Geloofsdaden ontstaan maar zelden na een kalme berekening
Kaleb was een van de twaalf verspieders die Mozes bij de grens van het land Kanaän aangekomen, om dat land te verkennen.
Twaalf verspieders verkenden het beloofde land. Ze kregen allemaal hetzelfde te zien. Ze konden allemaal zien dat Kanaän een fantastisch mooi en vruchtbaar land was, maar tien van hen zagen alleen de reuzen, de hoge muren om de steden en de dikke grendels op de poorten.
Twee van hen bekeken dezelfde situatie met andere ogen. Zij brachten een heel ander verslag uit.
Het advies van de tien was: ‘Dit land kunnen wij niet veroveren. Laten we maken dat we wegkomen.’ Het oordeel van de twee was: ‘De HERE zal ons de overwinning geven.’
Waarom kwamen Kaleb en Jozua met een ander advies?
De Bijbel zegt: Kaleb had een andere geest. Kaleb wilde de HERE volgen en vertrouwen (Numeri 14:24). Je zou kunnen zeggen dat de tien de situatie bekeken met de ogen van een militair. De andere twee deden dat ook, maar hielden rekening met een andere factor: dit land was hen door God beloofd. Ze beoordeelden de situatie vanuit hun geloof.
En dat maakt een groot verschil!
Geloofsdaden ontstaan maar zelden na een kalme berekening. Het was niet de logica die Mozes ertoe bracht zijn staf op te heffen aan de oever van de Rode Zee. David ging niet met Goliat het gevecht aan, omdat hij dacht dat hij sterker was. Het was niet het medische onderzoek dat Naäman ervan overtuigde dat hij zich zeven keer in de rivier moest dompelen.
Al deze mensen handelden vanuit een andere geest.
Dat is meer dan een positieve instelling. Ik denk dat je die andere geest zeker in verband mag brengen met de Heilige Geest. Het is de Geest die op Jezus rustte. De Geest die Hij aan al Zijn kinderen wil geven: ‘een Geest van wijsheid en inzicht, een Geest van kracht en verstandig beleid, een Geest van kennis en eerbied voor de Heer’ (Jesaja 11:2).
De wereld van nu staat voor reusachtige problemen. Het is belangrijk om die onder ogen te zien. God gaf lang geleden in de woestijn ook de opdracht eerst het land te verkennen. Geloof maakt mensen niet roekeloos en ontkent ook geen harde feiten.
Het gaat moeilijk worden. Iedereen zal offers moeten brengen. Voor Israël gold ook: er zal moeten worden gevochten. In de strijd zullen mensen sneuvelen. De vijand zal zich niet zomaar overgeven.
Maar wie gelooft, staat anders in de strijd. Een strijd die zich niet alleen op economisch vlak afspeelt. Ernstige ziekte kan een gevecht zijn. En wat dacht je van de zonden in je eigen leven?
Niets wordt je zomaar in de schoot geworpen. Maar met God en in Zijn kracht zijn we meer dan overwinnaars. Hij strijdt met en voor ons. En elk gevecht samen met Hem heeft perspectief.
Kaleb: ‘Zij hebben niemand die hen beschermt, maar wij worden bijgestaan door de HEER' (Numeri 14:9).
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer.
Praatmee