Na interne CGK-discussies wordt het tijd om weer naar buiten te gaan
Ik ben in heel mijn leven maar een paar keer in de bioscoop geweest. Die bioscoop was aan de Coolsingel in Rotterdam. De films herinner ik me niet weer. Maar wat me wel heel goed bijstaat, is het moment dat je naar buiten ging: In de bioscoop had je lange tijd in het donker gezeten. En dan ineens stond je weer buiten. Het was even wennen aan het licht. Je was er even uit geweest, maar je was ineens weer terug is de werkelijke wereld.
Ik heb het gevoel dat ik in de afgelopen periode ook in een wereld heb gezeten die anders is dan buiten. Ik heb op mijn Facebookpagina geprobeerd uit te leggen aan kerkmensen waarom ik andere keuzes maak. Ik schreef in de weken na Pasen bijna dagelijks over de discussies en recente besluiten van de synode van mijn kerken (CGK, red.).
Ik heb eerlijk verteld dat ik onlangs ook een vrouw in het ambt heb bevestigd. Ik heb geprobeerd niemand zwart te maken. Maar wilde wel laten weten dat ik bewust een andere weg kies. Ik heb gepleit voor ruimte. Geestelijke ruimte in de kerk.
Mijn stukjes vielen niet bij iedereen goed.
Had ik ook niet verwacht. Maar ik ben wel geschrokken van de manier waarop mensen hun bezwaren kenbaar maakten. In de afgelopen periode hebben mensen mij beledigd. Ik ben een dwaalleraar. Een onruststoker. Ik moest maar een keer ophouden. ‘Hij blijft maar spuien’. ‘Het zal wel aan zijn leeftijd liggen.’ Hoewel er gelukkig duizenden andere reacties tegenover staan is op internet blijkbaar een normaal gesprek heel moeilijk te voeren. Je leest weinig argumenten.
Wat ga ik doen?
Ik ga weer naar buiten. Ik ga mijn Facebookpagina niet sluiten. Maar ik ga me wel weer richten op mensen die de kerk hebben verlaten en toch niet zonder God kunnen. Meditaties en stukjes schrijven die zij begrijpen.
Ik ga weer naar buiten.
Onlangs verscheen een rapport Buiten de kerk en de moskee. Met daarin de constatering dat de meerderheid van Nederland zijn kinderen niet meer christelijk opvoedt. Ook de constatering dat de vragen van de maatschappij lang niet altijd de vragen zijn waar de kerk aandacht voor heeft.
Ik wil weer naar buiten.
In mijn tijd als voorzitter van de EO heb ik vaak gewezen op Lucas 15. Op de gelijkenis van de herder die besloot zijn schapen in de woestijn achter te laten om die ene te zoeken. Hij zal er echt wel over nagedacht hebben hoe dat het beste kon. Anders zou hij met het vinden van die ene de kans lopen tien andere kwijt te raken. Maar het staat er wel: ze bleven in de woestijn achter.
En de herder ging op zoek. Hij zocht overal en liep niet alleen over platgetreden paadjes. In greppels zal hij zijn gegaan. Achter struiken hebben gezocht. Misschien is hij er zelfs niet zonder kleerscheuren afgekomen. Maar hij bleef zoeken.
Naar buiten.
Ik constateer ook dat de vragen buiten anders zijn dan de vragen binnen. Ik hoop van harte dat de kudde het in de woestijn gaat redden. De kleine kudde denkt grote kracht te hebben, maar ziet jaarlijks haar aantal in Nederland sterk afnemen.
Ik blijf me verbonden voelen, maar ik kies voor een andere weg. En als het ooit zou gebeuren dat ik niet meer bij de kudde mag behoren, blijf ik mijn roeping vervullen. Op zoek naar de mens die God kwijt is.
Schapen die we kwijt zijn noemen we verloren schapen.
Verloren: een heftig woord in de kerk. Maar troost u: er staat niet voor eeuwig verloren. Er staat in het evangelie dat ook Jezus juist in hun midden te vinden was.
Buiten.
Deze overdenking verscheen eerder op de Facebookpagina van ds. Arie van der Veer.
Praatmee