Moeten christenen de islam als een bedreiging beschouwen?
De islamitische bedoeĆÆenen (woestijnnomaden) stammen af van het Arabisch schiereiland, zowel van IsmaĆ«l (Abrahams zoon) als van Ezau/Edom (Abrahams kleinzoon) (door diens huwelijk met een dochter van IsmaĆ«l) Ć©n via Ketura eveneens van Abraham (Gen. 25:1-6). Deze moslims vormen het hartland van de latere islam, zo betoogde ik in mijn recente boek IsraĆ«l en de hiel van Ezau.
Het supersessionisme is de theologie die zegt dat de (nieuwtestamentische) Kerk de plaats van het (etnische) IsraĆ«l heeft ingenomen, precies zoals de islam beweert dat de Oemmah (de wereldwijde moslimgemeenschap) bij God de plaats heeft ingenomen van het (etnische) IsraĆ«l. Hierin komen supersessionisten en moslims met elkaar overeen: het (etnische) IsraĆ«l heeft als zodanig geen plaats meer in Gods bestel. Voor de individuele Jood is er slechts hoop als deze zich aansluit bij āde Kerkā respectievelijk de Oemmah. Voor de Jood is er slechts eeuwige hoop als hij een christen Ć³f een moslim wordt.
Praatmee