In eerste instantie werd de zogenoemde ‘Respect for het Huwelijk’-wet afgewezen door de Amerikaanse Eerste Kamer, de Senaat. Tegenstanders vonden het onvoldoende recht doen aan de vrijheid van christelijke ondernemers op wie de wet invloed heeft. Daarom liet men de tekst opnieuw bekijken, en werd een toevoeging gedaan die speciaal gericht is, op gelovigen, kerken en organisaties die vanuit hun geloof opereren.

Op dit moment stelt de in 1996 ingestemde ‘Verdediging van het huwelijk’-wet dat het huwelijk voor een man en vrouw is. Het was wel aan staten voorbehouden om op een lager niveau het homohuwelijk goed te keuren. Nu geeft het die mogelijkheid niet alleen meer, maar is het een verplichting geworden.

Kelly Shackelford, voorzitter van de non-profit organisatie First Liberty Institute betreurt de wet, omdat “het Congres zojuist met een wet instemde die de vrijheid van godsdienst straft". “De zogenaamde ‘Respect voor het Huwelijk’-wet stelt radicale activisten in staat om organisaties die op geloof gebaseerd zijn lastig te vallen in de rechtbank, op basis van hun overtuigingen over het huwelijk.”

“Niemand zou gestraft moeten worden vanwege een geloofsvisie op het huwelijk, zelfs als dat gezichtspunt niet strookt met de definitie van de overheid. En mensen hoeven hun overtuigingen niet aan te passen omdat een paar politici dat wel deden.”

In de wet worden religieuze organisaties en kerken in staat gesteld om geen diensten te hoeven verlenen aan huwelijken waar zij niet achter staan. Toch kunnen christelijke ondernemers een claim tegemoetzien als zij ervoor kiezen geen diensten te verlenen aan homo-echtparen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om het bakken van taarten en het fotograferen of leveren van bloemen voor een homohuwelijk.