Synode CGK: Geen ruimte voor vrouwelijke ambtsdragers
De generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) heeft vrijdag besloten geen ruimte te geven aan vrouwelijke ambtsdragers binnen de kerk. Een meerderheid van de synode is tegen het openstellen van ambten voor vrouwen, zo bleek vrijdagmorgen. Een meerderheid stemde voor een voorstel waarin staat dat er 'in de Christelijke Gereformeerde Kerken geen plaats is voor een praktijk van vrouwelijke ambtsdragers'.
Donderdag werd er al uitgebreid gesproken over het onderwerp en werden er verschillende kritische vragen gesteld aan commissies die over ‘vrouw in ambt’ rapporten hebben opgesteld. Vrijdag werden diverse voorstellen om het besluit uit te stellen of plaatselijke kerken zelf de keuze te geven om al dan niet vrouwen toe te laten tot het ambt door de synode verworpen. Ook een voorstel waarin opgeroepen werd gemeenten die het ambt reeds voor vrouwen hebben opengesteld 'geduldig te verdragen' werd verworpen. Het voorstel waarin stond dat er géén ruimte is voor vrouwelijke ambtsdragers binnen de kerk werd aangenomen.
Voorgeschiedenis
De vrouw in het ambt is momenteel een heet hangijzer in de CGK. Behoudende CGK-predikanten vinden dat kerkenraden die vrouwelijke ambtsdragers bevestigen synode-afspraken negeren en zichzelf daarmee buiten het kerkverband plaatsen. De CGK spraken in 1998 uit dat volgens de Bijbel "het gezaghebbend leidinggeven aan de gemeente aan de man en niet aan de vrouw toekomt.” Van de samenwerkingsgemeenten wordt sinds de synode van 1998 echter verwacht dat zij zich houden aan de minst vérgaande kerkorde. Dat is in deze kwestie die van de CGK.
Vorig jaar werden tijdens de generale synode verschillende oplossingsmogelijkheden besproken. De zeven commissieleden die twee rapporten hierover presenteerden tijdens de synode, werden het onderling niet eens over de drie oplossingsrichtingen die op tafel lagen. Door de extra bedenktijd die ontstond is er weer nieuwe ruimte om dichter tot elkaar te komen, zo was de gedachte. Maar tegenstanders van vrouwelijke ambtsdragers ervaren het wachten tot 2022 als indirecte acceptatie van kerken die - tegen de voorschriften - vrouwelijke ambtsdragers hebben bevestigd.
Het feit dat samenwerkingsgemeenten in IJmuiden, Arnhem, Hilversum, Deventer en Nieuwegein vrouwelijke ambtsdragers hebben bevestigd zorgt voor frustratie bij CGK’ers die de huidige afspraken willen handhaven. Tegenstanders van vrouwelijke ambtsdragers vinden dat dit proces te lang duurt en hebben in de media herhaaldelijk opgeroepen tot actie. Voorafgaand aan de generale synode van deze week stelde een onderzoekscommissie dat er voldoende grond is om het besluit dat er geen ruimte is voor vrouwelijke ambtsdragers te handhaven. "Het onderwijzen in de samenkomst van de gemeente en het geestelijk leidinggeven aan de gemeente komen alleen aan bekwame mannen toe", aldus de onderzoekscommissie onlangs.
Beladen onderwerp
Synodevoorzitter ds. J. G. Schenau maakte aan het begin van de derde vergaderdag een inhoudelijke opmerking, omdat ‘vrouw in ambt’ “een beladen agendapunt is”. “Het is beladen vanwege alles wat hierover al gezegd en geschreven is, in en buiten de synode. Dat willen we waarderen als een blijk van betrokkenheid, maar dat neemt niet weg dat wat buiten de synode wordt gezegd ons allen zou kunnen hinderen. Spreken we niet te vaak over elkaar in plaats van met elkaar? Op een synode spreken we per definitie met elkaar. Eerlijk gezegd stelt het mij wel eens teleur dat er te weinig bruggen worden geslagen. Worden we meer dan ons lief is aangeraakt door de geest van polarisatie? Laat er in ons hart een voortdurend gebed zijn: ‘Zend Heer U licht en Uw waarheid, dat die ons leiden zal.’”
‘De Bijbel is niet Christus’
Ds. N. C. Smits, rapporteur van het minderheidsrapport, maakte voorafgaand aan de vergadering een inleidende opmerking: “De Bijbel is ons ontzettend dierbaar en kostbaar, maar er is Iemand die boven de Bijbel uitgaat: de Heere Jezus Christus. Hij moet centraal staan, ook in ons ethische denken. De Bijbel zelf zegt dat Christus de ware Wijnstok is en niet de Bijbel zelf. Niet de Bijbel is de Herder en de Rots, maar Christus. Hij heeft alle macht op hemel en op aarde en niet de Bijbel. Dit ontleen ik aan de Bijbel, want de Schriften getuigen van Christus. Hij moet centraal staan, niet alleen in de leer maar ook in ons denken. Hoe verhouden we onze gehoorzaamheid aan Christus tot de gehoorzaamheid aan de Schrift? Allebei is nodig, maar in welke verhouding? Vandaaruit hoop ik op een constructief gesprek.”
Tijdens de eerste vragenronde maakte ouderling W. Zeeders (Dordrecht-Centrum) duidelijk dat hij schrok van bovenstaande woorden van ds. Smits. “Naar mijn gevoel wordt de Bijbel uitgespeeld tegen Christus als Hoofd van de kerk. Ik heb geen colleges gevolgd aan de TUA, maar weet wel dat de Heere Jezus zegt: ‘Ik ben het Woord.’” Ds. H. Polinder: “Wordt de Heilige Geest zo niet te veel losgemaakt van het geschreven Woord dat geïnspireerd is door de Heilige Geest?” Ouderling H. J. Sok (Ulrum) waarschuwt voor een hellend vlak. “Ik vrees voor het anders lezen van de Schrift met alle gevolgen van dien.” Ds. W. L. van der Staaij (’s-Gravenhage-Scheveningen) was na bovenstaande woorden van ds. Smit “even uit het veld geslagen”. “Zit de ontkoppeling tussen Christus en de Bijbel achter het denken van het minderheidsrapport?”
“Misschien heb ik het wat onhandig gezegd”, zegt ds. Smits in antwoord op de kritische reacties. “De gedachte dat Christus tegenover de Schriften zou staan wil ik verre van me werpen. ‘Dit zegt de Bijbel, maar wij volgen Christus’ is niet wat ik heb bedoeld te zeggen. Christus komt in het gewaad van de Schrift tot ons, maar Hij is méér dan dat gewaad.”
Diverse reacties
Ouderling R. B. J. Naaktgeboren (Rotterdam-Kralingen): “In de Schrift wordt zonde niet de hand boven het hoofd gehouden”, onder meer verwijzend naar Mattheüs 5:29, ‘Als dan uw rechteroog u doet struikelen, ruk het uit en werp het van u weg, want het is beter voor u dat een van uw lichaamsdelen te gronde gaat en niet heel uw lichaam in de hel geworpen wordt.’ Moeten we naar aanleiding van deze verzen niet bevreesd zijn dat zachte heelmeesters stinkende wonden maken? In het uiterste geval, na vermaning en oproep tot bekering, zou afsnijding moeten volgen.” Ook vraagt de ouderling zich af in hoeverre de tucht goed functioneert, met het oog op gemeenten die vrouwelijke ambtsdragers hebben ingesteld. “Gaat het zoeken naar eenheid en een liefdevolle bejegening niet te veel heersen over het principe van de Schrift?”
Ds. D. Brienen (Hardenberg): “Kunnen we als kerken van Christus die heen leven naar de komende heerlijkheid van Christus, waarbij geen ambten geen meer zullen zijn, volhouden dat afspraken uit 1998 als principieel gelden? Dat zou kerkscheidend zijn. Dat zou mij enorm veel verdriet doen." Ds. D. J. T. Hoogenboom (Utrecht-West) merkt op dat in het meerderheidsrapport conclusies worden getrokken op basis van de kerkorde in plaats van Gods Woord. “Als een ‘ketter’ uit de kerk van Christus wordt geweerd moet dat op basis van de Bijbel en niet omdat hij zich niet aan de kerkorde houdt."
Ds. B. Loonstra (Gouda): “De culturele context is een gegeven en niet weg te denken. Letter en geest staan niet tegenover elkaar, en liefde en gebod al helemaal niet. Door mensen en kerken gaven en inzet te onthouden, in dit geval de zusters, kan er op een bepaalde manier een last op gemeenten en betrokkenen worden gelegd die een vrij leven vanuit het evangelie in de weg staan. Mag dat? Is dat de goede weg die de Geest ons wijst?” In een eerder interview met CIP.nl ging Loonstra in op vragen over ‘vrouw in ambt’, de culturele context en het verstaan van de zwijgteksten naar aanleiding van zijn boek ‘Meedenken met Paulus’. Lees ook: "Het is logisch dat Paulus zei dat vrouwen moeten zwijgen".
Ds. S. P. Roosendaal (Lelystad) verwijst naar het verzet tegen slavernij in Amerika in de negentiende eeuw. “Predikanten zouden zich rond de tijd van het culturele breukvlak uitstekend in de hermeneutiek van het meerderheidsrapport hebben herkend. Hebben wij voldoende overwogen dat ‘vrouw in ambt’ het culturele breukvlak raakt en theologie noodzakelijk altijd volgend is?”, wil de predikant weten van de meerderheidscommissie. "De ander wordt een vijand als hij aan de verkeerde kant van het breukvlak staat. Het denken van een prediker over ‘vrouw in ambt’ wordt een sjibbolet waarvan het Richterenboek zegt dat die alleen in oorlogstijd voorkomt.” Roosendaal maakt onderscheid tussen het culturele breukvlak en tucht. “Tucht is van toepassing op binnen of buiten het Koninkrijk. Voor het culturele breukvlak geldt dat niet.”
Kerkelijk gesprek gaande houden
Ds. A. Versluis legt als rapporteur van het meerderheidsrapport - waarin wordt benadrukt dat de Bijbel geen ruimte geeft voor vrouwelijke ambtsdragers - nadruk op het belang van “het kerkelijk gesprek”. “Het blijft nodig om elkaar te zoeken. Vervolgens moeten er wel besluiten worden genomen over ‘vrouw in ambt’ waar verdere doordenking voor nodig is.” De predikant wijst op de spanning dat “we aan elkaar gegeven zijn en de mogelijkheid om als kerk een eigen weg te gaan”. “Als God geduld heeft met ons, zouden wij dan geen geduld moeten hebben met elkaar? Ook als het tegen onze gedachten ingaat. Als we belijden dat het nodig is om naar elkaar te luisteren, moeten we dat ook doen op het gebied van ‘vrouw in ambt’.” Versluis merkt op dat er meer mogelijkheden zijn dan het toepassen van tucht.
Voorstellen
Na de tweede gespreksronde hebben verschillende synodeleden donderdag voorstellen ingediend.
- Omdat vrouwelijke ambtsdragers “met de kennis van nu niet onschriftuurlijk is” stelt ouderling W. Hijmissen (Lelystad) voor dat plaatselijke gemeenten de vrijheid hebben om ambten voor vrouwen open te stellen. Dit voorstel is vrijdagochtend verworpen met 16 stemmen voor en 35 stemmen tegen.
- Ds. J. Oosterbroek (Dronten) stelt de commissie voor om een ultieme poging te ondernemen om tot één voorstel te komen, nadat men in de achterliggende periode niet tot overeenstemming is gekomen. Dit voorstel is vrijdagochtend met 10 stemmen voor en 41 tegen verworpen.
- Ouderling R. B. J. Naaktgeboren (Rotterdam-Kralingen) stelt voor dat kerkelijke gemeenten die vrouwelijke ambtsdragers bevestigen worden vermaand en opgeroepen tot bekering. Nadat ds. A. Versluis namens de meerderheidscommissie liet weten dat dit voorstel min of meer overbodig is, is dit voorstel door Naaktgeboren ingetrokken.
- De minderheidscommissie stelt voor om geen nieuwe besluiten te nemen over 'vrouw in ambt' om nieuwe wegen te zoeken richting kerkelijke eenheid. Vrijdag is dit voorstel verworpen met 19 stemmen voor en 32 stemmen tegen.
- Ds. A. A. Egas (Damwoude) stelt voor om het afwijken van besluiten van de synode niet alleen af te keuren maar ook te betitelen als 'zonde'. Dat voorstel is verworpen.
Geen ruimte
De laatste stemming van de vrijdagmorgen was misschien wel de belangrijkste. Daarin werd namelijk gestemd over het voorstel van commissie die zich over het onderwerp vrouw en ambt boog. In dit voorstel staat dat er ‘in de Christelijke Gereformeerde Kerken geen plaats is voor een praktijk van vrouwelijke ambtsdragers, zolang de kerken daarvoor gezamenlijk op grond van de Schriften geen ruimte voor zien’. Dit voorstel werd door de synode aangenomen met 32 voorstanders en 19 tegenstemmers. Daarmee lijkt de discussie over dit onderwerp binnen de CGK op dit moment ten eind te zijn. Wel blijft onduidelijk hoe er moet worden omgegaan met gemeenten die al hebben besloten om vrouwelijke ambtsdragers te bevestigen en die ondanks vermaningen dat besluit handhaven.
Praatmee