf hun het eigen thuisland opnieuw in bezit. Een nieuw begin.
Nu is er een andere vijand, als werktuig van de draak, in actie gekomen: Hamas. Een terreurgroep voor wie het leven geen waarde heeft, die de dood verheerlijkt. Op de vroege zaterdagmorgen van 7 oktober werden ongeveer 1400 mensen, waarvan het merendeel Joodse mensen betrof, op een gruwelijke wijze afgeslacht. Duivels, demonisch. De woede van de draak werd opnieuw zichtbaar.
Bid dat er geen (voortijdige) Derde Wereldoorlog uitbreekt. Er komen momenteel zoveel mensen tot geloof, in de moslimwereld en ook in Israƫl. Ook dat wil de satan verhinderen, misschien wel door aan te sturen op een grote wereldbrand.
Psalm 83 wijst ook op het woeden van de draak, de satan, tegen Israƫl. Onder meer via de omliggende volken wil hij Israel van de wereldkaart laten verdwijnen, om zo de vervulling van Gods beloften richting de komst van Zijn Koninkrijk te verhinderen. In die Psalm van Asaf wordt tot God gebeden:
O God, zwijg niet, houd U niet doof,
wees niet stil, o God.
Want zie, Uw vijanden tieren,
wie U haten, steken hun hoofd omhoog.
Zij beramen listig een heimelijke aanslag tegen Uw volk
en beraadslagen tegen Uw beschermelingen.
Kom, zeiden zij, laten we hen uitroeien, zodat zij geen volk meer zijn
en aan de naam van Israƫl niet meer gedacht wordt.
Vervolgens wordt in deze Psalm een aantal vijandelijke volken aangewezen als de vijanden van het volk Israƫl. Onder hen wordt ook Filistea genoemd (vers 8). Juist Filistea is het huidige Gaza, waar de Filistijnen woonden.
De Psalm besluit met het gebed tot God dat Hij hen zal achtervolgen met Zijn storm, hun schrik zal aanjagen met Zijn wervelwind, dat hun gezicht bedekt zal worden met schande, opdat āā¦zij, HEERE, Uw Naam zoekenā (vers 16 en 17).
Zo mogen ook wij bidden dat God hun vijandschap tegen IsraĆ«l zal stoppen en dat ze Hem gaan zoeken en leren kennen, opdat āā¦zij weten dat U - Uw Naam is HEERE ā U alleen, de Allerhoogste bent over de hele aardeā (vers 19).
De draak heeft gelukkig geen onbeperkte macht. Er staat een troon in de hemel, ook nu, lezen we in Openbaring 4. Er zit Iemand op de troon, de Heere Zelf, Hij regeert.
Hij ziet het lijden van Zijn volk, Hij ziet de dreiging. Ik geloof dat Hij ernaar verlangt dat Zijn volk tot inkeer zal komen, hun zonde zal belijden en tot Hem, de Messias, zal gaan roepen om redding en genade.
De draak heeft niet het laatste woord. De Heere zal gegarandeerd zeker de totale en volkomen overwinning behalen. Er komt een einde aan de macht van de draak.
Nu woedt er nog een geestelijke strijd om het volk Israƫl. Er kan zeker nog veel lijden over het volk komen, maar het Joodse volk zal leven, herleven. De Geest zal hen tot leven brengen, lezen we in Ezechiƫl 37. Ze zullen de Messias erkennen en herkennen, Hem in het geloof omhelzen.
Misschien wel beter gezegd: Zoals de vader zijn āverlorenā zoon omhelsde, zo zal de Messias hen omhelzen (Lukas 15).
Hoelang dat nog gaat duren? Het is in Gods hand, Hij weet het precies. Wij mogen erom bidden, er in geloof naar uitzien.
Jeremia 29:11-14, woorden die ook ons mogen bemoedigen, maar die allereerst tot Israƫl worden gesproken, zegt zo mooi:
Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de HEERE. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven.
Dan zult u Mij aanroepen en heengaan, u zult tot Mij bidden en Ik zal naar u luisteren.
U zult Mij zoeken en vinden, wanneer u naar Mij zult vragen met heel uw hart.
Ik zal door u gevonden worden, spreekt de HEERE, Ik zal een omkeer brengen in uw gevangenschap en u bijeenbrengen uit alle volken en uit alle plaatsen waarheen Ik u verdreven heb, spreekt de HEERE, en Ik zal u terugbrengen naar de plaats vanwaar Ik u in ballingschap heb gevoerd.
De huidige crisissituatie spoort christenen wereldwijd aan om naast en achter Israƫl te gaan staat, om het volk te troosten, te ondersteunen, voor hen te bidden.
Denk aan de woorden van Esther 4:14, gesproken door Mordechai tegen Israƫl, toen ook al een uitroeiing van de Joden dreigde:
Als je je in deze tijd in diep stilzwijgen hult, dan zal er vanuit een andere plaats verlichting en verlossing voor de Joden komen, maar jij en het huis van je vader zullen omkomen. En wie weet of jij niet juist voor een tijd als deze tot deze koninklijke waardigheid bent gekomen.
Met Joƫl 2:17 roepen we het uit:
Ontzie, spaar Uw volk, HEERE.
En we pleiten op vers 18:
Toen nam de HEERE het op voor Zijn land,
en Hij spaarde Zijn volk.
Heere, luister.
Heere, vergeef.
Heere, sla er acht op en doe het, wacht niet langer, omwille van Uzelf, mijn God (Daniƫl 9:19a).
Dirk van Genderen is Bijbelleraar. Klik hier om zijn website te bezoeken.
Praatmee