John van den Heuvel zat week na aanslag op Peter R. de Vries in de kerk: "Ik was echt boos"
Door zijn werk heeft misdaadverslaggever John van den Heuvel (59) veelvuldig te maken met bedreigingen. Zoveel zelfs dat hij voortdurend wordt beveiligd. In een interview met de NRC vertelt hij over deze bedreigingen en hoe hij ermee omgaat. Van den Heuvel stelt daarbij onder meer veel steun te hebben aan zijn geloof, al begrijpt hij soms niets van de kerk: “Ik vind dat de kerk de ontkerkelijking aan zichzelf te wijten heeft.”
Hoewel Van den Heuvel katholiek opgroeide, deed hij als volwassene niet zoveel meer met zijn geloof. Omdat hij als kind geleerd had dat bidden troost gaf, begon hij er weer mee toen hij zich “rot” voelde. Ook raakte hij geïnteresseerd in het geloof doordat zijn vrouw er veel steun in vond. In eerste instantie ging hij dan ook voor zijn vrouw mee naar kerk. “Ik merkte dat de kerk me rust gaf. Dat het me een spiegel voorhield. Ik ging meer nadenken over de diepere vragen van het leven. Waarom ben ik zo materialistisch? Wat beteken ik eigenlijk voor anderen? Door het geloof word je teruggeworpen op waar het allemaal om draait.”
De misdaadjournalist noemt zichzelf een “atypische gelovige”: “Soms zit ik in de kerk en denk ik: waar gaat dit over, dit staat zover af van de maatschappij.” Daarbij refereert hij vervolgens aan de zondag na de aanslag op Peter. R. de Vries: “We gingen de week erna naar de kerk, zoals altijd. En er werd voor alles en nog wat gebeden, maar niet voor hem. Er werd gebeden voor een goede vakantie voor iedereen. Ik werd echt boos. Wat zit ik hier nu eigenlijk te doen? Ik vind dat de kerk de ontkerkelijking aan zichzelf te wijten heeft.”
Praatmee