De priester werd op 18 juli samen met twintig familieleden op koelbloedige wijze vermoord door vermoedelijk jihadistische milities, op de eerste dag van een invasie in de regio Sweida. Onder de slachtoffers bevonden zich zijn ouders, broers, hun kinderen en een verlamde man.

Pater Mazhar was van Druzische afkomst, maar had zich vele jaren geleden samen met zijn familie bekeerd tot het christendom. Ondanks zijn bekering leefde hij in harmonie met zijn omgeving en werd hij predikant in zijn geboorteregio.

Voorzitter Aziz Beth Aho stelt: "De marteldood van pater Mazhar en zijn familie is een zwarte bladzijde in de geschiedenis van Syrië. Het systematisch uitmoorden van religieuze minderheden in het Midden-Oosten gaat onverminderd door, terwijl de wereld toekijkt. Het uitblijven van een internationale reactie is een verraad aan onze gedeelde waarden."

ABM roept op tot:
• Een internationaal onafhankelijk onderzoek naar de moorden en bomaanslagen;
• Bescherming van religieuze minderheden in Syrië door middel van diplomatie en 
hulpverlening;
• Eerlijke verslaggeving, waarbij jihadistische groeperingen als zodanig worden benoemd, in plaats van verdoezeld onder termen als "Arabische bedoeïenen".

"Wie de daders niet bij naam durft te noemen, werkt mee aan het verhullen van hun daden", aldus Beth Aho.