Dit artikel is nu opgeslagen in je
dashboard.
Bewaar artikelen in je dashboard.
Annemarieke Graveland en ds. Piet van Midden gaan de komende tijd samen de Bijbel door, te beginnen bij het boek Ruth. Iedere week leest Annemarieke een hoofdstuk uit dit boek waar ze op maandag een column over schrijft. Dominee Piet van Midden reageert vrijdag op deze column.
Dank voor je leerzame bijbelcolumn. Je schreef al: Ruth is een klein boekje. Je bent er snel doorheen, maar de betekenis is groot. Laat ik beginnen met waar jij eindigt: bij koning David. Heeft hij wel echt bestaan? Als iemand alleen in de Bijbel wordt genoemd en niet in een buitenbijbelse bron, dan betwijfelt men al snel of zo’n persoon niet bedacht of mythisch is. Salomo wordt bijvoorbeeld alleen in de Bijbel genoemd. Maar van de koningen in Noord-Israël weten we uit buitenbijbelse bronnen soms meer dan uit de Bijbel zelf. Dat komt door de blikrichting van de bijbelschrijver: die is niet als van een moderne historicus die de loop der dingen en de gevolgen daarvan onderzoekt, maar iemand met een religieuze blik die de koningen afmeet aan hun trouw aan God. Of iemand dan ‘echt bestaan’ heeft, interesseert me doorgaans niet. In de Bijbel heeft hij/zij bestaan. Die tekst spreekt tot me en die leg ik uit.