Bhatti was oprichter van de Jesus World Mission Church in Rawalpindi. In 2012 werd hij gearresteerd nadat een islamitische geestelijke hem had beschuldigd van het sturen van sms-berichten die als beledigend voor de profeet Mohammed werden gezien. Ondanks het ontbreken van overtuigend bewijs werd hij veroordeeld voor het beledigen van de Mohammed, waaf de doodstraf. 

In 2017 kreeg Bhatti een levenslange gevangenisstraf, die in 2022 werd omgezet in de doodstraf. Op 2 oktober van dit jaar vernietigde het Hooggerechtshof in Lahore de veroordeling, waarna hij twee dagen later uit de gevangenis van Rawalpindi werd vrijgelaten.

Volgens de mensenrechtenorganisatie British Asian Christian Association (BACA), die Bhatti jarenlang juridisch en praktisch ondersteunde, overleed hij op 5 oktober aan hartfalen. De organisatie meldde dat Bhatti al jaren ernstige hartproblemen had, verergerd door diabetes en gebrekkige medische zorg in de gevangenis. In 2019 werd vastgesteld dat hij een groot risico liep op een nieuwe hartaanval, na eerder al twee lichte aanvallen te hebben gehad. Zijn gezondheid ging daarna snel achteruit.

De organisatie noemde Bhatti’s geloof en volharding “een krachtig getuigenis van hoop in Christus te midden van vervolging” en verzorgde zijn begrafenis in Karachi, in overeenstemming met zijn laatste wens. Bhatti had geen kinderen en liet zijn 76-jarige, ernstig zieke vrouw Nawab Bibi achter.

Blasfemiewet blijft dreiging
De blasfemiewetten van Pakistan blijven een bron van angst voor religieuze minderheden. Hoewel de staat nog niemand officieel heeft geëxecuteerd voor blasfemie, leiden beschuldigingen vaak tot mishandeling, lynchpartijen en jarenlange gevangenschap.

Uit cijfers van de National Commission for Justice and Peace (NCJP) blijkt dat in 2024 17 christenen zijn aangeklaagd wegens blasfemie, onder wie zes vrouwen. Ook 23 moslims werden beschuldigd. Volgens de commissie werden alle christelijke verdachten gearresteerd in de provincie Punjab.

De Human Rights Commission of Pakistan (HRCP) meldt dat verdachten van blasfemie vaak in afzondering worden gehouden om hen te beschermen tegen geweld van medegevangenen.

Ook Human Rights Watch (HRW) bekritiseerde in juni 2025 het misbruik van de wet. De organisatie stelt dat blasfemiewetten in Pakistan systematisch worden ingezet om minderheden te intimideren, bezit af te nemen en persoonlijke conflicten uit te vechten. In het rapport A Conspiracy to Grab the Land schrijft HRW dat vage en brede formuleringen in de wet het mogelijk maken om mensen te vervolgen met weinig of geen bewijs.

Volgens HRW-directeur Patricia Gossman heeft het uitblijven van vervolging van daders van geweld ertoe geleid dat misbruik van de wet onverminderd doorgaat. Zij riep de Pakistaanse regering op om de wet te hervormen en het rechtssysteem te versterken.