Moeilijke Bijbelteksten: Waarom krijgt Kaïn meer aandacht dan Abel en Set?

In de serie Moeilijke Bijbelteksten behandelt Bijbelleraar Marco van Putten in korte artikelen onderwerpen uit de Bijbel die moeilijk worden gevonden. Dit artikel gaat over de geschiedenis van Kaïn die opmerkelijk genoeg in de Bijbel meer aandacht krijgt dan Adams zonen Abel en Set.
De eerstgeboren zoon van Adam en Eva was Kaïn (Hebreeuws Qajin). Zijn naam komt van de Hebreeuwse stam qanah – verkrijgen. Kaïn is bekend om zijn broedermoord. Veel belangrijker is dat over deze man gesprekken met God in de Bijbel zijn opgenomen. God sprak met Kaïn over zijn offer (Gn 4:6-7) en nadat hij zijn broer Abel had doodgeslagen (Gn 4:9-15). Dat is opmerkelijk, want zijn broers Abel en Set worden als vroom weergegeven op basis van de keuzes die zij maakten, maar hun gesprekken met God staan niet in de Bijbel. Op zich is het logisch dat aan de eerstgeboren zoon meer aandacht wordt gegeven. Hij was immers de rechthebbende om zijn vader op te volgen. In Genesis 4 wordt dit blijkbaar door God ingesteld.
Godsdienstige opvoeding
Van belang is te realiseren dat Gods spreken tegen Kaïn pogingen waren om hem in Zijn wil te houden of erin terug te brengen. Dit is godsdienstige opvoeding. Opvallend genoeg is het niet Adam, zijn fysieke vader, die deze opvoeding geeft, maar God. Adam wordt helemaal niet genoemd in de geschiedenis van Kaïn! Voor God lijkt Kaïn al de positie van Adam te hebben overgenomen.
Geboorte van Set
Vanaf Genesis 4:2 worden er grote stappen gemaakt in het verhaal. In de verzen 1-2 wordt gesproken over de geboorte van twee zonen van Adam en Eva en meteen ook over het beroep dat ze gingen uitoefenen. Vers 3 gaat dus over Adams volwassen geworden zonen. In vers 25 staat dat Eva opnieuw zwanger werd van Adam en een derde zoon werd geboren die ze de naam Set (Hebreeuw Sjet – tot stand brengen). Traditioneel wordt aangenomen dat Eva pas zwanger werd na de dood van Abel. Dit heeft te maken met de gedachte dat seksuele gemeenschap zondig is en dus alleen plaatsvindt als daar een reden voor is. In dit geval herstel van het verlies van Adams erfgenaam. Maar dat is natuurlijk onzin.
De lezer wordt echter op ‘het verkeerde been’ gezet omdat de geboorte van Set pas wordt beschreven na de geschiedenis van Kaïn. Het ligt echter voor de hand dat Set tijdens het leven van Kaïn en Abel werd geboren en dus gewoon samen met zijn broers opgroeide. Wat wel aannemelijk is dat Set een stuk jonger was. Zijn leeftijd en het feit dat hij de derde zoon was maakte dat hij niet ‘in beeld was’ als erfgenaam. Dat veranderde meteen na de dood van Abel en het wegtrekken van Kaïn.
God strafte Kaïn voor zijn zonden. De broedermoord was dan wel de ergste zonde, maar Kaïns zonden begonnen volgens de Bijbel al veel eerder. Hij had blijkbaar een boos hart of in elk geval de woorden van zijn ouders over hun leven met God in de omsloten tuin van Eden niet serieus genomen. Zij zullen hem over God verteld hebben en wat hun roeping als mensen op aarde was (2:15). Abel had die woorden wel serieus genomen en begon met het offeren aan God. Kaïn deed zijn broer na, maar bracht een verkeerd offer. God sprak Kaïn erop aan dat hij moest leren om net als zijn broer Abel en zijn vader te heersen over de zonde (4:7). Hij koos er echter voor om zich door de zondigheid te laten leiden. Dan volgt een andere zonde van Kaïn: hij had geen liefde voor zijn jongere broer Abel (vers 9).
Verdieping van Adams vervloeking
God liet Kaïn dus herhaaldelijk weten dat Hij heel goed wist wat hij dacht en deed. Wat Hij vervolgens Kaïn aanzegde is een verdieping van de vervloeking over Adam (3:17-19). Adam zou dan wel met grote inspanning zijn levensinkomen moeten bewerken, maar voor Kaïn zou de aarde niets meer opbrengen. Hij zou dus moeten zoeken naar voedsel die anderen uit de aarde verkregen en dit afpakken en daarna wegvluchten. Hij zou dan van de ene naar de andere plek zwerven. Hetzelfde bestaan als satan (Job 1:7).
Behoud van Kaïn
Traditioneel wordt Gods bestraffing van Kaïn opgevat als verbanning. Er staat een woord dat van de Hebreeuwse woordstam garasj is afgeleid die ook is gebruikt bij de verbanning van Adam en Eva uit de omsloten tuin van Eden (3:24). Maar het is wel Kaïn die over verbanning spreekt en niet God, zoals bij Adam en Eva. Blijkbaar schermde God het gezin van Adam af voor Kaïn. Dat kan als ‘bewijs’ dienen dat Adam en Eva inmiddels al meer kinderen hadden. Waarschijnlijk zag Kaïn ook in dat zijn vader hem niet alleen streng zou straffen voor de moord op Abel, maar hij ook nooit zijn erfgenaam en opvolger zou zijn. Hij had ‘thuis’ niets meer te zoeken. Wellicht schaamde hij zich ook. Opvallend is wel dat God Kaïn niet volledig in de steek laat, maar ervoor zorgt dat hij zich kan handhaven tegenover de wrekers van zijn geweld. De eerste wreker was natuurlijk zijn eigen vader. God bood hem dus een weg tot herstel (27:40). Het was wel een weg van eigen kracht en geweld. Maar ondanks dat traditioneel Kaïn als fout wordt weggezet worden aan hem 17 verzen besteed. Aan Abel en Set hoogstens twee of drie.
Kaïns nageslacht
Hoe kwam Kaïn vervolgens aan een vrouw? Het noemen van Set wijst erop dat Adam wist dat de heerschappij op aarde bij de man lag. Dan ligt er dus ook nadruk op de zonen die een man verkrijgt voor de opvolging, de erfenis en het voortzetten van de nalatenschap. In 5:4 staat echter terloops dat Adam en Eva niet alleen drie zonen kregen maar in hun lange leven ook vele andere kinderen: zonen en dochters. Het zou dus zomaar kunnen zijn dat Kaïn en Abel opgroeide met een aantal zussen. Het feit dat de Bijbel ze niet noemt sluit die mogelijk niet uit. Zo gedetailleerd is de Bijbelbeschrijving namelijk zelden. Zoals dat gaat in grote gezinnen ontstaan er voorkeuren. De ene trekt beter op met de ander. Het moet haast wel zo zijn geweest dat Kaïn en Abel opgroeide in een gezin met een aantal zussen. Toen Kaïn wegvluchtte van Adams gezin heeft hij blijkbaar gezelschap gekregen van een of meerdere zussen en/of nichten. Een van hen schonk hem zijn opvolger die Henoch werd genoemd. De Bijbel noemt zes generaties na Kaïn en vermeldt bij de laatste dat die in de schoot van Kaïn werden gedragen (Toeval-Qajin). Kaïn leefde dus nog toen Noach door God geroepen werd.
Praatmee