Dit artikel is nu opgeslagen in je
dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.
Op 7 en 8 september is het Rosh HaShana, Joods Nieuwjaar. Geen groot vuurwerk. Wel de ramshoorn, de shofar, die klinkt en die tien dagen van bezinning aankondigt. De jamiem nora’iem. Letterlijk: de schrikwekkende dagen. De tiende dag van het nieuwe jaar is de Grote Verzoendag. Het blazen van die bazuin is een van de weinige keren dat de synagoge hoorbaar en opvallend naar buiten treedt. Alsof het bazuingeschal voor de hele wereld is bestemd. En dat is misschien ook wel zo.
Rosh HaShana heeft niet zoveel rites. Je stuurt elkaar nieuwjaarswensen (ik heb hier een stapeltje klaarliggen) en je schrijft dat je hoopt dat de ontvanger ‘bijgeschreven’ zal worden in het grote levensboek. Je eet lekker zoet – vooral zoete appeltjes – want zuur en bitterheid neem je niet mee het nieuwe jaar in. En je hebt tien dagen van bezinning voor de grote dag van de Verzoening. Die tien dagen heb je om schoon schip te maken, want je mag het nieuwe jaar niet beginnen met een rugzak vol oud zeer en andere ellende.