Een beetje God dienen is volgens Psalm 15 niet mogelijk
Psalm 15 werd gedicht voor de bezoekers van de tempel. De psalm begint met een vraag aan God: ‘HEER, wie mag gast zijn in uw tent, wie mag wonen op uw heilige berg?’
Een logische vraag.
Het is niet zo vreemd dat in de tempel van God bepaalde voorschriften golden. Bij onze koning mag ook niet zomaar iedereen binnenlopen. Logisch dat dat bij God ook niet kan. Hij woont op Zijn heilige berg. Wie daar te gast wil zijn, zal daar wel moeten passen. Zowel qua kleding als gedrag.
Het antwoord op de vraag is opvallend. Daarbij gaat het namelijk niet zozeer over het gedrag van de bezoekers binnen in de tempel, maar over hun gedrag erbuiten. Van belang is niet alleen hoe zij zich op de sabbat (wij zouden zeggen: op zondag) gedragen, maar gedurende de hele week.
Je kunt op de sabbat alle regels in acht nemen, maar als dat niet samengaat met een vroom en aan God toegewijd leven, ben je niet welkom.
Op tien manieren wordt dat alledaagse leven beschreven: eerlijk leven, doen wat goed is, altijd de waarheid spreken, niet kwaadspreken over anderen, iedereen goed behandelen, niemand beledigen, niet omgaan met slechte mensen, omgaan met mensen die trouw zijn aan de Heer, doen wat je beloofd hebt, zelfs als dat in je eigen nadeel is, en ten slotte: geen rente vragen en geen geld aannemen om te liegen.
Nu kun je over deze lijst een hele discussie beginnen. Is dit niet te veel van het goede? Kan het niet een onsje minder? Zoekt God niet zozeer heilige mensen, maar heilige bonen? Ik vind die vragen niet terecht. God kan toch niet vragen of het in ons leven van alles een beetje mag zijn? God vraagt ons hele hart, honderd procent!
In de tempel werden niet voor niets offers gebracht. Je kon je in de tempel reinigen en heiligen.
Het gaat in Psalm 15 om een duidelijke boodschap. God de HERE, de God die met ons een verbond heeft gesloten, dien je niet alleen in de tempel, maar ook op je werk. God dien je elke dag. Met heel je ziel, met heel je hart en met al je kracht. God dien je nooit een beetje.
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer.
Praatmee