Veiligheidstroepen van het Islamitische Revolutionaire Garde Korps (IRGC) vielen een samenkomst binnen in Gatab, waar ongeveer 80 christenen bijeen waren. De agenten namen Bijbels, mobiele telefoons en muziekinstrumenten in beslag. Ooggetuigen melden dat de agenten kruisen van de nekken van aanwezigen rukten en hen dwongen de wachtwoorden van hun elektronische apparaten prijs te geven. Volgens mensenrechtenorganisatie Article 18 verhinderden de autoriteiten bovendien dat medische hulpverleners gewonde christenen konden helpen.

De volgende dag mocht Rajabi haar familie kort telefonisch informeren over haar gevangenschap in de stad Sari. De Iraanse autoriteiten hebben nog geen officiële aanklachten tegen haar bekendgemaakt.

Ernstige vervolging van christenen
De vervolging van christenen in Iran is ernstig en systematisch. Het land kent een lange geschiedenis van onderdrukking van christelijke minderheden. De islamitische republiek hanteert wetgeving die volledig in lijn moet zijn met de islam en de sharia. Hierdoor is het strafbaar om een andere religie dan de islam te verspreiden. De doodstraf wordt zelfs voorgeschreven voor het beledigen van de profeet Mohammed.

Volgens een rapport van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken uit 2023 verbiedt de Iraanse wet moslimburgers om hun geloof te veranderen of af te zweren. Dit betekent dat christelijke bekeerlingen in het land constant gevaar lopen.

De organisatie International Christian Concern (ICC) meldt in haar Global Persecution Index dat het Iraanse Ministerie van Justitie christenen vaak beschuldigt van verzonnen veiligheidsmisdrijven. 'Er is nauwelijks sprake van een eerlijke rechtsgang, en gevangenen worden vaak blootgesteld aan de meest afschuwelijke behandelingen', aldus ICC.

Een medewerker van ICC bevestigt dat de situatie voor christenen in Iran steeds gevaarlijker wordt: “Terwijl het christendom blijft groeien in Iran, geeft het theocratische regime geen enkele blijk van verzoening. De gewelddadige campagne tegen christenen en andere religieuze minderheden gaat onverminderd door.”