Tijdens zijn jaarlijkse toespraak aan het begin van het jaar stelde de paus onder meer dat we in een tijd leven waarin de vrede bedreigd wordt. Daarbij verwees hij naar de oorlogen in Oekraïne en Israël, maar ook naar migratie, de klimaatcrisis en de productie van kernwapens. Hij vroeg daarbij aandacht voor de in zijn ogen toenemende schending van mensenrechten. 

Daarnaast noemde paus Franciscus specifiek draagmoederschap als een bedreiging voor de menselijke waardigheid. Hij stelde dat het leven van ongeboren kinderen beschermd moet worden en niet moet worden ingezet als een voorwerp van mensenhandel. “De praktijk van draagmoederschap beschouw ik als verachtelijk”, aldus de paus. “Het is een ernstige schending van de waardigheid van vrouw en kind dat gebaseerd is op het uitbuiten van materiële behoeften van de moeder.” 

De paus zei verder dat een kind een geschenk is en nooit de basis kan zijn van een commerciële overeenkomst. Hij riep daarom op tot een wereldwijd verbod op draagmoederschap. Eerder noemde de paus draagmoederschap al ‘het huren van de baarmoeder’ en kwam daar openlijk tegen in verzet. 

Bij draagmoederschap, wordt een vrouw betaald om een kind te baren voor iemand anders. Het gaat daarbij meestal om stellen die geen kinderen kunnen krijgen of homoseksuele stellen. In veel landen is het draagmoederschap inmiddels verboden. Door de oorlog in Oekraïne kwam naar buiten dat er met draagmoederschap in dat land enorm vele geld verdiend wordt. Oekraïne is namelijk een van de weinige landen ter wereld waar draagmoederschap voor buitenlanders is toegestaan. Daardoor kunnen stellen uit andere landen hier een draagmoeder zoeken voor hun kind. Daarbij worden vrouwen uit arme en kwetsbare gemeenschappen vaak gebruikt als draagmoeder in ruil voor geld.