Amin bad vijf keer per dag tot Allah (totdat hij droomde over Jezus)
Amin groeide op in Iran. Hij bad vijf keer op een dag en sprak verzen in het Arabisch in een poging contact met Allah te krijgen. Hij vertelt: "Op een dag dacht ik: Waarom, als Allah God is, moet ik in het Arabisch tot hem spreken en niet in het Farsi, mijn eigen taal? Kent Allah die taal niet?"
"Toen bad ik: “God, als U echt leeft, openbaar Uzelf aan mij. Ik wil met U praten, zo graag in mijn eigen taal”."
Zeven dagen later, in een nacht, gebeurde er iets bijzonders. "Ik had een droom over Jezus Christus. Hij kwam niet alleen naar mij, maar ook naar mijn moeder Marian en zus Elham, in diezelfde nacht. Hij was licht. Hij sprak mijn moeder aan bij haar eigen naam, in het Farsi: “Marian, ik ben Jezus Christus”."
Amin hoorde geluiden in de kamer naast hem, waar zijn moeder en zus sliepen. Ze vertelden hem over hun droom. ‘We hadden een droom van Jezus Christus.’
"Ik had ook een droom over Hem", reageerde Amin. "Toen ze mij hun dromen vertelden, boog ik mijn hoofd en begon te huilen. Ik wist zeker dat God tot ons wilde spreken en ervaarde iets van Zijn aanwezigheid."
Een bijzonder bezoek
Vijf uur later klopte er een vriend aan, om tien uur ’s morgens. Toen hij binnenkwam, legde hij direct een Nieuwe Testament op tafel en zei: "Ik wil met jullie over Jezus Christus spreken. Jezus is niet alleen een profeet, Hij is de Zoon van God. Hij stierf aan het kruis en stond op de derde dag weer op."
"Mijn moeder zei: “Stop. Waarom deel je het Evangelie met ons? Waarom spreek je vandaag over Jezus? Waarom vertelde je ons niet eerder over Hem? Wij hebben vannacht allemaal over Jezus Christus gedroomd”.
Hij vroeg ons onze dromen te delen. Toen mijn moeder de droom deelde, begon hij luid te huilen. “U zei dat het om vijf uur in de morgen was dat jullie deze droom hadden. Precies op dat moment hoorde ik de stem van de Heere Jezus Christus. Hij zei: Mijn zoon, neem Mijn Woord en ga naar Amin’s huis. Ze zijn er klaar voor om Mijn woorden te horen?”"
"Een muur hield mij lange tijd tegen"
Deze vriend, die christen is, wilde al lange tijd een Bijbel naar deze familie brengen, maar voelde dat er een muur was tussen hem en de deur van hun huis. Nu voelde hij dat hij kracht ontving om het Evangelie met hen te delen.
Toen hij hun het Evangelie vertelde, was de Heilige Geest daar aanwezig, hoewel ze nog niets over de Heilige Geest wisten. "We gaven allemaal ons hart aan de Heere Jezus Christus, aan onze God en onze Redder, hoewel we nog niet goed wisten wat dat inhield."
Vele jaren drong een geestelijke honger Amin tot studie van dat Nieuwe Testament dat ze hadden ontvangen van hun vriend. Hij deelde het Evangelie ook met anderen. "Om de beurt hadden we het Nieuwe Testament een aantal dagen. We lazen en leerden over Jezus."
De vriend die het Evangelie met hen had gedeeld, bracht hen in contact met enkele Amerikaans Iraanse dominees, die via de satelliet Bijbelcursussen gaven, die ze ook gingen volgen. Via deze dominees kwamen ze in contact met een christelijk echtpaar uit Teheran, dat elke maand een reis van duizend kilometers maakte om hen pastoraal te begeleiden.
"Toen deze dominee voor het eerst bij ons kwam, kregen we ook enkele Bijbels van hem. We voelden ons gezegend en begonnen de Heere te aanbidden. We kregen ook een projector van hem om liederen op de muur te projecteren. We waren getuige van Gods grote daden. Zieken werden genezen en demonen uitgedreven, alsof we in de tijd van het Bijbelboek Handelingen leefden."
Iran gevaarlijk land voor christenen
Ondertussen werd het voor christenen gevaarlijker om in Iran te leven. De dreiging van de Iraanse Religieuze Politie werd steeds sterker. In feite werd het verboden om over Jezus Christus en het Evangelie te spreken. Toch waren ze niet bang voor mensen, maar werd de vreze des Heeren steeds meer werkelijkheid voor hen. "Het drong steeds dieper tot ons door dat de Heere Jezus speciaal vanuit de hemel naar de aarde was gekomen, om ons te redden." Ze begonnen ondergrondse kerken te stichten, elke maand één. "We deelden het Evangelie met familie en vrienden."
Amin kreeg een baan bij IDC, de National Iranian Drilling Company. Hij deelde er het Evangelie met collega’s. Maar dat bleek consequenties te hebben. Een collega maakte een foto van Amin’s Bijbel en liet die aan zijn baas zien. Daarop werd hij gedwongen ontslag te nemen en als hij dat weigerde, zou hij worden aangegeven bij de Religieuze politie.
Toen Amin’s vader hoorde wat er was gebeurd, gaf die hem het advies zo snel mogelijk uit Iran te vertrekken, voordat hij zou worden opgepakt.
In 2013 kwamen Amin en zijn vrouw via Dubai en Jakarta aan op Christmas Island, Australië. Hij was er nog geen week, of de religieuze politie stond al bij zijn huis in Iran. Op Christmas Island begon Amin te bidden om een Farsi Bijbel, want zijn eigen Bijbel was verloren gegaan tijdens de vlucht uit Iran.
Een nieuwe Bijbel in het Farsi
Nadat hij had gebeden, zag hij een man en een vrouw het detentiecentrum binnenkomen. "Ïk liep naar hen toe en vroeg of ze christen waren, wat zo bleek te zijn. Het waren de eerste christenen die we ontmoetten in Australië. Ze heetten Keith en Norma. Norma is kortgeleden overleden, Keith heeft de afgelopen jaren veel moslims, Sikhs en boeddhisten tot Christus geleid. Ik vroeg of ze een Perzische Bijbel voor ons hadden. Ze bleken er precies één te hebben. Ze hadden gebeden om een Iraanse christen te mogen ontmoeten met een moslimachtergrond, om die Bijbel aan hem te kunnen geven. Wat is God goed."
Amin vertelt over Gods goedheid in een Bijbelstudiegroep, die begon met vier mensen en uitgroeide tot vijftig mensen, die allemaal tot geloof in de Heere Jezus kwamen. Velen van hen brengen nu zelf het Evangelie aan anderen.
Een aantal maanden later trokken ze verder naar het eiland Darwin, en nog weer later naar Brisbane in Australië. "Daar startten we de eerste Perzische kerk, de Grace Persian Church. De Heere gaf me een droom voor zeven kerken. Ik deed daar een theologische studie en werd officieel predikant in Australië. Onze eerste roeping was het maken van discipelen van de Heere Jezus Christus, met name mensen met een moslimachtergrond, om hen te brengen in het Koninkrijk van God. Er ontstonden ook gemeenten in Melbourne, Sydney en Adelaide."
Bid voor Iran
Over de situatie in Iran vertelt Amin: "De situatie in het land is heel moeilijk. Er zijn veel protesten en al vele doden. De kerk in Iran is momenteel de snelst groeiende in de wereld. Mijn vader en moeder zijn krachtige gelovigen. Ze moeten wel heel voorzichtig zijn en we bidden veel voor hen. Ik bid ook dat de deuren van Iran snel open zullen gaan, zodat ik ook daar het Evangelie kan brengen. Ik ben nu bijna tien jaar in Australië, maar heb nog steeds geen permanente verblijfsvergunning."
Uit zijn contacten met Iran weet hij dat er steeds meer onvrede is over de islam. Bid alstublieft voor Iran en dat het huidige regime zal verdwijnen in Jezus’ naam, dat God in zal grijpen in het land.
Amin vraagt ook gebed voor zichzelf en zijn gezin met hun drie zoons. Hij ervaart veel geestelijke strijd in zijn bediening als voorganger.
Bovenstaand verhaal verscheen via Eternity News in de nieuwsbrief van Dirk van Genderen.
Foto credits: Eternity News
Praatmee