God jaagt je niet op en probeert op elke mogelijke manier je aandacht te trekken
De herder heeft een lange dag achter zich. De gewonde schapen zijn met olie gezalfd en de vermoeide schapen kregen uit een overvloeiende beker te drinken. Bij aankomst op de tafelberg liet hij de schapen een voor een onder zijn herdersstaf doorgaan om te zien of er eentje ontbreekt.
Een herder gaat pas slapen als hij weet dat al zijn schapen en lammeren veilig zijn. Het kan gebeuren dat een herder er ’s avonds achterkomt dat er toch een schaap van de kudde is zoekgeraakt. De herder weet dat een afgedwaald schaap blijft ronddolen totdat het uitgeput raakt en dan ergens gaat liggen. Al heeft hij een lange dag achter de rug en wordt het al donker, de herder zal geen rust hebben voordat hij het schaap heeft gevonden. In een gelijkenis zegt Jezus dat de Goede Herder net zo lang blijft zoeken totdat hij het verloren schaap gevonden heeft. Hij geeft niet op. Als hij het vindt, legt hij het vol vreugde op zijn schouders om het naar de kudde terug te brengen.
Daarom zingt David het uit in Psalm 23: ‘Ja, heil en goedertierenheid zullen mij volgen al de dagen van mijn leven!’ Als Jezus de Goede Herder is die zijn kudde leidt, dan zijn ‘heil’ en ‘goedertierenheid’ de twee herdershonden die over de kudde waken. De hier gebruikte Hebreeuwse woorden zijn tov en chèsèd en worden op verschillende manieren vertaald. Persoonlijk vind ik ‘goedheid en genade’ heel goed passen. In het Hebreeuws staat letterlijk dat Gods goedheid en genade mij zullen ‘achtervolgen’. Je hoeft Gods goedheid en genade niet na te jagen. Zijn goedheid en genade weten jóu te vinden, waar je ook bent.
Dat doet me denken aan het verhaal van een rabbi die op straat een lid van zijn gemeente tegenkwam en hem aansprak: ‘Telkens als ik je zie heb je haast. Je vliegt altijd maar van hot naar her. Zeg me eens, waar hol je toch steeds achteraan?’ De man antwoordde: ‘Ik jaag achter succes aan. Ik jaag naar voorspoed. Ik ben zo jachtig omdat ik graag een plezierig leven wil leiden.’ De rabbi antwoordde daarop: ‘Als je denkt dat al die dingen die je najaagt voor jou uitlopen en hun best doen om aan jouw greep te ontkomen, moet je inderdaad hard rennen om ze toch te pakken te krijgen. Maar wat als al die zaken nu eens achter joú aanzitten, maar nooit bij je terecht kunnen komen omdat je alsmaar aan het rennen bent? Stel dat God allerlei geschenken heeft die Hij je wil geven, maar je bent nooit thuis als Hij je wil bezoeken?’
Gods liefde blijft je achtervolgen. Met onverstoorbare tred, vastberaden snelheid en majestueuze directheid. Zo is God: Hij jaagt je niet op, Hij jaagt je na. God probeert op elke mogelijke manier je aandacht te trekken. Zijn ‘voetafdrukken’ zijn overal te vinden, als je ze maar wilt zien. Wie in een heldere nacht omhoogkijkt zal de majesteit en kracht van een oneindige Schepper zien, die ons najaagt tot aan het einde van de wereld.
God is altijd op zoek naar jou, of je wilt of niet. Hij kan niet anders. Zijn ogen gaan over de hele aarde om jou te kunnen bijstaan. Hij wil je niet missen. Zijn liefde volgt je en trekt je naar Hem toe. Je zit immers aan Hem vast met een koord van liefde. De koninklijke les van Psalm 23 is dat God het niet kan laten om ons een eeuwig leven lang te achtervolgen met zijn goedheid en genade. Zijn goedheid en genade zijn onontkoombaar. We hebben deel gekregen aan het leven van de Goede Herder zelf. Gelukkig ben je als de Heer je Herder is!
Bovenstaand fragment van Wilkin van de Kamp is afkomstig uit het boek De Goede Herder. Klik hier om het boek te bestellen.
Illustratie: Glenn van der Mull
Praatmee