Bijzondere opgraving Jeruzalem onthult sporen uit tijd van koning Hizkia

Tijdens een opgraving in de wijk Arnona, vlakbij Jeruzalem, hebben archeologen bewijsmateriaal gevonden dat duidt op de impact van de oorlog die de Assyrische koning Sanherib voerde tegen het Koninkrijk Juda. Dit maakte de Israëlische Oudheidkundige Autoriteit (IAA) woensdag bekend. Het gaat om restanten uit de tijd van de Bijbelse koning Hizkia.
Bij de opgraving werden twee administratieve gebouwen blootgelegd, evenals meer dan 180 handvatten van voorraadkruiken met Hebreeuwse opschriften. De IAA beschreef deze vondsten als “indirecte sporen” van Sanheribs veldtocht, die begon in 701 voor Christus.
Dit is de eerste keer dat dergelijke bewijzen zo dicht bij het oude Jeruzalem zijn gevonden. “De oorspronkelijke administratie van Juda op deze locatie werd volledig verwoest, waarna de Assyrische bezetters een nieuw gebouw bovenop de resten hebben gebouwd", aldus de IAA.
De directeuren van de opgraving, Neria Sapir, Natan Ben-Ari en Benyamin Storchan, zeiden: “We hebben restanten ontdekt van een koninklijk administratief centrum uit de tijd van koning Hizkia, mogelijk zelfs uit de tijd van zijn vader, koning Achaz.” Dit centrum functioneerde in het laatste derde deel van de 8e eeuw voor Christus, maar werd tot de fundamenten toe verwoest en begraven onder een enorme hoop stenen.
Sanherib, de Assyrische koning, wordt in de Bijbel vermeld in onder andere 2 Koningen, 2 Kronieken en Jesaja. In het boek Jesaja staat: “In het veertiende jaar van koning Hizkia trok Sanherib, de koning van Assyrië, op tegen alle versterkte steden van Juda en veroverde ze” (Jesaja 36:1).
Hoewel Sanherib de steden van Juda innam, viel hij Jeruzalem niet aan. Volgens zowel de Bijbel als Assyrische verslagen, trok Sanherib zich terug nadat koning Hizkia schatting had betaald. De Bijbel voegt hier echter aan toe dat “de engel van de HEER” een groot deel van het Assyrische leger vernietigde voordat ze de stad konden aanvallen. “En de engel van de HEER ging uit en sloeg 185.000 man in het kamp van de Assyriërs. Toen de mensen de volgende ochtend opstonden, zie, dit waren allemaal dode lichamen. Toen vertrok Sanherib, de koning van Assyrië, en keerde terug naar Ninevé” (Jesaja 37:36-37).
Deze bevrijding volgde nadat koning Hizkia voor Israël had bemiddeld en God via de profeet Jesaja had geprofeteerd: “Hij zal deze stad niet binnenkomen, noch een pijl hierheen schieten. Ik zal deze stad verdedigen en redden, omwille van Mijzelf en omwille van Mijn dienaar David” (Jesaja 37:33-35).
Praatmee