Ze eiste dat het graf zou worden opengemaakt
Ik ben in Egypte. Ik luister naar de 35-jarige vrouw tegenover me.
Ze was achttien toen haar moeder kanker kreeg. Haar vader zei toen tegen zijn vrouw: āIk breng je alleen naar het ziekenhuis als je belijdt dat er geen God is dan Allah en Mohammed zijn profeet.ā
Zij weigerde. Hij sloeg haar, dag in, dag uit. Uiteindelijk overleed ze.
Zelf kon ze niet naar de begrafenis van haar moeder, omdat ze net was bevallen.
Een week later ging ze naar het graf, met haar pasgeboren baby. āIk moest en ik zou weten of mijn moeder stierf aan de gevolgen van kanker of dat mijn vader haar had vermoord. Of misschien wel levend had begraven.ā
Ze eiste dat het graf zou worden opengemaakt. Dat gebeurde. āDaar lag ze. Dood. Gelukkig zonder aanwijzingen voor doodslag. Ik zei: āKijk, mam, dit is je kleindochter Hava, Eva. De naam die jij had bedachtā.ā
Ze huilt hartverscheurend. Samen met mijn drie reisgenoten van SDOK, de organisatie die me heeft uitgenodigd, zitten we verbijsterd naar haar te luisteren. De Koptische dame ā die haar en ons begeleidt ā kijkt me even aan. We hebben allebei waterige ogen.
Ook al zag ze geen sporen van doodslag, toch hield de dochter haar vader verantwoordelijk. Woest was ze. Ze stak zijn autobanden lek. āIk was niet alleen boos op mijn vader, maar moest ook niks van het christelijk geloof hebben. Waarom zou de God van mijn moeder haar niet hebben beschermd?ā
Na jaren wilde ze toch weten wat haar moeder zo had aangetrokken in het christelijk geloof. Nieuwsgierig naar de innerlijke vrede van haar moeder bad ze: āOpenbaar Uzelfā. En dat deed Hij. God sprak door een droom. Ze pakte de bijbel die haar moeder haar twee dagen voor haar dood had gegeven en las de onderstreepte verzen. āImmanuĆ«lā sprong eruit. āNaar die God van nabijheid was ik op zoek. Ik ging naar de kerk en bad uren.ā
āWat bad je dan?ā vraag ik.
āThank God for Google! Ik vond via Google het Onzevader, Psalmen en bestaande gebeden. En ik ervoer tijdens het bidden ervan die vrede die ik ook bij mijn moeder had gezien.ā
Mijn reisgenoten en ik praten de dagen erna nog regelmatig over haar. Vanwege de veiligheid weten we haar naam niet eens. āDe vrouw met het grafverhaalā noemen we haar maar. Het was of ze tijdens het vertellen van dat moment de wanhoop herbeleefde. Het verdriet. De haat.
We zijn allemaal onder de indruk. Van haar lef om alles op te geven voor het volgen van Jezus. Van haar doop. Van haar vastberadenheid om zich steeds op te trekken aan de beloften uit de Bijbel. Van haar Google-gebeden. En van God die krachtig in haar werkt.
āIk was bang dat mijn vader me zou laten doden. Ik haatte hem. Inmiddels ken ik de kracht van vergeving en bid ik: āVader, vergeef het hem, want hij weet niet wat hij doet. Open zijn ogen, zodat hij ziet wie U bent!ā Willen jullie daar ook voor bidden?ā
Dat deden we, en ik geef het verzoek graag door. Namens een vrouw van wie ik de naam niet eens weet. Die met dat gebedsverhaal.
Paulien Vervoorn is spreker, trainer en auteur en eigenaar van Geloofwaardig Spreken. Deze blog van Paulien Vervoorn verscheen op 25 februari als column in het Nederlands Dagblad en haar website.
Praatmee