Opkomen voor Israƫl: Wie durft dat tegenwoordig nog?

āOmwille van mijn volksgenoten, mijn broeders en zusters met wie ik mijn afkomst deel, zou ik bijna bidden zelf vervloekt te worden en van Christus gescheiden te zijnā - Romeinen 9:3.
Tijdens de zendingsreizen die de apostel Paulus maakte, speelden de Joden in de diverse steden lang niet altijd een positieve rol. Door toedoen van zijn eigen landgenoten werd het Paulus redelijk vaak heel lastig gemaakt.
Toch peinsde Paulus er niet over zijn afkomst te verloochenen. Verre van dat. Paulus lag wakker om zijn eigen volk. De zoon van God was immers ook voor hen naar de aarde gekomen. Hij was hun Messias.
Maar fel was het verzet van de Joden tegen de prediking van Paulus dat Jezus de Messias was.
Paulus is in het hoofdstuk dat voor ons ligt, Romeinen 9, buitengewoon emotioneel. Zoals gezegd: het doet hem vreselijk pijn dat IsraĆ«l als geheel Jezus niet als Gods Messias aanneemt. Voor het behoud van zijn volk heeft hij alles over. āOmwille van mijn volksgenoten, mijn broeders en zusters met wie ik mijn afkomst deel, zou ik bijna bidden zelf vervloekt te worden en van Christus gescheiden te zijnā (vers 3).
Daarom heeft het Paulus buitengewoon veel pijn gedaan dat in de christelijke gemeenten steeds meer de gedachte opkwam dat God Israƫl had gepasseerd. Ook in de gemeente van Rome werd dat verkondigd. Joden en christenen hadden daar zelfs een slechte relatie.
Paulus wordt er emotioneel van als hij de gemeente van Rome daarover schrijft. Moet u horen: āOmdat ik een ben met Christus spreek ik de waarheid, en mijn geweten, geleid door de Heilige Geest, is mijn getuige dat ik niet lieg!ā De gemeente van Rome moet weten dat zijn volk, zijn landgenoten, het volk IsraĆ«l, absoluut niet had afgedaan voor God.
Ja, IsraĆ«l heeft Jezus de Nazarener verworpen en niet als de Messias erkend. Jezus Christus is gekruisigd onder Pontius Pilatus, omdat IsraĆ«l āKruisig hem!ā had geschreeuwd. Maar, Gods beloften voor IsraĆ«l na Goede Vrijdag, na Pasen, na Pinksteren, golden nog steeds! āGods belofte is niet komen te vervallen,ā schrijft Paulus in vers 6.
Opkomen voor Israƫl. Wie durft dat tegenwoordig nog? Je kunt dat als je in Gods beloften gelooft. We steunen Israƫl niet om wat zij doen, maar om wat God gedaan en gezegd heeft.
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer.
Praatmee