Ook Maarten Luther ademde Jodenhaat in: hoe is het zover gekomen?
'Wat moeten wij christenen nu doen met dit verworpen, verdoemde volk der Joden? Ik zal mijn trouwe raad geven. Ten eerste moet men hun synagogen of scholen in brand steken en wat niet branden wil, moet men met aarde overdekken. Ten tweede dat ook hun huizen eveneens afgebroken en verwoest worden, want daar doen ze hetzelfde als wat ze in hun scholen doen. Ten derde moet men hun al hun gebedenboeken en Talmoed afnemen, waarin zulke afgoderij, leugen, vloek en lastering geleerd wordt', deze uitspraken zijn afkomstig van reformator Maarten Luther.
Omdat Maarten Luther leeft in de nadagen van de middeleeuwen is hem echter ook het anti-JudaĆÆsme met de paplepel ingegoten. Hij ademt het anti-JudaĆÆsme en echte Jodenhaat in, zoals alle anderen. Na de afschuwelijke kruistochten, de pest en andere dieptepunten voor de Joden, die plaatsvinden in de eeuwen vĆ³Ć³r Luther het levenslicht ziet, is de Jodenhaat ook alleen maar toegenomen. De kritiek van het gewone volk op de kerk en haar leiders, van wie de Joden juist zoveel te lijden hebben gehad, richt zich ook op de Joden. Zij worden gezien als uitbuiters die het volk onderdrukken.
Wil je verder lezen?
Als lid krijg je onbeperkt toegang tot cvandaag.nl
Praatmee