Verslaving zit in iedereen, zegt deze hoogleraar. ‘‘Maar durven we dat zelf ook te zien?‘‘
![Verslaving Verslaving](https://images.cvandaag.nl/artikel-foto/88e371e3c5b9bd3d70f33071602c544c/verslaving.jpg)
Mensen die met spuiten in de weer zijn of een heroïneverslaving hebben. Dat is waar we aan denken bij het woord ‘verslaving‘. "Maar", zegt Hanneke Schaap, "het is iets wat ons allemaal aangaat." Ze is rector van het Kennisinstituut christelijke ggz, onderdeel van Eleos en De Hoop ggz, en bijzonder hoogleraar Klinische Godsdienstpsychologie. In de Week van Hoop publiceert ze samen met dr. Wubbo Scholte het boek ‘Van leegte naar liefde: over de macht van verslaving en de weg naar herstel’. ‘‘In zekere zin zijn we allemaal verslaafd en dus moeten we ook naar onszelf kijken.‘‘
Verslaving voelt voor veel mensen als een ver-van-mijn-bedshow. Toch komt het ook regelmatig voor in de christelijke wereld. Schaap deed onderzoek naar verslaving in de reformatorische gezindte. ‘‘In dat onderzoek zie je dat de cijfers van verslavingsproblematiek in de reformatorische kring wel wat lager ligt, maar nog steeds duidelijk aanwezig is.‘‘
Het boek schreef ze samen met verschillende collega’s en biedt onder meer basiskennis over diverse verslavingen. ‘‘We vinden het belangrijk dat in het pastoraat kennis aanwezig is, zodat het voor bijvoorbeeld een dominee ook duidelijk is waar hij mee te maken heeft. Maar ook een moeder met een drinkende 15-jarige zoon willen we graag ondersteuning bieden met het boek.‘‘ In bijna elke verslaving zoekt men naar het opvullen van leegte, zegt Schaap. ‘‘Je zoekt vervulling, en in eerste instantie krijg je die ook. Uiteindelijk zit je er echter aan vast, fysiek of psychologisch.‘‘
We moeten verslavingen niet alleen zien als een psychologisch probleem, betoogt Schaap. ‘‘Het is een existentieel probleem en gaat over de diepere lagen van je zijn. Vragen als ‘wie ben je‘, ‘hoe zie je jezelf‘, ‘hoe ga je om met de wereld om je heen‘ en als laatste ‘hoe zie je God‘ spelen dan een grote rol. Die vier verhoudingen komen altijd weer terug.‘‘ Juist die existentiële kanten van verslaving – die over leegte, vrijheid, veroordeling gaan – krijgen veel nadruk in het boek. Ieder mens heeft dan ook in bepaalde mate last van verslavingen. ‘‘We moeten zelf ook kritisch kijken naar ons gedrag. Hebben wij ook leegtes die we proberen op te vullen met bepaalde activiteiten? Moeten we die dingen niet tegen het licht houden en de confrontatie aangaan met de dingen waar je liever met een boog omheen loopt?‘‘
Niet alleen de ‘grote‘ verslavingen, maar ook nieuwe patronen komen in het boek terug. ‘‘Bij social media treedt er voor het grootste gedeelte hetzelfde proces in werking als bij andere verslavingen.‘‘ Zo komt er het stofje dopamine vrij dat een goed gevoel geeft, vertelt Schaap. ‘‘Dat is precies hetzelfde verschijnsel. Ook medicijnverslaving wordt in Nederland een steeds groter probleem, maar is nog helemaal niet bekend. Dat is een heel trieste verslaving, omdat je vast komt te zitten in een middel wat je eerst hielp.‘‘
In een gemeente is het belangrijk dat er pastoraal met mensen met een verslaving wordt omgegaan, ziet de hoogleraar. ‘‘Dat is een heel belangrijk punt in kerken. Soms worden verslaafden vooral als slappeling gezien, als mensen die foute keuzes hebben gemaakt. Stigma‘s spelen dan ook gemakkelijk een rol in de omgang binnen de kerk.‘‘ Daarin heeft iedereen een rol. ‘‘Wees je ervan bewust hoe je naar anderen kijkt. Is dat ook de manier waarop Jezus naar mensen kijkt?‘‘ Verder ziet Schaap dat er in de kerk veel ontkenning van verslaving voorkomt en we bepaalde verslavingen minder erg vinden dan anderen. ‘‘Mensen zeggen: ‘iedereen drinkt‘ of ‘iedereen rookt‘, waardoor we de splinter van de drugs of porno in het oog van de ander zien, maar niet de balk in die van onszelf. Je kan namelijk ook veel bezig zijn met geld, aanzien of macht, of met social media, of eten - dat zijn ook verslavingen. Of wat dacht je van woedeverslavingen, waarbij mensen zeggen: ‘het is toch gerechtvaardigd dat ik boos ben?‘‘‘ Belangrijk is dat het pastoraat tijdig signaleert. ‘‘Er kunnen handreikingen geboden worden en eventueel worden doorverwezen naar professionele hulp.‘‘
‘‘Meer aandacht voor deze problematiek is heel belangrijk‘‘, zegt Schaap, ‘‘omdat herkenning het vaak makkelijker maakt om hulp te zoeken. Vaak is er zoveel eenzaamheid achter de voordeur, terwijl dat niet hoeft. Er zijn mensen die je graag helpen.‘‘ En dat levert herstel op. ‘‘Al klinkt het wat modern, maar de energie die gaat zitten in het wegduwen van de problemen, kan je op een andere manier besteden. Je komt meer in balans. Zo kun je meer de persoon worden zoals God je bedoeld heeft. Als je met het verleden aan de slag gaat, geeft dat vaak nieuwe ruimte om na te denken over de vraag wie God voor je is, wat Hij van je vraagt, wie Hij voor jou wil zijn.”
Praatmee